Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[bedrijf02],
[bedrijf02],
[bedrijf02],
1..De procedure
- de dagvaarding van 22 december 2022 aan [gedaagden sub 01] , met bijlagen;
- de dagvaarding van 27 december 2022 aan [gedaagde01] , met bijlagen;
- de conclusie van antwoord van [gedaagden sub 01] , tevens voorwaardelijke eis in reconventie, met bijlagen;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde01] , tevens (voorwaardelijke) eis in reconventie, met bijlagen;
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie;
- de brief van [gedaagden sub 01] van 9 mei 2023;
- de mail van [gedaagde01] van 10 mei 2023.
2..De beoordeling
- [gedaagde01] en [gedaagden sub 01] hoofdelijk te veroordelen aan haar te betalen € 6.129,73, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 8 december 2022 tot aan de dag van algehele betaling;
- [gedaagde01] en [gedaagden sub 01] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3..De beslissing
- [gedaagde01] een bedrag van € 129,56 aan dagvaardingskosten aan [bedrijf01] moet betalen;
- [gedaagden sub 01] een bedrag van € 134,09 aan dagvaardingskosten aan [bedrijf01] moet betalen;
- [gedaagde01] en [gedaagden sub 01] hoofdelijk, in die zin dat wanneer de één betaalt de ander van zijn betalingsverplichting zal zijn bevrijd, de overige proceskosten van € 844,- aan [bedrijf01] moeten betalen;