Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
- [verzoekster01] met mr. Kerbusch
- [verweerder01]
- [naam01] , namens belanghebbende [belanghebbende02]
Rechtbank Rotterdam
Op 16 mei 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam, team kanton, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot schorsing van de executeur en afwikkelingsbewindvoerder in de nalatenschap van een overledene. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. S.J. Kerbusch, heeft verzocht om schorsing van de verweerder, die in zijn hoedanigheid als executeur en afwikkelingsbewindvoerder optreedt. De verzoekster stelt dat er gewichtige redenen zijn voor deze schorsing, omdat de verweerder zonder haar toestemming een woning uit de nalatenschap heeft verkocht, en dat hij niet zorgvuldig heeft gehandeld door de woning voor een bedrag gelijk of lager dan de marktwaarde te verkopen.
De verweerder betwist echter dat er sprake is van spoedeisend belang bij het verzoek tot schorsing, aangezien de woning al op 28 april 2023 aan derden is geleverd. De kantonrechter heeft na beoordeling van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling geoordeeld dat de verzoekster geen spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening, omdat de woning inmiddels is verkocht en er geen andere spoedeisende zaken spelen. De kantonrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat de proceskosten voor rekening van de verzoekster komen, omdat de verweerder tijd en kosten heeft besteed aan het verweer. De proceskosten zijn vastgesteld op € 398,-, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de uitspraak tot de dag van volledige betaling.