ECLI:NL:RBROT:2023:5688

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 juni 2023
Publicatiedatum
30 juni 2023
Zaaknummer
C/10/634205 / HA ZA 22-177
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de aard van de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de hoogte van de uitkering

In deze zaak heeft [eiser01], een assurantietussenpersoon, een vordering ingesteld tegen De Goudse Schadeverzekeringen N.V. over de aanpassing van zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering. [eiser01] stelt dat de verzekering een sommenverzekering betreft, terwijl De Goudse aanvoert dat het een schadeverzekering is. De rechtbank heeft de procedure op 28 juni 2023 behandeld, waarbij de feiten en de correspondentie tussen partijen zijn besproken. De rechtbank concludeert dat de verzekering inderdaad een schadeverzekering is, waarbij de uitkering is gebaseerd op het daadwerkelijk geleden verlies aan inkomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat De Goudse de verzekerde bedragen terecht heeft aangepast op basis van het fiscale inkomen van [eiser01] over de jaren voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid. De vorderingen van [eiser01] zijn afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten van De Goudse, die zijn begroot op € 4.033,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.F. Koekebakker.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/634205 / HA ZA 22-177
Vonnis van 28 juni 2023
in de zaak van
[eiser01],
wonende te Blijham,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. M. Kremer te Groningen,
tegen
de naamloze vennootschap
GOUDSE SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Gouda,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. E.J. Eijsberg te Rotterdam.
Partijen zullen hierna [eiser01] en De Goudse genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 18 februari 2022, met producties 1 t/m 19;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie, met producties 1 en 2;
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie, met productie 20;
- de mondelinge behandeling, gehouden op 13 april 2023, en de ter gelegenheid daarvan door de advocaat van De Goudse, mr. A.H.M. van Noort, overgelegde spreekaantekeningen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
[eiser01] was werkzaam als assurantietussenpersoon bij zijn eigen assurantiekantoor. In dit kantoor, dat als juridische entiteit een vof was, zaten hijzelf en zijn echtgenote als vennoten. Omstreeks 1995 heeft [eiser01] via zijn eigen assurantiekantoor (volgens het polisblad uit 2012 op dat moment Wolters & Renkema Assurantiën genaamd) een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten bij Rijnmond Verzekeringsmaatschappij, een rechtsvoorganger van De Goudse. Op 15 juni 2012 is een nieuw polisblad voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering afgegeven met als wijzigingsdatum 25 mei 2012. Op het polisblad is onder meer het volgende vermeld:

Dekking:Verzekerde rubriek Verzekerd bedrag
[…]
Rubriek A EUR 73.472
Rubriek B EUR 46.121
[…]
Genoemde verzekerde bedragen stijgen jaarlijks per 1 februari 3% samengesteld
De eventuele uitkering stijgt jaarlijks per 1 februari 3% samengesteld
Voorwaarden Algemene voorwaarden Arbeidsongeschiktheidsverzekering, polismantelME-OAV Ondernemers AOV
Bijzondere voorwaarden: Zie bijgevoegd blad Bijzondere voorwaarden
2.2.
De bij de arbeidsongeschiktheidsverzekering van [eiser01] behorende bijzondere voorwaarden luiden onder meer als volgt:

Voorwaarden.
In afwijking van het polisblad zijn van toepassing de voorwaarden AV001.
[…]
clausule 501
Overeengekomen is, dat Confior Zorg en Inkomen bij een eventuele schade-claim het recht heeft om een bewijs van inkomen op te vragen. Indien dit bewijs van inkomen hiertoe aanleiding geeft, zullen de verzekerde bedragen worden verlaagd naar maximaal 80% van het inkomen, rekening houdend met de A.A.W.
2.3.
In de AV001-voorwaarden is, voor zover van belang, onder meer het volgende vermeld:

