ECLI:NL:RBROT:2023:5459

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 juni 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
C/10/660688 / KG ZA 23-547
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executiegeschil over ontruiming van huurwoning na ontbinding huurovereenkomst

In deze zaak gaat het om een kort geding dat is aangespannen door [eiser01], die een woning huurt van de stichting Trivire. De huurovereenkomst is ontbonden door de kantonrechter op 25 mei 2023, omdat [eiser01] tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst en de bijzondere voorwaarden. [eiser01] heeft niet meegewerkt aan evaluatiemomenten en heeft overlast veroorzaakt. Trivire heeft de ontruiming van de woning aangezegd, waarop [eiser01] in kort geding vordert dat deze ontruiming wordt opgeschort totdat er in hoger beroep is beslist.

De voorzieningenrechter overweegt dat de kantonrechter voldoende gemotiveerd heeft geoordeeld dat [eiser01] tekort is geschoten in zijn verplichtingen. De vordering van [eiser01] wordt afgewezen, omdat het belang van Trivire bij de uitvoerbaarheid van het vonnis zwaarder weegt dan het belang van [eiser01] bij het behoud van zijn woning. De voorzieningenrechter bevestigt dat de uitvoerbaar bij voorraad verklaring van het vonnis van de kantonrechter gerechtvaardigd is, gezien de tekortkomingen van [eiser01] en de kansen die hij heeft gehad om zijn gedrag te verbeteren. De kosten van de procedure worden toegewezen aan Trivire.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/660688 / KG ZA 23-547
Vonnis in kort geding van 27 juni 2023
in de zaak van
[eiser01],
wonende te Zwijndrecht,
eiser,
advocaat mr. R.F. van Galen te Alphen aan den Rijn,
tegen
de stichting
STICHTING TRIVIRE,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde,
advocaat mr. M.W. Kox te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser01] en Trivire genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 21 juni 2023, met 13 producties;
  • de 4 producties van Trivire;
  • de mondelinge behandeling gehouden op 23 juni 2023;
  • de pleitnota van Trivire.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
[eiser01] huurt met ingang van 15 november 2021 van Trivire een woning aan de [adres01] te [plaats01] (hierna: de woning). Bij het sluiten van de huurovereenkomst zijn partijen tevens bijzondere voorwaarden overeengekomen. De bijzondere voorwaarden luiden, voor zover relevant, als volgt:
“(…)
1.
Huurder en verhuurder hebben in het kader van een correcte nakoming van de bestaande huurovereenkomst onderling specifieke afspraken gemaakt.
De wijkregisseur zal in de periode van één jaar vier huisbezoeken afleggen op het adres [adres01] .
Omdat er zorgen zijn over de financiën zal de wijkregisseur de opbouwwerker (…) van Diverz gaan inzetten.
2.
Huurder en verhuurder zijn gelet op deze voorgeschiedenis specifiek het volgende overeengekomen:
Tijdens alle vier de evaluatiemomenten zal een medewerker van LdH aanwezig zijn in de woning, adres [adres01] .
(…)”
2.2.
De kantonrechter van deze rechtbank heeft bij vonnis van 25 mei 2023 (zaaknummer 10236577 CV EXPL 22-4933, hierna: het Vonnis) de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden en [eiser01] veroordeeld om de woning te ontruimen. Daartoe heeft de kantonrechter – kort gezegd – geoordeeld dat [eiser01] is tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst en de bijzondere voorwaarden, doordat hij (1) niet meewerkt aan een evaluatiemoment bij hem thuis en zich niet door het Leger des Heils laat begeleiden en (2) overlast veroorzaakt jegens de bovenbuurvrouw en medewerkers van Trivire.
2.3.
In het Vonnis is, voor zover relevant, het volgende vermeld:
“(…)
4.3.
