Op 20 februari 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee kinderen, [naam kind01] en [naam kind02], bij hun grootouders. De moeder van de kinderen heeft het ouderlijk gezag, maar de kinderen verblijven momenteel bij de grootouders. De kinderrechter heeft eerder, op 29 augustus 2022, de kinderen onder toezicht gesteld en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend tot 28 februari 2023. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing te verlengen, waarbij de Raad aangaf dat er positieve stappen zijn gezet, maar dat er nog hulp nodig is voor de kinderen voordat ze kunnen terugkeren naar de moeder.
Tijdens de zitting zijn verschillende belanghebbenden verschenen, waaronder de moeder, de grootouders, en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De moeder heeft aangegeven dat het goed met haar gaat en dat ze een woning heeft toegewezen gekregen, maar er zijn zorgen over de communicatie tussen haar en de grootouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, hoewel er vooruitgang is geboekt, de situatie nog niet rijp is voor een thuisplaatsing. Er is behoefte aan individuele hulp voor de kinderen om hen te ondersteunen bij het verwerken van hun verleden.
De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van drie maanden, tot 28 mei 2023, in het belang van de verzorging en opvoeding van de kinderen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.