ARTIKEL 2 WAARTOE HEEFT RIJNMOND ZICH VERPLICHT?
Rijnmond heeft zich verplicht een uitkering te verlenen bij derving van inkomsten door de verzekerde tengevolge van zijn arbeidsongeschiktheid.
[…]
ARTIKEL 4 EERSTEJAARSRISICO RUBRIEK A
Arbeidsongeschiktheid is aanwezig indien de verzekerde rechtstreeks en uitsluitend door medisch vast te stellen gevolgen van ongeval en/of ziekte voor tenminste 25% ongeschikt is tot
het verrichten van de werkzaamheden verbonden aan het op zijn polisblad vermelde beroep, zoals dat voor deze beroepsbezigheden in de regel en redelijkerwijs van hem verlangd kan worden.
[…]
ARTIKEL 8 NA-EERSTEJAARSRISICO RUBRIEK B
Arbeidsongeschiktheid is aanwezig indien de verzekerde rechtstreeks en uitsluitend door medisch vast te stellen gevolgen van ongeval en/of ziekte voor tenminste 25% ongeschikt is
tot het verrichten van werkzaamheden die voor zijn krachten en opleiding en vroegere werkzaamheden in redelijkheid van hem verlangd kunnen worden.
[…]
ARTIKEL 10 CORRECTIEBEPALING RUBRIEK B
Indien en voor zolang de verzekerde in totaal aan inkomen na de ingetreden arbeidsongeschiktheid, met inbegrip van de uitkeringen krachtens deze polis of enige andere voorziening ter zake van inkomensderving wegens arbeidsongeschiktheid meer zou ontvangen dan een bedrag gelijkwaardig aan zijn normale inkomen voor de ingetreden arbeidsongeschiktheid, heeft Rijnmond het recht het meerdere in mindering te brengen op de uitkering krachtens deze polis.
Onder inkomen wordt in dit artikel verstaan inkomsten van verzekerde uit arbeid en/of winst uit onderneming in de zin van de wet op de Inkomstenbelasting.
Geldende investeringsregelingen zullen echter buiten beschouwing worden gelaten.
Normaal inkomen Onder normaal inkomen wordt in dit artikel verstaan de som van inkomens van de drie jaren voorafgaand aan het jaar waarin de arbeidsongeschiktheid intrad, elk geïndexeerd tot het jaar waarin deze bepaling van toepassing is, gedeeld door drie, […]
2.4.
Bij e-mail van 11 mei 2012 heeft de vrouw van [eiser01] aan De Goudse onder meer de volgende vraag gesteld:

Overeenkomstig de aov classificatie van Adfiz (clarus rapportage, zie bijlage) zou de ondernemers aov van de Goudse een sommenverzekering moeten zijn. Op clausuleblad 501 staat dat het een schadeverzekering is. Wilt u dit aanpassen.
2.5.
Bij e-mail van 31 mei 2012 heeft De Goudse - voor zover relevant - geantwoord:

het betreft hier een schadeverzekering
2.6.
In april 2014 is [eiser01] arbeidsongeschikt geworden, waarna hij een beroep heeft gedaan op zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering.
2.7.
Bij brief van 26 juni 2014 informeert De Goudse [eiser01] onder meer als volgt:

U heeft vanwege uw arbeidsongeschiktheid een beroep gedaan op uw arbeidsongeschiktheidsverzekering. U stuurde ons de financiële gegevens van de jaren 2010 tot en met 2013. […]
Uw verzekerde bedragen
Uw verzekerde bedragen zijn te hoog. U heeft namelijk meer verzekerd dan u gemiddeld in de jaren 2010 tot en met 2013 verdiende.
Op dit moment heeft u verzekerd:
Rubriek-A: € 77.946
Rubriek-B: € 48.930
In de afgelopen jaren verdiende u gemiddeld € 33.205. U heeft dus meer verzekerd dan u verdiende. Ik vraag aan onze afdeling AOV-acceptatie om te beoordelen of en naar welke hoogte de verzekerde bedragen aangepast moet worden.
2.8.
Bij brief van 15 juli 2014 informeert De Goudse [eiser01] onder meer als volgt:

Mate van uw arbeidsongeschiktheid
De mate van uw arbeidsongeschiktheid handhaven wij in de arbeidsongeschiktheidsklasse 80-100%. Dit adviseert de arbeidsdeskundige namelijk in zijn rapport. Bij de arbeidsongeschiktheidsklasse van 80-100% hoort een uitkeringspercentage van 100%.
2.9.
Bij brief van 16 juli 2014 informeert De Goudse [eiser01] - voor zover relevant - als volgt:

