Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- schuldenaar;
- mevrouw J. Poot en B. Kleinherenbrink, beiden werkzaam bij Maasbewindvoerders;
- mevrouw M. Zomerdijk, bewindvoerder.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 juni 2023 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenaar. De bewindvoerder had op 14 april 2023 verzocht om de regeling tussentijds te beëindigen, omdat de schuldenaar zijn informatieverplichting niet was nagekomen. De schuldenaar had twee auto’s verkocht zonder de bewindvoerder hierover te informeren en had de opbrengst van de verkoop niet aan de boedel afgedragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar een bedrag van € 5.300,- contant had ontvangen na de verkoop van een Mercedes Benz, maar dit niet had gemeld. Dit leidde tot een boedelachterstand van € 6.370,11 en een nieuwe schuld van € 3.600,- aan een derde partij.
De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet naar behoren was nagekomen. De rechtbank benadrukte dat de schuldenaar actief moest bijdragen aan het naleven van de regeling en dat schenkingen van zijn vader niet als oplossing konden worden gezien, omdat deze als inkomen in de boedel vallen. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd op grond van artikel 350, derde lid, onder c en d, van de Faillissementswet. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op maximaal € 2.581,50.
De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.