ECLI:NL:RBROT:2023:5480

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 april 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
C/10/653049 / JE RK 23-393
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige met complexe hulpvraag en ontwikkelingsproblematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 april 2023 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [naam kind01], geboren op [geboortedatum01] 2011. De ondertoezichtstelling was eerder ingesteld bij beschikking van 15 juli 2022 en liep tot 15 april 2023. De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) heeft op 17 februari 2023 een verzoekschrift ingediend om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen. De moeder van [naam kind01] was aanwezig bij de mondelinge behandeling, terwijl de vader niet verschenen. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld.

De feiten wijzen op een belast verleden voor [naam kind01], die getuige is geweest van huiselijk geweld en kampt met een verstandelijke ontwikkelingsstoornis en een beperkt sociaal aanpassingsvermogen. De hulpverlening van Basic Trust is inmiddels gestart, en de moeder heeft aangegeven dat deze hulpverlening haar helpt om [naam kind01] beter te begrijpen. Er zijn zorgen over de overstap van [naam kind01] naar het voortgezet onderwijs, en de ouders hebben moeite om passende ondersteuning te regelen.

De kinderrechter heeft op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling geoordeeld dat voldaan is aan de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen tot 15 april 2024, met de hoop dat er in de tussentijd verdere stappen gezet kunnen worden in de hulpverlening en ontwikkeling van [naam kind01]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/653049 / JE RK 23-393
Datum uitspraak: 4 april 2023

Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen de GI,
betreffende

[naam kind01] , geboren op [geboortedatum01] 2011 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,

[naam02] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 17 februari 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 4 april 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam03] .
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.

De feiten

De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01] .
[naam kind01] woont bij zijn moeder.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 15 juli 2022 [naam kind01] onder toezicht gesteld tot 15 april 2023.

Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen voor de duur van een jaar. De hulpverlening van Basic Trust is gestart. De eerste afspraken gaan goed. De moeder krijgt handvatten om [naam kind01] te ondersteunen. De afspraken met de vader gaan moeizaam. De intake bij [naam04] en [naam05] is geweest en hieruit volgde dat diagnostiek lastig is omdat de trauma en de hechtingsproblematiek op de voorgrond staan. Het traject van Basic Trust dient eerst met [naam kind01] en de ouders te worden doorlopen en dan kan de diagnostiek plaatsvinden.
Er bestaan daarnaast zorgen vanuit de school over de overstap van [naam kind01] naar het voortgezet onderwijs. De ouders zijn al lang bezig met regelen van ondersteuning voor [naam kind01] maar zij lopen tegen een muur aan. Er is een beleid neergezet maar [naam kind01] heeft meer nodig.

Het standpunt van de belanghebbende

De moeder heeft ter zitting haar mening als volgt kenbaar gemaakt. [naam kind01] is gestart bij Basic Trust, zodra dit klaar is, kan hij gaan starten bij [naam04] en [naam05] . De moeder vindt het prettig als de jeugdbeschermer nog betrokken blijft om te zorgen dat de hulpverlening blijft lopen. De moeder vindt de hulpverlening bij Basic Trust intensief, maar zij heeft er veel aan en begint [naam kind01] beter te begrijpen. Daardoor kan zij beter op hem reageren. De moeder vindt het spannend dat [naam kind01] naar het voortgezet onderwijs gaat. [naam kind01] heeft er gelukkig zin in.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
[naam kind01] kent een belast verleden waarbij hij getuige is geweest van huiselijk geweld. Daarnaast zijn er zorgen over zijn ontwikkeling en is er sprake van een verstandelijke ontwikkelingsstoornis en een beperkt sociaal aanpassingsvermogen. Op school heeft [naam kind01] begeleiding nodig. Ondanks de inzet van de ouders is het de afgelopen jaren niet gelukt om passende hulpverlening voor [naam kind01] te krijgen. De jeugdbeschermer voert nu regie en ondersteunt de ouders bij het inzetten van de hulpverlening en, bijvoorbeeld, het tijdig invullen van vragenlijsten. Dit heeft er mede toe geleid dat sinds kort hulpverlening van Basic Trust wordt ingezet. Het is te betreuren dat dit, als gevolg van de wachtlijst nog lang heeft geduurd. Het is goed om te zien dat [naam kind01] en de moeder wel direct profijt hebben van de hulpverlening van Basic Trust. Zodra het traject is afgerond, en er ruimte is voor verdere diagnostiek en behandeling is er ook direct ruimte bij [naam04] en [naam05] voor [naam kind01] . De komende periode is het van belang dat de jeugdbeschermer ondersteuning biedt aan de ouders zodat de te nemen vervolgstappen gezet blijven worden. Met de ouders hoopt de kinderrechter dat [naam kind01] in de komende periode, voordat hij de overstap naar het voortgezet onderwijs zal moeten maken, nog goede stappen zal kunnen zetten. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengen voor de duur van een jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] tot 15 april 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 april 2023 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. Versteeg, als griffier en schriftelijk vastgesteld op 14 april 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.