Wijziging van de hoogte van de verzekerde bedragen op uw polis
In onze brief van 26 juni hebben wij aangegeven dat uw verzekerde bedragen te hoog zijn. Om twee redenen worden uw verzekerde bedragen gewijzigd.
Ten eerste is uw arbeidsongeschiktheidsverzekering een inkomensdervingsverzekering. Dat betekent dat u niet meer mag verzekeren dan wat u verdient.
Ten tweede is in de wet vastgelegd dat er bij schade niet meer uitgekeerd mag worden dan de schade die u werkelijk lijdt. Dat is het zogenaamde indemniteitsbeginsel.
Wijziging verzekerde bedragen
Over de jaren 2011 t/m 2013 verdiende u gemiddeld € 33.205. Dit betekent dat de verzekerde bedragen worden aangepast naar:
Rubriek A: € 33.205
Rubriek B: € 26.564 (80% van het verzekerde bedrag van Rubriek A).
De wijziging wordt met terugwerkende kracht per 1 februari 2011 (de hoofdpremie vervaldatum) doorgevoerd. Teveel betaalde premie wordt verrekend.
2.10.
Bij brief van 21 juli 2014 heeft [eiser01] bezwaar gemaakt tegen de verlaging van de verzekerde bedragen. Hij schrijft onder meer het volgende:

Naar aanleiding van uw schrijven van 16 juli jl, waarin u stelt dat de verzekerde bedragen te hoog zijn wil ik u hierbij graag uiteenzetten dat uw berekening niet correct is. Tevens geef ik u aan hoe wij in het verleden zijn gekomen tot het verzekerde bedrag van Rubriek A.
Ons bedrijf is weliswaar een vof, maar de inkomsten worden nagenoeg volledig gegenereerd door mij als buitendienst. Dat zou ook betekenen dat mijn winst uit onderneming het dubbele zou moeten zijn dan dat u in de jaarstukken hebt kunnen lezen. Aangezien het als vof met mijn vrouw fiscaal veel voordeliger is de w.u.o. te delen, is dat zo doorgevoerd.
Daarnaast is het zo dat vanaf 2010 de wuo nogal wordt gedrukt door een fiscale afschrijving door de in 2010 aangekochte portefeuille. Dit is echter zoals u wellicht bekend is geen echte kostenpost van de onderneming, maar verlaagt wel mijn persoonlijke wuo. Ik ben van mening dat u deze afschrijvingspost niet mee mag nemen in uw calculatie.
2.11.
Bij brief van 1 augustus 2014 heeft De Goudse - voor zover relevant - als volgt gereageerd:

Vaststellen Verzekerd bedrag
Bij het aangaan van de verzekering wordt bij het vaststellen van de hoogte van het verzekerd bedrag gevraagd naar uw persoonlijke inkomen. De manier hoe de winst binnen de VOF wordt verdeeld, wordt daarbij buiten beschouwing gelaten. De arbeidsongeschiktheidsverzekering is een persoonlijke inkomensverzekering.
2.12.
In reactie schreef [eiser01] aan De Goudse op 6 augustus 2014 de volgende brief:

Ik heb u aangegeven dat om fiscale redenen de verdeling van de winst uit onderneming op basis van 50% is aangehouden. Ik heb dit met onze accountant besproken en ik verneem gaarne uw standpunt wanneer de winstverdeling over de jaren 2011 t/m 2013 opnieuw zou worden vastgesteld op basis van een verdubbeling van mijn deel.
Verder gaat u in het geheel niet in op de lagere winst in genoemde jaren door de forse afschrijvingen i.v.m. onder meer een portefeuilleaanschaf. Ook dit heb ik besproken met de accountant en het is zeer gebruikelijk deze fiscale winstbeperking buiten beschouwing te laten bij het vaststellen van de winst uit onderneming in geval van arbeidsongeschiktheid. Ook hierover ontvang ik gaarne uw reactie.
2.13.
Het antwoord van De Goudse blijkt uit haar brief van 15 augustus 2014:

Winstdeling VOF
Uw situatie is opnieuw voorgelegd aan de afdeling acceptatie. De richtlijn is dat het bedrag dat wordt opgegeven voor de inkomstenbelasting aan de belastingdienst, het uitgangspunt is voor het bedrag dat een individu kan verzekeren voor zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering. De vraag wat De Goudse zou doen als de winstverdeling binnen de VOF opnieuw zou worden vastgesteld, kan niet worden beantwoord omdat dit niet het geval is geweest. De Goudse kan geen uitspraken doen over hoe (fictieve) veranderingen met terugwerkende kracht beoordeeld zouden zijn.
Lagere winst
Na een analyse van uw jaarcijfers is onder meer het volgende gebleken:
-
De door u genoemde afschrijvingen (als gevolg van de betaling van de goodwill voor overname van een portefeuille in 2010) zijn wel toegenomen, maar verklaren voor een klein deel de sterke daling van het bedrijfsresultaat van 2012 en 2013;
-
De lagere winst zou voor een groter deel te verklaren kunnen zijn door onder andere een toename van de personeelskosten en een toename van de huisvestingskosten;
-
Verder valt het ons op dat de winst vanaf 2012 plotseling lijkt te dalen, terwijl de jaren 2009 t/m 2011 een stabiel beeld laten zien.
Samengevat kan gesteld worden dat niet zozeer de afschrijvingen, maar andere factoren hebben bijgedragen aan de lagere winst van uw onderneming. Wij blijven daarom bij ons standpunt dat de verzekerde bedragen terecht zijn aangepast naar het juiste bedrag.
2.14.
Partijen hebben nadien nog meer correspondentie gevoerd. Voor zover van belang, zal daar in het hiernavolgende naar worden verwezen.