Volgens de bijzondere voorwaarden zal de wijkregisseur vier huisbezoeken per jaar afleggen waarbij een medeweker van het Leger des Heils aanwezig zal zijn. Vast staat dat het eerste huisbezoek, dat was gepland op 14 februari 2022, door Trivire op 11 februari 2022 is afgezegd. De kantonrechter volgt [eiser01] niet in zijn standpunt dat de afspraak is afgezegd omdat er – mede gelet op de beëindiging van de begeleiding door het Leger des Heils – geen reden meer was voor evaluatiemomenten. Nog daargelaten dat voormelde begeleiding was geëindigd op verzoek van [eiser01] zelf, volgt uit de brief van 11 februari 2022 dat het huisbezoek door Trivire is afgezegd vanwege wangedrag van [eiser01] . Uit de brief volgt niet dat Trivire in het geheel geen huisbezoek meer wilde afleggen bij [eiser01] . Aan [eiser01] kan worden toegegeven dat het vervolgens lang heeft geduurd voordat Trivire een nieuw huisbezoek heeft ingepland, maar dit maakt niet dat [eiser01] in de tussentijd niet aan de bijzondere voorwaarden kon of hoefde te voldoen.
Zo heeft Trivire [eiser01] bij brief van 25 maart2022 opnieuw gesommeerd om geen overlast meer te veroorzaken en zich te houden aan de bijzondere voorwaarden.
4.4.
Op 29 september 2022 heeft Trivire een nieuw huisbezoek/evaluatiemoment ingepland voor 11 oktober 2022. Uit die brief volgt ook dat de looptijd van de bijzondere voorwaarden werd verlengd, waardoor de evaluatiemomenten alsnog – op een later moment – konden plaatsvinden. Vast staat dat [eiser01] op 11 oktober 2022 de deur voor Trivire niet heeft opengedaan. In het midden kan blijven of [eiser01] nu wel of niet aan de huismeester van Trivire heeft bevestigd dat Trivire op 11 oktober 2022 bij hem thuis mocht langskomen. Zelfs als [eiser01] dat niet zou hebben gezegd, geldt nog steeds dat hij de ontvangst van de brief van 29 september2022 niet heeft weersproken en dat hij vervolgens niet aan Trivire kenbaar heeft gemaakt dat hij op 11 oktober 2022 niet thuis zou zijn of de deur niet open zou doen. Door niet mee te werken aan een evaluatiemoment bij hem thuis en zich niet door het Leger des Heils te laten begeleiden, handelt [eiser01] in strijd met de bijzondere voorwaarden. Daarmee is [eiser01] tekortgeschoten in de nakoming van de
huurovereenkomst. Het tekortschieten door [eiser01] kan niet meer ongedaan worden
gemaakt. Hier had nog anders over geoordeeld kunnen worden indien tijdens de mondelinge behandeling zou zijn gebleken dat [eiser01] bereid zou zijn geweest zich alsnog open te stellen voor begeleiding door het Leger des Heils en medewerking te verlenen aan de afgesproken evaluatiemomenten/huisbezoeken. Dat is echter niet het geval: [eiser01] bleef ter zitting volharden dat hij zijn financiële zaken weer op de rit heeft en dat huisbezoeken door Trivire niet nodig zijn.
4.5.
Ook als niet zou zijn komen vast te staan dat [eiser01] zich niet heeft gehouden aan de bijzondere voorwaarden, zou sprake zijn geweest van tekortschieten in de nakoming van de huurovereenkomst, nu uit de door Trivire overgelegde stukken kan worden afgeleid dat [eiser01] overlast heeft veroorzaakt. Tegenover de door Trivire overgelegde verklaringen van de bovenbuurvrouw, telefoonnotities van medewerkers en brieven, heeft [eiser01] nauwelijks iets ingebracht. De kantonrechter volgt [eiser01] niet in zijn stellingen dat de verklaringen van de bovenbuurvrouw en medewerkers van Trivire een eenzijdige versie van de feiten geven, niet objectief zijn en dat er onvoldoende bewijsmateriaal voorhanden is. [eiser01] heeft ook niet onderbouwd waarom de bovenbuurvrouw en de medewerkers van Trivire onware verklaringen over hem zouden
afleggen of fors zouden overdrijven. Al met al heeft [eiser01] zijn verweer tegenover de door Trivire overgelegde stukken onvoldoende onderbouwd.
De conclusie: de huurovereenkomst wordt ontbonden en de woning moet worden ontruimd
4.6.
