Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[minderjarige01] ,
[moeder01] ,
[vader01] ,
[stiefmoeder01] ,
[gezinshuisouder01] ,
Het procesverloop
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de GI, mw. [naam01] .
- de vader;
- de stiefmoeder;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter op 30 mei 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige01]. De minderjarige verblijft momenteel in een gezinshuis, waar hij zichtbaar goed gedijt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat een thuisplaatsing bij een van de ouders op dit moment niet aan de orde is. De ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] was eerder verlengd tot 15 juni 2023, en de GI, de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft verzocht om een verlenging van deze maatregel voor een jaar. De moeder van [voornaam minderjarige01] steunt het verzoek van de GI en wil betrokken blijven bij de zorg voor haar kind.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de vader van [voornaam minderjarige01] zich niet aan de afspraken over contactmomenten houdt, wat een negatieve impact heeft op de minderjarige. De kinderrechter heeft de situatie van [voornaam minderjarige01] zorgvuldig gewogen en is tot de conclusie gekomen dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 15 juni 2024.