Op 13 juni 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken C/10/655498 / JE RK 23-750 en C/10/658560 / JE RK 23-1247, betreffende de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de minderjarige [naam kind01]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengd tot 27 november 2023, maar het verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) om een machtiging voor gesloten jeugdhulp afgewijzen. De kinderrechter oordeelde dat de ontwikkeling van [naam kind01] nog steeds ernstig wordt bedreigd, aangezien hij niet naar school gaat en geen dagbesteding heeft. De GI had verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen tot aan de meerderjarigheid van [naam kind01] en om hem in een gesloten accommodatie te plaatsen vanwege zijn agressieve gedrag en eerdere incidenten. Tijdens de zitting is [naam kind01] gehoord, evenals zijn moeder en een vertegenwoordiger van de GI. De moeder gaf aan dat zij een uithuisplaatsing niet passend vindt en dat het beter gaat met [naam kind01] nu hij weer bij haar woont. De kinderrechter concludeerde dat een gesloten plaatsing geen passende maatregel is, omdat [naam kind01] al bij zijn moeder verblijft en zij beiden openstaan voor hulpverlening. De kinderrechter verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 28 juni 2023.