In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 april 2023 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [naam kind01], geboren op [geboortedatum01] 2011. De ondertoezichtstelling was eerder ingesteld bij beschikking van 15 juli 2022 en liep tot 15 april 2023. De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) heeft op 17 februari 2023 een verzoekschrift ingediend om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen. De moeder van [naam kind01] was aanwezig bij de mondelinge behandeling, terwijl de vader niet verschenen. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld.
De feiten wijzen op een belast verleden voor [naam kind01], die getuige is geweest van huiselijk geweld en kampt met een verstandelijke ontwikkelingsstoornis en een beperkt sociaal aanpassingsvermogen. De hulpverlening van Basic Trust is inmiddels gestart, en de moeder heeft aangegeven dat deze hulpverlening haar helpt om [naam kind01] beter te begrijpen. Er zijn zorgen over de overstap van [naam kind01] naar het voortgezet onderwijs, en de ouders hebben moeite om passende ondersteuning te regelen.
De kinderrechter heeft op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling geoordeeld dat voldaan is aan de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen tot 15 april 2024, met de hoop dat er in de tussentijd verdere stappen gezet kunnen worden in de hulpverlening en ontwikkeling van [naam kind01]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.