Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het proces-verbaal van de zitting van 28 oktober 2022;
- het tussenvonnis van 22 december 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de akte houdende bewijslevering, tevens akte overlegging producties aan de zijde van NN van 26 januari 2023;
- de rolbeslissing van 2 februari 2023;
- de nadere akte overlegging producties aan de zijde van NN, binnengekomen ter griffie op 5 april 2023;
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 18 april 2023;
- de conclusie na enquête aan de zijde van NN van 1 juni 2023, met bijlagen;
- de antwoordconclusie na enquête aan de zijde van [gedaagde01] , binnengekomen ter griffie op 14 juni 2023, met één bijlage.
2..De verdere beoordeling van het geschil
niemand andersgecommuniceerd, dus ook niet met de verhuurder van haar (verzekerde) woning, en evenmin met de brandweer voor wat betreft de brandschade. Er zijn geen foto’s gemaakt van de schadegevallen, noch door [gedaagde01] , noch door [naam03] . De waterschade aan de vloer is niet hersteld (door [gedaagde01] ) en [gedaagde01] weet niet (meer) hoe en/of wanneer zij in verband met de brandschade een één-pit heeft aangeschaft. Ook haar verklaring over (de persoon van) [naam03] draagt niet bij aan de geloofwaardigheid van háár lezing van de gebeurtenissen die verband houden met de (afhandeling van de) gemelde schadegevallen. Hoewel zij via de telefoon en per WhatsApp contact had met [naam03] , en hem (ook nog) ‘om de twee weken’ sprak, beschikt [gedaagde01] niet over de achternaam van [naam03] , noch over een foto van of met hem. Deze omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, rechtvaardigen de conclusie dat [gedaagde01] ervan op de hoogte moet zijn geweest dat ter onderbouwing van haar schadeclaims gebruik is gemaakt van onjuiste informatie, derhalve van stukken die vervalst zijn.
gevorderdebedrag van € 124,- worden toegewezen. Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van dit vonnis. Hierover hoeft in dit vonnis geen aparte beslissing te worden genomen.