ECLI:NL:RBROT:2023:5478

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 februari 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
C/10/651520 /JE RK 23-155
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om machtiging tot gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 20 februari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken met betrekking tot de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren in 2008. De kinderrechter heeft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West (hierna: GI) behandeld, dat gericht was op het verkrijgen van een machtiging tot gesloten jeugdhulp en uithuisplaatsing. De minderjarige verblijft sinds juni 2022 in een gesloten groep van Schakenbosch vanwege aanhoudend risicovol gedrag. De GI heeft een machtiging verzocht voor een gesloten accommodatie voor de duur van drie maanden, gevolgd door een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder.

Tijdens de zitting is de minderjarige gehoord, bijgestaan door haar advocaat mr. R. Kuijer, evenals de moeder en een vertegenwoordiger van de GI. De moeder heeft ingestemd met het verzoek, omdat het in het belang van de minderjarige is om in de vertrouwde omgeving van Schakenbosch te blijven totdat er een passende plek is gevonden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt, maar dat zij niet klaar is voor terugplaatsing bij de moeder. De kinderrechter heeft daarom besloten om de machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden te verlenen, gevolgd door een machtiging tot uithuisplaatsing.

De kinderrechter heeft het verzoek tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de ondertoezichtstelling goedgekeurd, met als doel de verzorging en opvoeding van de minderjarige te waarborgen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 28 februari 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens : C/10/651520 /JE RK 23-155 en C/10/652597 / JE RK 23-318
datum uitspraak: 20 februari 2023

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaken van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Dordrecht,
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2008 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [voornaam minderjarige01] ,
advocaat: mr. R. Kuijer, te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[moeder01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 24 januari 2023 (zaaknummer C/10/651520),
- de brief van de GI van 24 januari 2023, ingekomen bij de griffie op 24 januari 2023,
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 9 februari 2023, ingekomen bij de griffie op 9 februari 2023 (zaaknummer C/10/652597),
- de instemmende verklaring d.d. 16 februari 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 20 februari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige01] , die voorafgaand aan de zitting ook apart is gehoord, bijgestaan door mr. R. Kuijer,
- de moeder,
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam01] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige01] verblijft bij een gesloten groep van Schakenbosch.
Bij beschikking van 16 augustus 2022 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengd tot 16 augustus 2023. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 24 februari 2023.

De verzoeken

C/10/651520 / JE RK 23-155
De GI heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verzocht voor de duur van de ondertoezichtstelling. De GI heeft het verzoek ter zitting ingetrokken, omdat er inmiddels een nieuw verzoek ligt tot een gesloten plaatsing gevolgd door een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder.
C/10/652597 / JE RK 23-318
De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige01] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden, gevolgd door een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de ondertoezichtstelling.
De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht het als volgt toe. [voornaam minderjarige01] verblijft sinds juni 2022 op de gesloten groep van Schakenbosch vanwege aanhoudend risicovol gedrag. [voornaam minderjarige01] heeft sindsdien grote stappen gemaakt, waardoor het perspectief op terug naar huis was gesteld. Dit omdat een open groep niet passend werd geacht vanwege de risicofactoren van [voornaam minderjarige01] , en zowel [voornaam minderjarige01] als de moeder hebben laten zien open te staan voor de nodige hulp. [voornaam minderjarige01] heeft echter serieus nagedacht en aangegeven dat zij nog niet naar huis wil. Zij wil verder leren op een open groep. De GI respecteert deze wens. Het is echter lastig gebleken om op korte termijn een passende woongroep voor [voornaam minderjarige01] te vinden. Het expertteam is geraadpleegd, en zij verwachten dat een plaatsing van [voornaam minderjarige01] bij een open groep van ASVZ binnen drie maanden haalbaar is. Om deze periode te overbruggen, is een voortzetting van de gesloten plaatsing vooralsnog in het belang van [voornaam minderjarige01] . [voornaam minderjarige01] laat op haar huidige groep een positieve ontwikkeling zien. Daarbij komt dat het meerdere malen overplaatsen van [voornaam minderjarige01] schadelijk is en [voornaam minderjarige01] aantast in haar veiligheid omdat zij steeds opnieuw moet wennen. Een trajectmachtiging voor de duur van de ondertoezichtstelling, met een gesloten machtiging voor de duur van drie maanden ter overbrugging, is daarom noodzakelijk.

De standpunten van de belanghebbenden

De moeder stemt in met het verzoek. Het is in het belang van [voornaam minderjarige01] als zij op de groep van Schakenbosch kan blijven totdat er een passende plek is gevonden. Op Schakenbosch bevindt [voornaam minderjarige01] zich in een vertrouwde omgeving met de juiste begeleiding.
Door en namens [voornaam minderjarige01] wordt ingestemd met het verzoek. [voornaam minderjarige01] gaat het liefst naar een open groep in Dordrecht of Den Haag, omdat zij dan in de buurt is van haar vriend en van haar oude school. Het zou dan makkelijker voor haar zijn om haar schoolgang op te pakken.

De beoordeling

T.a.v. C/10/651520 / JE RK 23-155
De GI heeft ter zitting het verzoek tot een machtiging tot uithuisplaatsing ingetrokken. Nu het verzoek van de GI tot een machtiging tot uithuisplaatsing is ingetrokken, kunnen de gronden van dat verzoek niet meer worden onderzocht en dient het verzoek te worden afgewezen.
T.a.v. C/10/652597 / JE RK 23-318
Gelet op artikel 6.1.2, tweede lid, van de Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf in de gesloten jeugdhulp noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
[voornaam minderjarige01] verblijft sinds juni 2022 op de gesloten groep van Schakenbosch. Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige01] in de afgelopen periode een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt bij Schakenbosch. Gelet op deze positieve ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] bij Schakenbosch, is de kinderrechter met alle partijen van oordeel dat [voornaam minderjarige01] toe is aan terugplaatsing naar huis. [voornaam minderjarige01] heeft echter uitdrukkelijk aangegeven niet toe te zijn aan een terugplaatsing bij de moeder. Zij wil voorlopig verder leren op een open groep. De kinderrechter is het met de GI eens dat niet aan deze wens voorbij kan worden gegaan. [voornaam minderjarige01] staat op de wachtlijst voor een open groep van ASVZ. Naar alle waarschijnlijkheid zal zij daar binnen drie maanden terecht kunnen. Onder de zich hier voordoende feiten en omstandigheden is de kinderrechter met de gedragswetenschapper en de GI van oordeel, dat voortzetting van het verblijf en de behandeling van [voornaam minderjarige01] bij Schakenbosch in haar belang noodzakelijk is als overbrugging naar een plek bij ASVZ. De kinderrechter zal daarom de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van drie maanden, gevolgd door een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van de ondertoezichtstelling. De uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] is noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, BW).

De beslissing

De kinderrechter:
T.a.v. C/10/651520 / JE RK 23-155
wijst het verzoek af;
T.a.v. C/10/652597 / JE RK 23-318
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp tot uiterlijk 24 mei 2023 betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige01] ;
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder met ingang van 24 mei 2023 tot 16 augustus 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2023 door mr. C.N. Melkert, kinderrechter, in tegenwoordigheid van V.L. Blijdorp als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 28 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.