In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 februari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een kwetsbaar meisje, hierna te noemen [naam kind01]. De moeder van [naam kind01] is belast met het ouderlijk gezag en heeft haar zorgen geuit over de situatie van haar dochter, die momenteel in een crisisopvang verblijft. De kinderrechter heeft eerder, op 17 februari 2023, een tijdelijke machtiging verleend voor uithuisplaatsing voor de duur van vier weken, en de GI heeft nu verzocht om deze machtiging te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling, die loopt tot 2 september 2023.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er zorgen zijn over het gedrag van [naam kind01], die moeite heeft met het reguleren van emoties en zich niet gehoord voelt in de thuissituatie. De moeder heeft aangegeven dat zij het niet nodig vond dat [naam kind01] een time-out kreeg, maar begrijpt de noodzaak ervan. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er regelmatig conflicten zijn in de thuissituatie en dat er zorgen zijn over het (seksueel) grensoverschrijdende gedrag van [naam kind01].
De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, maar voor een kortere duur dan verzocht, namelijk tot 17 mei 2023. Dit besluit is genomen in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind01]. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat er diagnostiek moet plaatsvinden om meer helderheid te krijgen over de emotionele en sociale ontwikkeling van [naam kind01]. De verdere behandeling van het verzoek van de GI zal plaatsvinden op 10 mei 2023, waarbij de GI wordt verzocht om een rapportage over de stand van zaken te overleggen.