In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 februari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 18 februari 2023, en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verdere verlenging van één jaar. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. V. Vos, en een vertegenwoordigster van de GI aanwezig waren. De vader was opgeroepen maar is niet verschenen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen nog steeds ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd, mede door een belast verleden van huiselijk geweld door de vader. Ondanks dat de kinderen grote stappen hebben gezet in hun omgang met de vader, is er zorg over de stabiliteit van deze omgang. De vader heeft soms afspraken afgezegd, wat leidt tot teleurstelling bij de kinderen en frustratie bij de moeder. De moeder heeft aangegeven dat zij overweegt om eenhoofdig gezag aan te vragen om de kinderen te beschermen tegen verdere teleurstellingen.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het van belang is dat de vader educatie krijgt over het belang van een stabiele omgang en dat de communicatie tussen de ouders verbetert. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling van de kinderen te verlengen tot 18 augustus 2023, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.