Het vorenstaande leidt ertoe dat [eiser01] als gevolg van zijn handelen is tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst en de bijbehorende bijzondere voorwaarden. In beginsel geeft elke tekortkoming de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden. Anders dan [eiser01] heeft betoogd, kan niet worden gezegd dat het schenden van de bijzondere voorwaarden en de vastgestelde overlast de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Het is juist dat ontruiming een ultimum remedium is en hoewel [eiser01] heeft betoogd dat er nog alternatieve middelen voorhanden zijn, wordt daaraan voorbijgegaan. Gelet op de in de bijzondere voorwaarden onder punt 5 opgenomen waarschuwing dat niet nakoming van de bijzondere voorwaarden als ernstige tekortkoming zal worden beschouwd en dat dit tot ontbinding van de huurovereenkomst zal kunnen leiden, had het op de weg van [eiser01] gelegen om de aan hem geboden kansen te grijpen. Hij had moeten begrijpen wat er van hem verwacht werd en wat de gevolgen van het niet nakomen van de verplichtingen uit de bijzondere voorwaarden zouden zijn. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Trivire [eiser01] lang genoeg de tijd gegeven om zijn situatie te verbeteren en heeft hij voldoende kansen gekregen om de overlast te beëindigen. De begeleiding door het Leger des Heils is door [eiser01] zelf gestopt en heeft niet tot het gewenste resultaat geleid. Dat de ontruiming ingrijpende gevolgen voor [eiser01] zal hebben, zoals door hem aangevoerd, is inherent aan de ontruiming. [eiser01] had ontruiming kunnen voorkomen door zich aan de bijzondere voorwaarden en de
huurovereenkomst te houden.
4.7.
Voor zover [eiser01] heeft bedoeld te stellen dat de gestelde tekortkoming geen ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt omdat de bepalingen uit de bijzondere voorwaarden onredelijk bezwarend zijn, wordt hij daarin niet gevolgd, omdat wat [eiser01] op dit punt (onder randnummers 49, 50 en 5l van zijn conclusie van antwoord) heeft aangevoerd, onvoldoende is om tot die conclusie te leiden. Zoals onder 4.2 is overwogen, vloeit het belang van Trivire om bijzondere voorwaarden overeen te komen niet alleen voort uit de zorgen die er waren over de financiële situatie van [eiser01] , maar ook uit de omstandigheid dat het voor Trivire niet duidelijk was geworden waarom [eiser01] begeleiding kreeg van het Leger des Heils. Trivire had er dus om meerdere redenen een gerechtvaardigd belang bij om de bijzondere voorwaarden overeen te komen. Wat [eiser01] verder heeft aangevoerd (te weten: dat [eiser01] informatie over zijn
financiële situatie ook per e-mail had kunnen verstrekken), is tegen de achtergrond van het voorgaande, niet voldoende om te kunnen leiden tot het oordeel dat de bepalingen uit de bijzondere voorwaarden onredelijk bezwarend zijn.
(…)
Uitvoerbaar bij voorraad
4.13.
Gevorderd is dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren (artikel 233 Rv). Dat betekent dat Trivire het vonnis ook kan executeren als [eiser01] onverhoopt hoger beroep instelt. De kantonrechter kan van dit uitgangspunt afwijken als het belang van [eiser01] bij het behoud van de huidige toestand groter is dan het belang van Trivire bij de uitvoerbaarheid bij voorraad. [eiser01] heeft aangevoerd dat hij geen mogelijkheid heeft om tijdelijk elders onderdak te vinden, hij geen plek en middelen heeft om zijn spullen tijdelijk op te slaan, hij door deze procedure niet in aanmerking komt voor een andere woning in de sociale sector en dat zijn inkomen te laag is voor een woning in de particuliere sector.
De kantonrechter overweegt dat desondanks het belang van Trivire om de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, zwaarder weegt dan het belang van [eiser01] om dat niet te doen, gezien de tekortkomingen van [eiser01] en gelet op de omstandigheid dat [eiser01] meerdere kansen heeft gehad om zijn houding en gedrag te veranderen. Het verlies van zijn woning is door hemzelf veroorzaakt en vormt daarom geen reden om de uitvoerbaar bij voorraadverklaring af te wijzen. Het vonnis wordt dus uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
(…)”
2.4.
