ECLI:NL:RBROT:2023:5351

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 juni 2023
Publicatiedatum
23 juni 2023
Zaaknummer
10-070358-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval veroorzaakt door onvoorzichtig rijgedrag van vrachtwagenchauffeur met ernstige gevolgen voor slachtoffers

Op 5 juni 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vrachtwagenchauffeur die op 26 juli 2021 een ernstig verkeersongeval heeft veroorzaakt in Alblasserdam. De verdachte heeft zich aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend gedragen door niet voortdurend zijn aandacht bij het verkeer te houden en niet tijdig te remmen. Dit leidde tot een botsing met een stilstaande personenauto, waardoor twee inzittenden zwaar lichamelijk letsel opliepen, waaronder een hersenbloeding en een whiplash. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte schuldig is aan het primair ten laste gelegde feit, dat een overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 oplevert. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zes maanden, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn berouw.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-070358-22
Datum uitspraak: 5 juni 2023
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren op [geboortedatum01] te [geboorteplaats01],
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres01],
volgens eigen opgave ter terechtzitting verblijvende op het adres:
[adres02],
raadsman mr. F.J.V.H. Stoffels, advocaat te Zevenbergen.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 5 juni 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. J. Spaans heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaar.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het primair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij
op 26 juli 2021 te Alblasserdam
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (trekker met
oplegger), daarmede rijdende over de weg, de Grote Beer (N 915), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend,
- zijn aandacht niet voortdurend op het verkeer op die weg heeft gehouden en
daarbij zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast dat hij in staat was zijn voertuig
tijdig af te remmen of tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij,
verdachte, die weg kon overzien en waarover deze vrij was, en
- aldus rijdende niet tijdig heeft opgemerkt dat vóór hem,
verdachte, personenauto's tot stilstand waren gebracht
voor gesloten slagbomen in die weg, en aldus rijdend tegen de
achterste personenauto is opgebotst , tengevolge waarvan
die achterste personenauto vervolgens is opgebotst tegen
een daarvóór stil staande personenauto
waardoor anderen zwaar lichamelijk letsel, te weten een hersenk
neuzing en hersenbloedingen bij [naam 1] en een whiplash bij [naam 2] werd toegebracht.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft als bestuurder van een vrachtwagen met oplegger een verkeersongeval veroorzaakt door zich aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend te gedragen. Hij heeft niet voortdurend zijn aandacht bij het verkeer op de weg gehouden. De rechtbank acht het daarbij van belang dat de verdachte twee knipperende gele voorwaarschuwingssystemen die op 600 en 300 meter voor de brug stonden niet heeft gezien, terwijl hij deze wel had moeten zien. Daarnaast heeft hij zijn snelheid niet zodanig aangepast dat hij in staat was zijn voertuig zo nodig tijdig af te remmen of tot stilstand te brengen.
Door zich op deze wijze aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend te gedragen, heeft de verdachte niet tijdig opgemerkt dat de voor hem rijdende personenauto’s tot stilstand waren gebracht, omdat de slagbomen in de weg waren gesloten. De verdachte is met zijn vrachtwagen met oplegger tegen de vóór hem stilstaande personenauto (Mercedes) gebotst en deze Mercedes is ten gevolge daarvan tegen de dáárvoor staande personenauto (Renault) gebotst. Bij dit ongeval hebben de bestuurders van de Mercedes en de Renault zwaar lichamelijk letsel opgelopen, te weten een hersenkneuzing en hersenbloedingen en een whiplash.
De rechtbank rekent dit alles de verdachte aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 10 mei 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld. Dat betekent dat het strafblad geen strafverzwarend effect heeft.
Naast de ernst van het feit en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers, weegt de rechtbank bij de bepaling van de strafmaat mee dat de verdachte zich tijdens de terechtzitting open, oprecht en berouwvol heeft opgesteld. Hij heeft aangegeven spijt te hebben van zijn handelen en deze gevolgen nooit te hebben gewild. Daarnaast neemt de rechtbank in aanmerking hetgeen de verdachte en zijn raadsman tijdens de terechtzitting naar voren hebben gebracht met betrekking tot de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, namelijk dat hij voor zijn werk als vrachtwagenchauffeur afhankelijk is van zijn rijbewijs.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De rechtbank heeft, naast hetgeen hiervoor is overwogen, bij de bepaling van de op te leggen straffen gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting zoals geformuleerd door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Hierin is voor overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij sprake is van aanmerkelijke schuld en als gevolg waarvan het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, een taakstraf van 120 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden als uitgangspunt opgenomen.
De rechtbank ziet in de proceshouding en persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals hiervoor besproken, reden om van dit uitgangspunt af te wijken en zal daarom geen onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen. In plaats daarvan zal de rechtbank een taakstraf van 120 uren opleggen, met daarnaast een geheel voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden, waarbij een proeftijd van 2 jaar zal worden gesteld.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 175 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