3..Het geschil

in conventie

3.1.
[eiser01] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
I. een verklaring voor recht dat De Goudse ten onrechte – met terugwerkende kracht per 1 februari 2014 – de onder de rubrieken A en B verzekerde bedragen heeft aangepast en daarom aan [eiser01] over de periode van zijn arbeidsongeschiktheid dient te voldoen het aan zijn percentage arbeidsongeschiktheid gerelateerde gedeelte van het in rubriek A verzekerde bedrag van € 73.472,00 en het in rubriek B verzekerde bedrag van € 48.930,00, te indexeren op de wijze zoals in de polis is aangeduid, te vermeerderen met hetgeen [eiser01] aan premies te veel heeft betaald en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum van verschuldigdheid daarvan tot die van algehele voldoening;
subsidiair:
II. een verklaring voor recht dat de door [eiser01] afgesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering ten aanzien van het verzekerde in rubriek A een sommenverzekering betreft, dat De Goudse daarom aan [eiser01] over de periode van zijn arbeidsongeschiktheid dient te voldoen het aan zijn percentage arbeidsongeschiktheid gerelateerde gedeelte van het in rubriek A verzekerde bedrag van € 73.472,00, te indexeren op de wijze zoals in de polis is aangeduid, te vermeerderen met hetgeen [eiser01] aan premies te veel heeft betaald en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum van verschuldigdheid daarvan tot die van algehele voldoening; alsmede
III. een verklaring voor recht dat De Goudse onder de verzekerde rubriek B aan [eiser01] verschuldigd is een uitkering die is gebaseerd op zijn winst uit onderneming over de drie jaren vóór het intreden van zijn arbeidsongeschiktheid, vermeerderd met de in die periode door hem gedane fiscale afschrijvingen op de investeringen in zijn onderneming, een en ander zoals opgenomen in de belastingaanslagen over deze periode, gedeeld door drie (jaren), te indexeren op de wijze zoals in de polis is aangeduid, te vermeerderen met hetgeen [eiser01] aan premies te veel heeft betaald en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum van verschuldigdheid daarvan tot die van algehele voldoening;
meer subsidiair:
IV. een verklaring voor recht dat de door [eiser01] afgesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering ten aanzien van het verzekerde in rubriek A een sommenverzekering betreft, dat De Goudse daarom aan [eiser01] over de periode van zijn arbeidsongeschiktheid dient te voldoen het aan zijn percentage arbeidsongeschiktheid gerelateerde gedeelte van het in rubriek A verzekerde bedrag van € 73.472,00, te indexeren op de wijze zoals in de polis is aangeduid, te vermeerderen met hetgeen [eiser01] aan premies te veel heeft betaald en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum van verschuldigdheid daarvan tot die van algehele voldoening; alsmede
V. voor recht te verklaren dat De Goudse onder de verzekerde rubriek B aan [eiser01] verschuldigd is een uitkering die is gebaseerd op zijn totaalwinst uit onderneming over de drie jaren vóór het intreden van zijn arbeidsongeschiktheid, vermeerderd met de op grond van een berekening van de aan die periode werkelijk toe te rekenen afschrijvingen op de investeringen in zijn onderneming (dat wil zeggen een berekening waarbij de investeringen worden afgeschreven over de werkelijke periode van het gebruik daarvan), gedeeld door drie (jaren), te indexeren op de wijze zoals in de polis is aangeduid, te vermeerderen met hetgeen [eiser01] aan premies te veel heeft betaald en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum van verschuldigdheid daarvan tot die van algehele voldoening;
zowel primair, subsidiair als meer subsidiair:
VI. De Goudse te veroordelen [eiser01] een berekening van het door haar – conform dit vonnis – aan [eiser01] verschuldigde ter hand te stellen;
VII. De Goudse te veroordelen tot betaling van al hetgeen zij uit hoofde van dit vonnis aan [eiser01] is verschuldigd (de correct berekende en geïndexeerde verzekerde bedragen, de premieteruggave en de door De Goudse hierover verschuldigde wettelijke rente);
VIII. De Goudse te veroordelen tot betaling van € 2.775,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
IX. De Goudse te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
3.2.
De Goudse voert verweer en heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van [eiser01] , met veroordeling van [eiser01] in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in voorwaardelijke reconventie
3.4.
Onder de voorwaarde dat de rechtbank van oordeel zou zijn dat [eiser01] niet aan de zijdens hem gedane erkenningen is gebonden en/of hij zijn recht om op de eerder door hem ingenomen standpunten terug te komen niet heeft verwerkt, dan wel de vordering van [eiser01] op andere gronden alsnog inhoudelijk wordt beoordeeld, stelt De Goudse een eis in reconventie in. Zij vordert in dat geval een verklaring voor recht dat de uitkeringen worden vastgesteld op de wijze zoals door De Goudse in conventie betoogd en [eiser01] , bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen het door De Goudse teveel betaalde en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende conclusie van eis in reconventie, aan De Goudse te restitueren.
3.5.
[eiser01] voert verweer en heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van De Goudse in reconventie, met veroordeling van De Goudse in de proceskosten, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

