Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[getuige01] ,
1.De verdere beoordeling
Uw beschikking d.d. 14 april 2023 heb ik ontvangen.
[getuige02] - [e-mailadres01]
[getuige03] - [e-mailadres02]
[getuige01] - geen idee (…)”.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 12 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure van verzoeker, die zelf procedeert. Verzoeker had verzocht om drie getuigen te horen, maar in een eerdere tussenbeschikking van 14 april 2023 was hij gevraagd om informatie te verstrekken over zijn wederpartij(en), waaronder adresgegevens en geboortedata. Verzoeker gaf aan dat hij niet over deze gegevens beschikte en dat het verzoek om getuigen te horen geen wederpartijen vereist. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat zonder deze gegevens het niet mogelijk is om de getuigen op de hoogte te stellen van het verzoek en hen in de gelegenheid te stellen bezwaar te maken. Hierdoor kon de kantonrechter niet voldoen aan de vereisten van artikel 187 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat er een mondelinge behandeling moet plaatsvinden voordat op het verzoek kan worden beslist. Aangezien verzoeker geen voldoende informatie heeft verstrekt, heeft de kantonrechter het verzoek om de getuigen te horen niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. drs. E. van Schouten.