Op 3 januari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige01]. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de kinderrechter de belangen van de minderjarige vooropstelde. De ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] was eerder ingesteld op 4 januari 2021 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De huidige beschikking betreft een verlenging van de ondertoezichtstelling tot 9 januari 2024 en een machtiging tot uithuisplaatsing bij de oma van de minderjarige tot 9 juli 2023.
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft het verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling te verlengen, omdat er zorgen zijn over het gedrag en de schoolgang van [voornaam minderjarige01]. De minderjarige heeft in het verleden bij verschillende verzorgers gewoond, wat heeft geleid tot onduidelijkheid over haar verblijfplaats en opvoedsituatie. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de huidige situatie bij de oma voorlopig de beste optie is, gezien de zorgen over de opvoeding bij de moeder en stiefvader.
Tijdens de zitting hebben de moeder en stiefvader hun bezorgdheid geuit over de opvoedsituatie bij de oma, maar de kinderrechter heeft geconcludeerd dat er op dit moment geen grote zorgen zijn over de opvoedsituatie bij de oma. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat [voornaam minderjarige01] de hulpverlening een kans geeft en dat er een plan van aanpak moet komen voor haar onderwijs en behandeling. De kinderrechter heeft de GI opgedragen om de situatie nauwlettend te volgen en de nodige hulpverlening te bieden. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 januari 2023.