in conventie

Schadeverzekering of sommenverzekering
4.1.
[eiser01] heeft aan zijn vorderingen onder meer ten grondslag gelegd dat zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering een sommenverzekering betreft, waarbij onverschillig is of en in hoeverre met de uitkering de daadwerkelijk door hem geleden schade wordt vergoed. De Goudse had volgens [eiser01] dan ook niet de verzekerde bedragen mogen aanpassen. Volgens De Goudse is de arbeidsongeschiktheidsverzekering van [eiser01] echter een schadeverzekering.
4.2.
Gelet op dit geschilpunt tussen partijen komt het aan op een uitleg van de tussen partijen gesloten verzekeringsovereenkomst. Voor deze uitleg wordt, nu niet is gesteld of gebleken dat er over de polisvoorwaarden is onderhandeld, met name gekeken naar de bewoordingen waarin de relevante bepalingen zijn gesteld, gelezen in het licht van de polisvoorwaarden als geheel en in het licht van de in voorkomend geval bij de polisvoorwaarden behorende toelichting. Daarnaast kan ook acht geslagen worden op
de betekenis van een gebruikt begrip in het algemeen spraakgebruik, het met de relevante bepaling(en) beoogde doel en de aard en het karakter van de verzekering.
4.3.
Tegen deze achtergrond overweegt de rechtbank als volgt. In artikel 2 van de AV001-voorwaarden is bepaald dat De Goudse een uitkering verleent bij derving van inkomen door de verzekerde. Daarnaast volgt uit artikel 10 van die voorwaarden dat De Goudse ten aanzien van de uitkering van rubriek B het recht heeft om de uitkering te verminderen wanneer de verzekerde meer zou ontvangen dan een bedrag gelijkwaardig aan zijn normale inkomen voorafgaand aan de ingetreden arbeidsongeschiktheid. Daarnaast volgt uit clausule 501 van de bij de arbeidsongeschiktheidsverzekering van [eiser01] behorende bijzondere voorwaarden dat De Goudse bij een eventuele
schadeclaim de mogelijkheid heeft om de verzekerde bedragen te verlagen naar maximaal 80% van het inkomen indien het bewijs van inkomen daartoe aanleiding geeft. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen rubriek A en B; in beginsel kan De Goudse deze verlaging doorvoeren ten aanzien van beide rubrieken. Dit alles duidt erop dat de strekking van de verzekering is om de verzekerde te compenseren voor daadwerkelijk geleden verlies aan inkomen. Nu [eiser01] destijds zelf werkzaam was als assurantietussenpersoon en dus zeer relevante kennis van zaken had, moet dit hem ook duidelijk zijn geweest.
Hierbij komt nog het volgende. De echtgenote van [eiser01] heeft op 11 mei 2012 na ontvangst van het gewijzigde polisblad en namens het door haar met haar man gevoerde assurantiekantoor, via welk kantoor de verzekering was afgesloten, aan De Goudse in een
e-mail geschreven dat de arbeidsongeschiktheidsverzekering een sommenverzekering zou moeten zijn maar dat uit clausule 501 volgt dat de verzekering een schadeverzekering is. Zij verzoekt om dit aan te passen. In reactie op deze e-mail heeft De Goudse bij e-mail van 31 mei 2012 aan de echtgenote van [eiser01] , onder verwijzing naar een door hen op 30 mei 2012 gevoerd telefoongesprek, kenbaar gemaakt dat de arbeidsongeschiktheidsverzekering een schadeverzekering betreft. Het ligt voor de hand dat deze informatie op dat moment ook bij [eiser01] bekend was. Als dat al niet zo zou zijn, kan deze informatie aan hem worden toegerekend nu zijn echtgenote namens het assurantiekantoor en dus namens hem optrad bij het afsluiten en het wijzigen van de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Niet gesteld of gebleken is dat nadien nog nadere correspondentie hierover is gevoerd dan wel er andere afwijkende afspraken op dit punt zijn gemaakt. Tussen partijen was in ieder geval vanaf dat moment dus in confesso dat de door [eiser01] afgesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering een schadeverzekering en geen sommenverzekering betrof, en dat dit zowel voor rubriek A als voor rubriek B gold. Op basis van deze overwegingen concludeert de rechtbank dat de arbeidsongeschiktheidsverzekering van [eiser01] strekt tot dekking van schade, niet tot uitkering van een daar niet aan gerelateerde verzekerde som.