De advocaat van [eiser01] heeft bij e-mail van 31 mei 2023 aan de advocaat van Trivire meegedeeld dat [eiser01] hoger beroep zal instellen tegen het Vonnis en verzocht om een toezegging dat het Vonnis niet zal worden geëxecuteerd totdat op het hoger beroep zal worden beslist. In reactie daarop heeft de advocaat van Trivire bericht dat Trivire niet bereid is de executie van het Vonnis op te schorten.
2.5.
Trivire heeft bij deurwaardersexploot van 13 juni 2023 aan [eiser01] de ontruiming van de woning aangezegd tegen 29 juni 2023 om 09.00 uur.

3..Het geschil

3.1.
[eiser01] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut, de tenuitvoerlegging van het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde Vonnis c.q. de aangezegde ontruiming van de woning te schorsen, te verbieden dan wel op te schorten, totdat in hoger beroep definitief eindarrest is gewezen, met veroordeling van Trivire in de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Trivire concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiser01] uitvoerbaar bij voorraad in de kosten van de procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
Uitgangspunt in een executiegeschil is dat een uitgesproken veroordeling, hangende een daartegen ingesteld rechtsmiddel uitvoerbaar dient te zijn en zonder de voorwaarde van zekerheidstelling ten uitvoer kan worden gelegd. Afwijking van dit uitgangspunt kan worden gerechtvaardigd door omstandigheden die meebrengen dat het belang van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand, zolang niet op het door hem ingestelde rechtsmiddel is beslist, zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling heeft verkregen bij de uitvoerbaarheid bij voorraad daarvan. Daarbij moet worden uitgegaan van de beslissingen in de ten uitvoer te leggen uitspraak en van de daaraan ten grondslag liggende vastgestelde feiten en oordelen. De kans van slagen van het ingestelde (of in dit geval: nog in te stellen) rechtsmiddel blijft buiten beschouwing, tenzij sprake is van een kennelijke misslag. Van een kennelijke misslag is slechts sprake indien deze evident, direct duidelijk en redelijkerwijs niet voor discussie vatbaar is. Indien de beslissing over de uitvoerbaarheid bij voorraad in de ten uitvoer te leggen uitspraak is gemotiveerd, moet de eiser aan zijn vordering feiten en omstandigheden ten grondslag leggen die zich na de betrokken uitspraak hebben voorgedaan en die kunnen rechtvaardigen dat van die eerdere beslissing wordt afgeweken (HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026).
4.2.
[eiser01] stelt dat de motivering in r.o. 4.13. van het Vonnis niet voldoet aan de maatstaven die gelden voor het motiveren van rechterlijke beslissingen, waardoor de uitvoerbaar bij voorraadverklaring niet of onvoldoende is gemotiveerd. Uit die motivering wordt volgens hem niet duidelijk welke concrete belangen van Trivire zwaarder wegen dan de belangen van [eiser01] , welke tekortkomingen [eiser01] precies wordt verweten en welke meerdere kansen [eiser01] zou hebben gehad om zijn houding en gedrag te veranderen. In lijn met het arrest van de Hoge Raad van 20 december 2019, moet in deze procedure alsnog een afweging van de wederzijdse belangen plaatsvinden, aldus [eiser01] .
4.3.
De voorzieningenrechter deelt dit standpunt van [eiser01] niet.
De kantonrechter heeft bij de belangenweging in het kader van de uitvoerbaar bij voorraadverklaring doorslaggevende betekenis gehecht aan de tekortkomingen van [eiser01] en de omstandigheid dat hij meerdere kansen heeft gehad om zijn houding en gedrag te veranderen. Deze twee omstandigheden zijn in r.o. 4.3. t/m 4.6. van het Vonnis nader toegelicht en beoordeeld, zodat voor [eiser01] duidelijk moet zijn geweest waaruit de verweten tekortkomingen en de aan hem gegeven meerdere kansen bestonden. Dat deze factoren voldoende zijn om de belangenafweging in het voordeel van Trivire uit te laten vallen, is niet onbegrijpelijk. Daarvoor is niet nodig dat het belang van Trivire bij de uitvoerbaar bij voorraadverklaring nog nader wordt geconcretiseerd. De beslissing over de uitvoerbaar bij voorraadverklaring is derhalve voldoende gemotiveerd.
