Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 augustus 2022, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de oproepingsbrief van deze rechtbank van 16 januari 2023;
- de akte houdende uitbreiding bewijsaanbod van [eiseres01] ;
- de brief van mr. Van Hardenbroek van 6 april 2023, met twee producties;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 11 april 2023;
- spreekaantekeningen van mr. Heutinck-Gomes (namens [gedaagde01] );
- de brief van mr. Heutinck-Gomes van 17 april 2023;
- de brief van mr. Zuidema van 18 april 2023;
- de brief van mr. Heutinck-Gomes van 25 april 2023;
- de brief van mr. Zuidema van 1 mei 2023;
- de e-mail van mr. Heutinck-Gomes van 17 mei 2023;
- de brief van mr. Zuidema van 23 mei 2023;
- de brief van mr. Heutinck-Gomes van 24 mei 2023;
- de e-mail van de rechtbank van 5 juni 2023;
- de brief van mr. Heutinck-Gomes van 9 juni 2023, met daarbij gevoegd een akte uitlaten;
- de e-mail van de rechtbank van 9 juni 2023.
“ [gedaagde01] ”en
“ [eiseres01] ”. Onder beide namen staat een handtekening.
“ [gedaagde01] ”en
“ [eiseres01] ”. Onder beide namen staat een handtekening.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Samenvatting
Beoordeling vordering I tot en met IV
koopovereenkomsten, niet op
schenkingsovereenkomsten.
inhoudvan die verklaringen tot de conclusie kan leiden dat [gedaagde01] de woning aan [eiseres01] heeft geschonken. De rechtbank oordeelt dat de inhoud van de tweede verklaring, behoudens tegenbewijs, zelfstandig tot die conclusie kan leiden. De rechtbank licht dat toe, waarbij zij uitgaat van de vooralsnog hypothetische situatie dat [gedaagde01] die verklaring heeft ondertekend.
“de andere helft van de woning ook geef[t]”op het moment dat [eiseres01] hem vraagt de woning te verlaten. Hoewel in de verklaring niet expliciet staat aan wie [gedaagde01] de andere helft van de woning geeft, volgt uit het geheel van de verklaring dat hij die aan [eiseres01] geeft. Uit de hiervoor geciteerde woorden volgt bovendien dat [gedaagde01] de eerste helft van de woning op een eerder moment al aan [eiseres01] heeft gegeven. Uit de tweede verklaring volgt dus dat [gedaagde01] uiteindelijk de gehele woning aan [eiseres01] geeft: de eerste helft is al gegeven, de andere helft geeft [gedaagde01] op het moment dat [eiseres01] tegen [gedaagde01] zegt dat hij de woning moet verlaten.
schuldenaar. De voorwaarde waar [gedaagde01] naar verwijst [1] is afhankelijk van de wil van [eiseres01] . [eiseres01] is geen schuldenaar, maar beweerdelijk
schuldeiser. Ten tweede is de voorwaarde wel degelijk in vervulling gegaan. Voor zover [eiseres01] niet vóór de datum van dagvaarding tegen [gedaagde01] heeft gezegd dat hij de woning moet verlaten, is de voorwaarde in vervulling gegaan door middel van het uitbrengen van de dagvaarding. Daaruit blijkt immers afdoende dat [eiseres01] wil dat [gedaagde01] de woning verlaat.
“geef”in de tweede verklaring. [gedaagde01] heeft echter gemotiveerd betwist dat dat daaruit kan worden afgeleid. Volgens hem blijkt uit de tekst van de eerste verklaring juist dat het de bedoeling zou zijn geweest dat de hypotheek op de woning bleef rusten. De bewijslast ter zake rust op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv op [eiseres01] . De rechtbank draagt [eiseres01] daarom op te bewijzen dat [gedaagde01] haar heeft toegezegd de woning onbezwaard, althans vrij van hypotheek en beslag te zullen leveren. [5]
“geef”in de tweede verklaring besloten dat [gedaagde01] de kosten van levering voor zijn rekening zou nemen. [gedaagde01] heeft dat onvoldoende gemotiveerd betwist. Als komt vast te staan dat [gedaagde01] de woning aan [eiseres01] heeft geschonken, zal de rechtbank vordering IV dan ook toewijzen.
Bewijslevering
“ [gedaagde01] ”een authentieke handtekening is van [gedaagde01] ?
“ [gedaagde01] ”een authentieke handtekening is van [gedaagde01] ?
Overige beslissingen
5.De beslissing
binnen twee weken na de datum van dit vonnisper brief of e-mail (handel.planning.rb.rotterdam@rechtspraak.nl) de verhinderdagen van partijen, hun advocaten en de getuigen in de maanden
juli tot en met november 2023moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak;
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie);
- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen;
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn;
vier maandenna het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie;
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd;
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden;