In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 juni 2023 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [naam kind01] en [naam kind02]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 21 juni 2021 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 21 april 2023 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling opnieuw te verlengen voor de duur van een jaar. Tijdens de mondelinge behandeling, die met gesloten deuren plaatsvond, waren de ouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de kinderen ernstig wordt bedreigd door trauma's uit het verleden, veroorzaakt door de conflicten tussen de ouders. De kinderen hebben in het verleden geen contact gehad met hun vader, maar na de scheiding van de moeder en de stiefvader hebben zij aangegeven weer contact te willen. De kinderrechter heeft de noodzaak van de verlenging van de ondertoezichtstelling onderbouwd met de behoefte aan verdere hulpverlening en het monitoren van de ontwikkeling van de kinderen. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 21 juni 2024, met de verklaring dat de beschikking uitvoerbaar is bij voorraad.
De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de ouders zijn geïnformeerd over hun recht om in hoger beroep te gaan tegen deze beschikking. De kinderrechter benadrukt het belang van het verbeteren van de communicatie tussen de ouders en het monitoren van het contact tussen de kinderen en hun vader.