Op 9 juni 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind01]. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig waren. De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01], die momenteel verblijft in [detentieadres01]. De Raad heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam kind01] tot aan zijn meerderjarigheid en om een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De Raad heeft aangegeven dat de moeder ondersteuning nodig heeft en dat de huidige situatie van [naam kind01] zorgwekkend is, gezien zijn zelfbepalend gedrag en de spanningen in de thuissituatie.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind01] en dat de thuissituatie kwetsbaar is. De moeder is overbelast en kan de veiligheid van [naam kind01] niet waarborgen. De kinderrechter heeft besloten om [naam kind01] onder toezicht te stellen tot zijn meerderjarigheid op 12 december 2023 en heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend, eveneens tot 12 december 2023. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.