ECLI:NL:RBROT:2023:5907

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 maart 2023
Publicatiedatum
7 juli 2023
Zaaknummer
C/10/643418 / JE RK 22-1965
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van minderjarigen in een complexe opvoedsituatie met zorgen over emotionele ontwikkeling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 maart 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [naam kind01] en [naam kind02]. De ouders van de kinderen, die bij de moeder wonen, zijn betrokken bij een complexe en gespannen situatie, waarbij de kinderen emotionele problemen vertonen als gevolg van conflicten tussen de ouders. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen voor een periode van zes maanden, omdat de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen nog steeds aanwezig zijn. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen zich boos, bang, verdrietig en onzeker voelen, en dat er zorgen zijn over hun emotieregulatie en zelfvertrouwen. De ouders hebben verschillende visies op de opvoeding en de situatie, wat leidt tot een loyaliteitsconflict bij de kinderen.

Tijdens de zitting is de moeder bijgestaan door haar advocaat, terwijl de vader via videoverbinding aanwezig was. De kinderrechter heeft ook een beëdigde tolk ingeschakeld voor de moeder, die de Nederlandse taal niet goed beheerst. De kinderrechter heeft de zorgen van de Raad en de gecertificeerde instelling (GI) gehoord, die zich aansluiten bij het verzoek om verlenging van de ondertoezichtstelling. De vader heeft verweer gevoerd en stelt dat er niet aan waarheidsvinding wordt gedaan en dat hij niet goed geïnformeerd wordt over de situatie van zijn kinderen.

De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de instabiele opvoedsituatie en de spanningen tussen de ouders een ernstige bedreiging vormen voor de ontwikkeling van de kinderen. Ondanks eerdere hulpverlening is er nog onvoldoende vooruitgang geboekt. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] te verlengen tot 14 oktober 2023, met de nadruk op het belang van de kinderen en de noodzaak van stabiliteit en goed contact met de vader.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/643418 / JE RK 22-1965
datum uitspraak: 31 maart 2023

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind01]

geboren op [geboortedatum01] 2014 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [naam kind01] ,

[naam kind02] ,

geboren op [geboortedatum02] 2016 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [naam kind02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam02] ,

hierna te noemen de vader, wonende te Indonesië,

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 14 oktober 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken,
- de brief van de Raad van 17 januari 2023, met bijlagen, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum,
- de brief van de Raad van 3 maart 2023, met bijlagen, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de emailberichten van vader van 31 maart 2023, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum.
Op 31 maart 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. S. Ben Ahmed,
- de vader, aanwezig via een video-verbinding,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam03] ,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam04] .
Opgeroepen en niet verschenen is de advocaat van vader, mr. J. Weermeijer-Patist.
Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Engelse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam05] , tolk in de Engelse taal. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind01] en [naam kind02] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind01] en [naam kind02] wonen bij de moeder.
Bij beschikking van 14 oktober 2022 zijn [naam kind01] en [naam kind02] onder toezicht gesteld tot 14 april 2023.