4.4.
Dat betekent dat de toetsing in dit geding is beperkt tot (1) de vraag of er sprake is van een kennelijke misslag en (2) de vraag of er feiten en omstandigheden zijn die zich na het uitspreken van het Vonnis hebben voorgedaan en die een afwijking van de beslissing over de uitvoerbaar bij voorraadverklaring rechtvaardigen.
4.5.
[eiser01] stelt, onder verwijzing naar de Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (nr. 93/13/EEG), dat de kantonrechter ambtshalve had moeten toetsen of de bedingen uit de bijzondere voorwaarden oneerlijk zijn dan wel onredelijk bezwarend. Door dat niet te doen, is sprake van een juridische misslag.
Die stelling gaat niet op. Hier is geen sprake van een evidente misslag. De kantonrechter heeft in r.o. 4.7. van het Vonnis geoordeeld dat de bepalingen uit de bijzondere voorwaarden niet onredelijk bezwarend zijn. Los daarvan hoefde een ambtshalve toetsing niet plaats te vinden. Het gaat hier niet om door Trivire in algemene zin naar al haar huurders gehanteerde bedingen die zijn opgesteld met het oog op een algemeen gebruik, maar om bijzondere voorwaarden die Trivire is overeengekomen met het oog op de specifieke achtergrond van [eiser01] . De bedoelde Richtlijn is daarom niet van toepassing.
4.6.
[eiser01] heeft aangevoerd dat hij niet tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst, zodat er sprake is van een feitelijke misslag. Ter onderbouwing heeft hij een schriftelijke verklaring van 14 juni 2023 overgelegd. Dit schriftelijk stuk, dat (kennelijk) door zes buurtbewoners van [eiser01] is ondertekend, bevat de verklaring dat [eiser01] hen nooit tot overlast is geweest. Daarnaast wijst [eiser01] erop dat hij op 16 juni 2023 per e-mail aan Trivire heeft meegedeeld dat hij bereid is de bijzondere voorwaarden na te komen maar dat Trivire daar niet op heeft gereageerd.
Er is geen sprake van een feitelijke misslag. De door [eiser01] gestelde feiten zijn immers van ruim na het Vonnis. Ook zijn dit geen omstandigheden die rechtvaardigen om van het Vonnis af te wijken en de tenuitvoerlegging op te schorten. Eerst na betekening van het Vonnis is [eiser01] ‘in actie’ gekomen. De verklaring van 14 juni 2023 kan in dit kort geding niet worden getoetst. [eiser01] blijft de door Trivire gestelde incidenten ontkennen en stelt dat hij geen begeleiding nodig heeft. In het onderhavige executiegeschil is geen plaats voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van een tekortkoming door [eiser01] . Die beoordeling dient in het hoger beroep plaats te vinden.
4.7.
In de dagvaarding is vermeld dat [eiser01] belang heeft bij opschorting van de aangezegde ontruiming, omdat hij anders zijn baan bij een fysiopraktijk dreigt te verliezen. Nog daargelaten dat dit belang op zichzelf onvoldoende is voor toewijzing van de gevorderde opschorting, is ten tijde van de mondelinge behandeling gebleken dat [eiser01] inmiddels niet meer werkzaam is bij de fysiopraktijk. Daarmee is dat belang komen te vervallen.
4.8.
[eiser01] heeft ter zitting nog gesteld dat bij hem een noodtoestand zal ontstaan doordat hij zijn huis verliest en het moeilijk is een andere woning te vinden als de huurovereenkomst is ontbonden vanwege een tekortkoming. De kantonrechter heeft de uitvoerbaar bij voorraadverklaring in het Vonnis gemotiveerd en dit risico al meegewogen. Het risico van dakloosheid is per definitie verdisconteerd in een vonnis waarbij de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming is uitgesproken.
4.9.
Het voorgaande betekent dat de vordering wordt afgewezen.
4.10.
[eiser01] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van Trivire worden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
€ 697,00
Totaal € 1.373,00

5..De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiser01] in de proceskosten, aan de zijde van Trivire tot op heden begroot op € 1.373,00;
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Sikkel en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. J.F. Koekebakker op 27 juni 2023.
2091 / 1573