4.4.
Aan het voorgaande staat niet in de weg dat, zoals [eiser01] stelt, De Goudse clausule 501 per 1 februari 2014 niet van toepassing heeft verklaard op de verzekeringsovereenkomst. Het polisblad met als wijzigingsdatum 1 februari 2014 is, evenals de bijzondere voorwaarden, afgegeven op 2 februari 2018 met als reden voor de afgifte: de verlaging van de verzekerde som. De aanleiding hiervoor is juist de discussie tussen partijen geweest over de aanpassing van het inkomen op grond van clausule 501 naar aanleiding van de arbeidsongeschiktheidsmelding van [eiser01] . Hoewel het niet opnemen van artikel 501 door De Goudse in de bijzondere voorwaarden in 2018 als onzorgvuldig kan worden aangemerkt, kan hieraan niet de door [eiser01] gewenste conclusie worden verbonden dat dit artikel niet van toepassing was op het moment van het intreden van de arbeidsongeschiktheid. Ook het verweer van [eiser01] dat clausule 501 en artikel 10 AV001 zich niet met elkaar verdragen en dat onduidelijk is waartoe toepassing van beide clausules zou moeten leiden, slaagt niet. Clausule 501 betreft een (mogelijke) beperking op de omvang van de verzekerde bedragen, terwijl artikel 10 AV001 betrekking heeft op de mogelijkheid van De Goudse om de uiteindelijke uitkering niet hoger te laten zijn dan het normale inkomen voor de ingetreden arbeidsongeschiktheid. Deze clausules hebben zodoende ieder een eigen uitwerking en kunnen aldus naast elkaar van toepassing zijn. Ten slotte is clausule 501 in tegenstelling tot hetgeen [eiser01] heeft aangevoerd niet dermate onduidelijk dat een beroep hierop De Goudse niet toekomt.
Inkomensbegrip
4.5.
De logische vervolgvraag is wat de hoogte is van de schade die is gedekt onder de arbeidsongeschiktheidsverzekering van [eiser01] . Tussen partijen is niet in geschil dat [eiser01] arbeidsongeschikt is, dat hij de inkomstenderving die daar het gevolg van is heeft verzekerd en dat het fiscale inkomen van [eiser01] over de jaren 2010/2011 tot en met 2013 per jaar € 33.205 bedroeg. Partijen verschillen echter van inzicht over de uitgangspunten die bij de berekening van het verzekerde inkomen dienen te worden gehanteerd.
4.6.
[eiser01] voert, naar de rechtbank begrijpt, ter onderbouwing van zijn standpunt het volgende aan. De Goudse heeft een verkeerde invulling gegeven aan het begrip ‘winst uit onderneming’. Met winst uit onderneming in de zin van de wet op de Inkomstenbelasting (hierna: ‘wet IB’) zoals omschreven in art. 10 AV001 is bedoeld de totaalwinst van de onderneming als bedoeld in artikel 3.8 wet IB. In dit artikel is bepaald dat winst uit onderneming het bedrag is van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit een onderneming. Hierop zal een correctie moeten worden gemaakt voor de kosten van investeringen die daadwerkelijk aan deze periode zijn toe te rekenen (negatieve post) en een correctie voor afschrijvingen op gedane investeringen (positieve post). Dit sluit veel meer aan bij de realiteit dan uitgaan van de fiscale jaarwinsten over de relevante jaren en dus met de fiscale afschrijvingen op gedane investeringen, zoals De Goudse doet. Dat een en ander aldus moet worden berekend, volgt ook uit artikel 10 AV001 waar staat dat dat geldende investeringsregelingen buiten beschouwing worden gelaten.
