In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonplus Schiedam en [gedaagde01] en [gedaagde02]. Woonplus vorderde betaling van een huurachterstand van € 2.895,40, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning door [gedaagde01]. De huurachterstand was ontstaan door niet tijdige betalingen door [gedaagde01]. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 mei 2023 werd een betalingsregeling afgesproken, waarbij [gedaagde01] de huurachterstand in termijnen zou aflossen, mits hij ook de lopende huur tijdig zou betalen. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand op dat moment € 1.595,40 bedroeg en dat de buitengerechtelijke incassokosten toewijsbaar waren. De rechter heeft de ontbinding van de huurovereenkomst voorwaardelijk toegewezen, afhankelijk van het nakomen van de betalingsregeling door [gedaagde01]. Tevens werd [gedaagde01] veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Woonplus, die in totaal € 1.015,75 bedroegen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Woonplus de uitspraak direct kan laten uitvoeren, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.