Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Voorafgaande veroordeling
3.Vordering van het openbaar ministerie
€ 90.072,20,-.
Op de terechtzitting van 17 mei 2023 heeft de officier van justitie, mr. B.J.G. Leeuw, gerekwireerd het wederrechtelijk verkregen voordeel vast te stellen op € 40.000,- en ter ontneming van dat wederrechtelijk verkregen voordeel aan de veroordeelde de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van € 40.000,-, gelet op het op grond van het dossier aannemelijk geworden wederrechtelijk verkregen voordeel ter hoogte van dat bedrag en het ontbreken van een volledige kasopstelling in het ‘rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel’ waarin het voordeel is geschat op € 90.072,20.
4.Standpunt van de verdediging
5.Beoordeling en berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
6.Vaststelling van het te betalen bedrag
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Bijlage
9.Beslissing
€ 40.000,- (zegge: veertigduizend euro);
€ 40.000,- (zegge: veertigduizend euro);
320 (zegge: driehonderdentwintig) dagen.