Deze jaarwinst is ook wat [eiser01] heeft willen verzekeren, de totale winst die hij genereerde met zijn onderneming. Dat hij met zijn echtgenote in een vof zat, maakt dit niet anders. [eiser01] genereerde de inkomsten. Zijn vrouw verrichtte slechts administratieve taken voor het assurantiekantoor. Slechts om fiscale redenen heeft [eiser01] ervoor gekozen om met zijn vrouw een vof te vormen.
4.7.
De Goudse voert hiertegen het volgende als verweer aan. Met de term ‘inkomen’ in artikel 10 AV001 wordt verwezen naar inkomsten uit arbeid en/of winst uit onderneming in de zin van de wet IB. Nu [eiser01] geen dienstverband had, was sprake van (inkomen in de vorm van) winst uit onderneming. In de wet IB is in artikel 3.2 een definitie van winst uit onderneming gegeven. In dit artikel is bepaald dat belastbare winst uit onderneming het gezamenlijke bedrag is van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit een of meer ondernemingen, verminderd met de ondernemersaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Voor het vaststellen van het inkomen van [eiser01] moet alleen worden uitgegaan van het aan [eiser01] toekomende aandeel van de winst (en dus niet ook van het aandeel van zijn vrouw) en moeten de afschrijvingen op het resultaat in mindering worden gebracht. Dit heeft [eiser01] zelf ook altijd zo gedaan in zijn belastingaangiften. Afgezien van het punt van de afschrijvingen is [eiser01] tot het moment van dagvaarden ook altijd van deze uitleg uitgegaan. Verwezen wordt naar de tussen partijen gevoerde correspondentie, in het bijzonder de brief van mr. Suls van 13 januari 2020.
De term investeringsregelingen in artikel 10 AV001 is iets anders dan afschrijvingen. Geldende investeringsregelingen zijn de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, de milieu investeringsaftrek en de energie-investeringsaftrek zoals ook blijkt uit de website van de belastingdienst. Conform de polisvoorwaarden worden geldende investeringsregelingen buiten beschouwing gelaten
4.8.
De rechtbank overweegt als volgt. Tussen partijen is in geschil welk inkomen is verzekerd in de tussen hen geldende arbeidsongeschiktheidsverzekering, en meer in het bijzonder wat wordt bedoeld met winst uit onderneming in de zin van de wet IB, zoals opgenomen in artikel 10 AV001. [eiser01] stelt dat hiermee wordt bedoeld totaalwinst als omschreven in artikel 3.8 wet IB. De Goudse verwijst naar artikel 3.2 wet IB waar een definitie wordt gegeven van belastbare winst uit onderneming.
Voor de wijze van uitleg van de verzekeringsovereenkomst verwijst de rechtbank naar hetgeen zij hiervoor in 4.2 heeft overwogen.
4.9.
De enige begripsbepaling van ‘inkomen’ die in de tussen partijen geldende overeenkomst is opgenomen, is de bepaling vermeld in artikel 10 AV001. Onder inkomen wordt blijkens dat artikel verstaan: inkomsten van verzekerde uit arbeid en/of winst uit onderneming in de zin van de wet IB. Bij gebreke van enige andere aanwijzing over de uitleg van het begrip ‘inkomen’ in de polis, de bijzondere voorwaarden en de AV001, ligt het voor de hand dat voor de uitleg van de gehele verzekering van dit inkomensbegrip wordt uitgegaan. Partijen stellen ook niet dat dit anders is.
4.10.
Duidelijk is dat De Goudse met deze definitie heeft willen overeenkomen dat voor het bepalen van het inkomen in de arbeidsongeschiktheidsverzekering aansluiting wordt gezocht bij het fiscale winstbegrip (voor verzekerden die niet in dienstverband werkzaam zijn). Deze (fiscale) winst wordt berekend aan de hand van onder meer de fiscale afschrijvingen op gedane investeringen. Zoals De Goudse onbetwist heeft gesteld, is dit door [eiser01] ook aldus opgenomen in zijn belastingaangiften. Hiervan uitgaande is irrelevant van welk artikel in de wet IB moet worden uitgegaan bij het bepalen van de winst. Immers, in beide door partijen genoemde artikelen wordt de winst (mede) bepaald door uit te gaan van de fiscale afschrijvingen op gedane investeringen.