Het aangehouden verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] verzocht voor de duur van een jaar. Een periode van zes maanden is reeds verleend. Een periode van zes maanden resteert.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Uit het onderzoek komt naar voren dat [naam kind01] en [naam kind02] zich boos, bang, verdrietig en onzeker voelen. Ze hebben veel meegemaakt. Ze hebben meerdere verblijfplaatsen gehad en vertellen over ruzies en conflicten tussen de ouders. De Raad heeft zorgen over hun emotieregulatie, hun zelfvertrouwen en hun vermogen om anderen te vertrouwen. Ook zijn er zorgen over hun veerkracht. Het lijkt erop dat zij worden gedwongen te kiezen tussen de ouders. De ouders vertellen verschillende verhalen over wat er allemaal gebeurd is en hebben een verschillende visie over de toekomst. Zichtbaar is dat moeder onmachtig is om de kinderen leiding te geven. [naam kind01] en [naam kind02] accepteren niet altijd het gezag van moeder. De kinderen hebben al langere tijde niet of nauwelijks contact met de vader gehad. Enerzijds missen ze hem, anderzijds zijn ze bang dat vader boos wordt. De Raad ziet nog steeds de noodzaak van een ondertoezichtstelling. De jeugdbeschermer kan er verder op toezien dat gezamenlijk met de hulpverlening wordt bereikt dat de opvoedvaardigheden van de moeder worden vergroot, [naam kind01] en [naam kind02] regelmatig en op een goede manier contact hebben met hun vader en dat de onderlinge communicatie tussen de ouders wordt verbeterd. Dit alles om te bereiken dat [naam kind01] en [naam kind02] zich veilig voelen, niet gespannen zijn, nare herinneringen uit het verleden kunnen verwerken en op een goede manier contact hebben met beide ouders.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. De jeugdbeschermer heeft de afgelopen twee weken contact gehad met de vader via de e-mail en aan hem voorgesteld om omgang te laten plaatsvinden onder begeleiding van de jeugdbescherming. Het voorstel is drie keer in de week een half uur, de vader is daarmee akkoord. Verder wordt voor de moeder ambulante zorg ingezet. Zij komen wekelijks bij de moeder langs om moeder te helpen om de controle in huis terug te krijgen. De moeder heeft recent contact tussen vader en de kinderen toegestaan zonder de GI in te lichten. De moeder is niet sterk genoeg ten opzichte van de vader. De GI is van mening dat het contact tussen de vader en de kinderen onder begeleiding moet plaatsvinden. Het contact is nu namelijk weer gestopt omdat [naam kind01] boos was dat vader in een bar zat en dronk toen er contact was. Sindsdien is er al enkele weken geen contact. Dat wil de GI een volgende keer voorkomen. Het klopt dat de vader geen gegevens heeft de school van de kinderen, omdat het adres van moeder geheim is vanwege de veiligheid. De moeder heeft weinig netwerk in Nederland en heeft niemand waar ze op kan bouwen. De GI probeert de vader wel op de hoogte te houden en heeft de vader een uitgebreide mail gestuurd over de lespakketten van de kinderen.
Namens en door de moeder wordt ingestemd met het resterende verzoek van de Raad. De moeder heeft veel profijt van de hulpverlening. Het is echter nog niet gelukt om de ontwikkelingsbedreiging bij de kinderen weg te nemen. De moeder moet nog veel stappen maken. Er is goed contact met de jeugdbescherming en er zijn goede afspraken gemaakt. De moeder heeft inderdaad toegelaten dat er weer contact was tussen zichzelf, de vader en de kinderen. De moeder vindt het lastig om grenzen aan te geven. Het is snel gebleken dat het niet goed was voor de kinderen. De kinderen hebben toen zelf aangegeven dat het niet prettig was. Er moet worden gekeken hoe het contact in de toekomst goed en onbelast kan zijn. De moeder heeft daarbij steun en begeleiding nodig.
De vader voert verweer tegen het aangehouden verzoek van de Raad. De vader verwijst naar artikel 3.3. van de Jeugdwet en stelt dat er niet aan waarheidsvinding wordt gedaan. De Raad en de jeugdbescherming baseren zich op vermoedens. De vader begrijpt niet waarom de gerechtelijke uitspraken niet worden geëerbiedigd, daar staan een hoop belangrijke punten over hem in. De klacht van de vader tegen Veilig Thuis is gegrond verklaard, het huisverbod is stopgezet en er zijn geen meldingen meer. Er is geen gevaar. Vader verwijst naar zijn verweer in eerste aanleg en stelt dat daarvan vrijwel niks is beoordeeld. De vader heeft alle telefoongesprekken opgenomen en heeft een website gemaakt waarop alles te beluisteren is. Tijdens het laatste gesprek met [naam kind01] was de vader in een horecagelegenheid, maar hij was niet aan het drinken. De vader vindt het erg verdrietig dat hij de kinderen al lange tijd weinig ziet en spreekt, omdat hij de enige is die ze goed kan begeleiden. De familie van vader kan ook geen contact krijgen met de moeder. De vader bevestigt dat er hulp nodig is voor de kinderen, maar dat komt omdat ze zo lang weg zijn van de vader. De kinderen zijn veiliger bij de vader. Ze zitten nu in een loyaliteitsconflict. Er zijn alternatieven mogelijk, anders dan de ondertoezichtstelling. De vader heeft nooit de kans gekregen om alternatieve hulpverlening uit te proberen. Youz is nooit van de grond gekomen. De vader moet nu elke keer wachten op een derde voordat hij informatie krijgt. De vader wil contact krijgen met de school van de kinderen. Hij weet niet wat voor lesmateriaal de kinderen hebben. Hij mag niet weten waar de kinderen wonen of naar school gaan. Onlangs heeft de moeder echter nog voorgesteld dat de vader naar haar huis mocht komen, omdat zij ondersteuning nodig zou hebben in verband met ziekte. Er klopt niets van. De vader stelt dat er een cassatieverzoek komt. De vader wil een nieuw verzoek tot teruggeleiding van de kinderen naar Indonesië indienen, omdat zijn verzoek daartoe ten onrechte is afgewezen door de rechtbank Den Haag en het hof Den Haag. Ook heeft de vader een vordering tot vergoeding van schade ingediend bij jeugdzorg. De vader zal er alles aan doen om de kinderen in veiligheid te brengen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is de kinderrechter gebleken dat [naam kind01] en [naam kind02] nog altijd ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De bedreiging is gelegen in de instabiele opvoedsituatie van de kinderen en de spanningsvolle situatie tussen de ouders. In het afgelopen half jaar is geprobeerd de zorgen rondom de kinderen te doen afnemen. Gebleken is dat er nog altijd veel strijd gaande is tussen de ouders, waardoor nog altijd sprake is van een gespannen en complexe situatie tussen de ouders. De kinderen worden belast door deze situatie. [naam kind01] en [naam kind02] vertonen trauma gerelateerde klachten en hebben moeite met het herkennen en uiten van hun emoties. Er is sprake van een loyaliteitsconflict, waarbij zij zichzelf en anderen minder lijken te vertrouwen.
Er is gedurende de afgelopen periode hulpverlening voor de ouders en de kinderen ingezet, maar dit heeft nog onvoldoende resultaat gehad. Er zijn nog steeds veel zorgen over de ontwikkeling van de kinderen. De inzet van de jeugdbeschermer blijft noodzakelijk om de benodigde hulpverlening voor de ouders en de kinderen in te zetten en de ontwikkeling van de kinderen te volgen. Het belang van de kinderen dient daarbij voorop te worden gesteld. het resterende verzoek zal daarom worden toegewezen.
Het is belangrijk dat de komende periode meer rust en stabiliteit ontstaat voor de kinderen en dat gewerkt wordt aan een goed contact tussen de kinderen en de vader, voor zover dit in het belang is van de kinderen. De vader is vanwege de veiligheid niet op de hoogte van de locatie van de woning en de school van de kinderen. De vader heeft de wens geuit dat hij meer geïnformeerd wordt over het welzijn van zijn kinderen. De kinderrechter dringt er bij de GI op aan dat hiermee - waar mogelijk - rekening gehouden wordt.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] verlengen voor de duur van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] tot 14 oktober 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2023 door mr. S. Riege, kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.J.E. van der Veer als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 28 april 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.