Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden die door de reclassering geadviseerd zijn;
- dat zal worden bevolen dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn;
- afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummers 10/651037-20; 10/026669-20 (gev. ttz).
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf maatregel
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
€ 1.000,- (zegge: duizend euro),bestaande immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 juni 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer01] te betalen
€ 1.000,-(hoofdsom,
zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.000,- (zegge: duizend euro) niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
20 (twintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 500,- (zegge: vijfhonderd euro),bestaande immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 juni 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer03] te betalen
€ 500,-(hoofdsom,
zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 500,- (zegge: vijfhonderd euro) niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
10 (tien) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;