Voorts geldt dat de arbeidsongeschiktheidsverzekering van [eiser01] een verzekering betreft waarmee [eiser01] een derving van zijn eigen inkomsten heeft verzekerd (artikel 2 AV001. Voor het verzekerd inkomen moet dus worden gekeken naar hetgeen [eiser01] als inkomsten/winst uit zijn onderneming genoot. Dit betekent dat het (fiscale) inkomen van de echtgenote van [eiser01] als vennoot in de vof geen onderdeel is van het verzekerde inkomen van [eiser01] . Dat, zoals [eiser01] stelt, de fiscale situatie tussen hem en zijn echtgenote anders is dan de realiteit maakt dit niet anders. Immers, [eiser01] heeft op basis van de verzekeringsovereenkomst alleen zijn eigen (inkomen in de vorm van) winst uit onderneming verzekerd.
Het voorgaande wordt niet anders doordat in artikel 10 AV001 is opgenomen dat geldende investeringsregelingen buiten beschouwing blijven. Tegenover het onderbouwde verweer van De Goudse dat hiermee is gedoeld op de door haar genoemde drie investeringsregelingen, heeft [eiser01] zijn stelling dat deze zinsnede ziet op de door hem bedoelde afschrijvingen onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd.
Conclusie
4.11.
De Goudse heeft dus terecht het fiscale inkomen van [eiser01] over de relevante jaren als uitgangspunt genomen voor de berekening van het verzekerde inkomen. Zij heeft conform clausule 501 en artikel 10 AV001 op basis van het gemiddelde inkomen van de drie voorafgaande jaren aan het jaar waarin de arbeidsongeschiktheid intrad de verzekerde bedragen mogen aanpassen naar € 33.205 (rubriek A) en € 26.564 (rubriek B), de bedragen waarvan als onbetwist vaststaat dat ze overeenstemmen met het jaarlijkse fiscale inkomen van [eiser01] over die periode, respectievelijk 80% daarvan. Op basis hiervan komt de rechtbank tot de conclusie dat de in conventie gevorderde verklaringen voor recht, alsook de daarmee samenhangende nevenvorderingen, niet toewijsbaar zijn.
Proceskosten
4.12.
[eiser01] zal in conventie als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van De Goudse worden begroot op:
- griffierecht € 2.837,00
- salaris advocaat
€ 1.196,00(2 punten × tarief € 598,00)
Totaal € 4.033,00
in voorwaardelijke reconventie
4.13.
De Goudse heeft aangevoerd dat zij uit coulance het verzekerde bedrag in rubriek A niet heeft verlaagd tot 80% van het gemiddelde inkomen, terwijl zij daar op grond van clausule 501 wel toe gerechtigd zou zijn, en dat zij – eveneens uit coulance – bij de berekening van de verzekerde bedragen de ondernemersaftrek en de MKB-vrijstelling niet in mindering heeft gebracht op de belastbare winst, terwijl zij daar op grond van artikel 3.2 wet IB wel toe gerechtigd zou zijn. Zij heeft haar reconventionele vordering tot terugbetaling van het aldus te veel betaalde gedaan onder de voorwaarde zoals omschreven in alinea 3.4 van dit vonnis.
4.14.
De rechtbank begrijpt die voorwaarde zo, dat De Goudse haar recht om de uit coulance gehanteerde berekeningsmethodes ongedaan te maken en het te veel betaalde terug te vorderen heeft willen voorbehouden voor het geval de vorderingen in conventie zouden worden toegewezen. Aangezien de vorderingen in conventie worden afgewezen, is aan die voorwaarde niet voldaan. De rechtbank komt dan ook niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de vordering in reconventie en zal op deze vordering niet beslissen.

5..De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiser01] in de proceskosten, aan de zijde van De Goudse tot op heden begroot op € 4.033,00;
5.3.
verklaart dit vonnis, voor zover het de proceskostenveroordeling betreft, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Koekebakker en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2023.
3533/1582