Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde, te weten het bezit van kinderporno;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en de bijzondere voorwaarden overeenkomstig het advies van de reclassering.
4..Waardering van het bewijs
welzonder specialistische software te benaderen/openen waren.
nietzonder specialistische software te benaderen/openen waren geldt dat van een gemiddelde gebruiker van een digitaal opslagmedium niet meer kan worden verwacht dan dat hij bestanden ‘definitief’ verwijdert, bijvoorbeeld door de prullenbak te legen. Daarmee zijn die bestanden niet eenvoudig meer terug te halen. Dat dit in theorie technisch nog wel mogelijk is, levert bij een gemiddelde gebruiker nog geen bewijs op dat deze daarmee ook (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het bezit van die afbeeldingen. Daarvoor is meer nodig.
5..Strafbaarheid feit
6..Motivering straffen
7..In beslag genomen voorwerpen
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
groot 1 (één) maand, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
3 (drie) jaar;
a) het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen;
b) gedragingen die zijn gericht op deelname aan internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
c) gedragingen die zijn gericht op deelname aan internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
d) het aanwezig hebben of gebruiken van wisprogramma’s op zijn digitale apparatuur;