In deze beschikking heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 juni 2023 geoordeeld over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 8 mei 2023 een verzoek ingediend voor een ondertoezichtstelling van [naam kind01] tot aan haar meerderjarigheid, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de betrokken partijen, waaronder de ouders en vertegenwoordigers van de Raad, aanwezig waren. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01], die bij de moeder woont. Er zijn zorgen over de ontwikkeling van [naam kind01], die in het verleden te maken heeft gehad met ernstig middelengebruik en een verstoorde relatie met haar ouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging en dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om [naam kind01] te ondersteunen in haar ontwikkeling.
De kinderrechter heeft de standpunten van de betrokkenen gehoord, waaronder die van [naam kind01] zelf, die haar frustraties over de hulpverlening heeft geuit. Ondanks haar bezwaren tegen de hulpverlening, heeft de kinderrechter geconcludeerd dat het van groot belang is dat [naam kind01] de nodige ondersteuning krijgt om haar ontwikkeling te waarborgen. De kinderrechter heeft besloten om [naam kind01] onder toezicht te stellen van Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 6 juni 2023 tot 3 mei 2024. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.