In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 mei 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot toepassing van een gedwongen schuldregeling door verzoeker, die te maken heeft met een aanzienlijke schuldenlast. Verzoeker had een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij hij een percentage van zijn schulden wilde aflossen. Echter, één van de schuldeisers, [naam01], weigerde in te stemmen met deze regeling, omdat zij van mening was dat de hoogte van haar vordering niet correct was meegenomen in de totale schuldenlast. De rechtbank heeft vastgesteld dat het aanbod van verzoeker niet goed en controleerbaar gedocumenteerd was, waardoor de totale schuldenlast niet met zekerheid kon worden vastgesteld. Dit leidde tot de conclusie dat de belangen van de weigerende schuldeiser, [naam01], zwaarder wogen dan die van verzoeker en de overige schuldeisers. De rechtbank heeft daarom het verzoek om [naam01] te bevelen in te stemmen met de schuldregeling afgewezen. De rechtbank zal in een aparte beslissing oordelen over het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.