ECLI:NL:RBROT:2023:5489

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
C/10/653071 / JE RK 23-399
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing van een kwetsbaar meisje met gedragsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 februari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een kwetsbaar meisje, hierna te noemen [naam kind01]. De moeder van [naam kind01] is belast met het ouderlijk gezag en heeft haar zorgen geuit over de situatie van haar dochter, die momenteel in een crisisopvang verblijft. De kinderrechter heeft eerder, op 17 februari 2023, een tijdelijke machtiging verleend voor uithuisplaatsing voor de duur van vier weken, en de GI heeft nu verzocht om deze machtiging te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling, die loopt tot 2 september 2023.

Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er zorgen zijn over het gedrag van [naam kind01], die moeite heeft met het reguleren van emoties en zich niet gehoord voelt in de thuissituatie. De moeder heeft aangegeven dat zij het niet nodig vond dat [naam kind01] een time-out kreeg, maar begrijpt de noodzaak ervan. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er regelmatig conflicten zijn in de thuissituatie en dat er zorgen zijn over het (seksueel) grensoverschrijdende gedrag van [naam kind01].

De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, maar voor een kortere duur dan verzocht, namelijk tot 17 mei 2023. Dit besluit is genomen in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind01]. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat er diagnostiek moet plaatsvinden om meer helderheid te krijgen over de emotionele en sociale ontwikkeling van [naam kind01]. De verdere behandeling van het verzoek van de GI zal plaatsvinden op 10 mei 2023, waarbij de GI wordt verzocht om een rapportage over de stand van zaken te overleggen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/653071 / JE RK 23-399
Datum uitspraak: 22 februari 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] , geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. S. Ben Ahmed, te Rotterdam.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 17 februari 2023, met de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de briefrapportage van de GI van 20 februari 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 22 februari 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [naam kind01] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam02] .

De feiten

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01] .
[naam kind01] verblijft op de crisisopvang.
De kinderrechter heeft [naam kind01] bij beschikking van 2 september 2022 onder toezicht gesteld tot 2 september 2023.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 17 februari 2023 een machtiging verleend [naam kind01] uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van vier weken. Het overig verzochte is aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De GI verzoekt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Thans resteert de periode tot 2 september 2023.
De GI handhaaft het verzoek ter zitting en licht dit als volgt toe. [naam kind01] is afgelopen vrijdagavond naar de crisisopvang gegaan. Een time-out was noodzakelijk omdat er een grote kans op escalatie in de thuissituatie bestond. Er is een groot overleg op de crisisopvang geweest, waarin is besproken welke hulpverlening er ingezet moet worden, zoals ASH of psycho-educatie. De moeder wil hier over nadenken. [naam kind01] is een beïnvloedbaar en kwetsbaar meisje wat sociaal beneden gemiddeld functioneert. Het is lastig voor haar als de moeder streng optreedt. [naam kind01] heeft het gevoel dat er niet naar haar wordt geluisterd. Er is een betrokken moeder, maar de GI vraagt zich af of zij voldoende kan aansluiten bij wat [naam kind01] nodig heeft. De moeder heeft aangegeven dat zij zich zorgen maakt over het telefoongebruik van [naam kind01] . Op dit moment is er geen ruimte om terug te werken naar huis. Het is van belang dat er hulpverlening wordt ingezet binnen het gezin en dat er handvatten worden geboden om met de situatie om te gaan. Desgevraagd geeft de GI aan dat een verlenging voor een kortere duur een mogelijkheid is, om in deze periode hulpverlening op te starten en te bezien hoe dat verloopt.

Het standpunt van de belanghebbende

Namens en door de moeder is ter zitting het volgende standpunt naar voren gebracht. De moeder vond het niet nodig dat [naam kind01] een time-out kreeg. Dit was het verzoek van [naam kind01] . De moeder is echter geschrokken van het verzoek van de GI om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling. De moeder begrijpt de time-out, maar heeft ook zorgen over [naam kind01] op de crisisopvang.
In het gezinsplan is te lezen dat een crisisopvang niet de juiste plek is voor [naam kind01] , gelet op het niveau waarop [naam kind01] functioneert. Het risico bestaat dat [naam kind01] de verkeerde kant op gaat nu zij op een open groep zit. De moeder ziet daarnaast een verandering in negatieve zin bij [naam kind01] sinds zij naar School2care gaat. Er is vanuit School2care geen contact opgenomen met de moeder, terwijl dit wel toegezegd was. Dat vindt de moeder lastig. De moeder verzoekt primair om het verzoek af te wijzen en subsidiair om het verzoek voor een kortere periode toe te wijzen. De moeder twijfelt over de hulpverlening van ASH nu er al eerder hulpverlening is ingezet vanuit de Hoop. De moeder is wel van mening dat er hulp nodig is voor [naam kind01] om aan haar ontwikkeling te werken.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek).
[naam kind01] is een kwetsbaar meisje met gedragsproblemen. Er is regelmatig sprake van conflicten in de thuissituatie en er bestaan zorgen over het (seksueel) grensoverschrijdende gedrag van [naam kind01] . [naam kind01] voelt zich niet gehoord thuis en heeft moeite met het reguleren van stress en emoties. De communicatie tussen [naam kind01] en de moeder is ernstig verstoord. Omdat er een escalatie in de thuissituatie heeft plaatsgevonden is er gekozen voor een time-out van [naam kind01] op de crisisopvang. De komende periode is het van belang dat met instemming van alle betrokkenen de juiste hulpverlening wordt ingezet, om ervoor te zorgen dat [naam kind01] zich gezien en gehoord voelt en tegelijkertijd duidelijk weet aan welke regels zij zich moet houden. Op zo kort mogelijke termijn zou duidelijk moeten worden op welke wijze, bijvoorbeeld door het inzetten van een buddy, [naam kind01] het gesprek met haar moeder opnieuw wil aangaan. Daarnaast lijkt het goed dat er ook diagnostiek bij [naam kind01] plaatsvindt, zodat er meer helderheid komt over haar emotionele en sociale leeftijd en er psycho-educatie voor de moeder mogelijk is, indien dit nodig is. [naam kind01] heeft een ingrijpend verleden gekend en de Hoop heeft een reactieve hechtingsstoornis vastgesteld, waar de moeder zich niet geheel in kan vinden. De kinderrechter verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing voor een kortere duur dan verzocht, te weten tot 17 mei 2023. Het overig verzochte zal worden aangehouden tot de hierna bepaalde zittingsdatum. De kinderrechter verzoekt de GI alsdan te rapporteren over de laatste stand van zaken en daarbij aan te geven of het resterende deel van het verzoek al dan niet gehandhaafd wordt.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 17 mei 2023;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing op het verzoek voor het overige aan en bepaalt dat de verdere behandeling van het verzoek van de GI zal plaatsvinden op
10 mei 2023 te 15:00 uur;in het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100/125 te Rotterdam.
De zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. K.J. van den Herik, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI en de moeder;
gelast de oproeping van [naam kind01] kindgesprek tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip;
verzoekt de GI
twee wekenvoor de zittingsdatum de kinderrechter de verzochte rapportage (met afschrift aan de moeder) te doen toekomen.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2023 door mr. K.J. van den Herik, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. Versteeg, als griffier en schriftelijk vastgesteld op 14 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.