9..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

10.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
ontzegtde verdachte
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
6 (zes) maanden;
bepaalt dat deze ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzijde rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken.
Dit vonnis is gewezen door
mr. D.F. Smulders, voorzitter,
mr. E. IJspeerd en mr. S. Zuidwijk, rechters,
in tegenwoordigheid van A. Gaal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op of omstreeks 26 juli 2021
te Alblasserdam
als
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (trekker met
oplegger), daarmede
rijdende over de weg, de Grote Beer (N 915), zich zodanig heeft gedragen dat een
aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in
elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- zijn aandacht niet voortdurend op het verkeer op die weg heeft gehouden en/of
(daarbij) zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast dat hij in staat was zijn voertuig
tijdig af te remmen of tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij,
verdachte, die weg kon overzien en waarover deze vrij was, en/of
- ( aldus) rijdende) niet of niet tijdig heeft opgemerkt dat een of meer vóór hem,
verdachte, rijdend(e) personenauto('s) tot stilstand was/waren/werd(en) gebracht
voor (een) gesloten slagbo(o)m(en) in die weg, en aldus rijdend tegen (die/de
achterste) personenauto(s) is opgebotst of aangereden, (mede) tengevolge waarvan
die (achterste) personenauto(s) (vervolgens) is/zijn opgebotst of aangereden tegen
(een) daarvóór stil staande personenauto('s)
waardoor een of meer ander(en) zwaar lichamelijk letsel, te
weten een hersenkeuzing en/of (een) hersenbloeding(en) bij [naam 1] en/of een
whiplash bij [naam 2], of zodanig lichamelijk letsel werd(en) toegebracht, dat
daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale
bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij
op of omstreeks 26 juli 2021
te Alblasserdam
als bestuurder van een voertuig (trekker met oplegger), daarmee rijdende op de
weg, de Grote Beer (N 915) ,
zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate
werden geschonden
door zijn aandacht niet voortdurend op het verkeer op die weg te houden en/of
(daarbij)snelheid niet zodanig te regelen dat hij zijn voertuig tot stilstand kon
brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij
was,
(mede) tengevolge waarvan hij, verdachte, met dat door hem bestuurde voertuig is
opgebotst of aangereden tegen (een)(aanvankelijk) vóór hem rijdend(e)
personenauto('s) die tot stilstand was/waren/werd(en) gebracht voor (een) gesloten
slagbo(o)m(en) in die weg,
door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor
zwaar lichamelijk letsel voor een of ander(en) te duchten was;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij
te Alblasserdam
op of omstreeks 26 juli 2021
als bestuurder van een motorrijtuig (trekker met oplegger)
daarmede rijdende op de weg de Grote Beer (N 915),
- zijn aandacht niet voortdurend op het verkeer op die weg heeft gehouden en/of
(daarbij) zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast dat hij in staat was zijn voertuig
tijdig af te remmen of tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de
weg kon overzien en waarover deze vrij was, en/of
- aldus rijdende niet of niet tijdig heeft opgemerkt dat een of meer vóór hem
rijdende personenauto('s) tot stilstand was/waren of werd(en) gebracht voor (een)
gesloten slagbo(o)m(en) in die weg, en/of
- vervolgens in botsing of aanrijding is gekomen met die personenauto('s),
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd.