ECLI:NL:RBROT:2023:5234

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
10/100396-23 en 10/321437-22 (gevoegd t.t.z.)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging van gemeenteambtenaren en vrijspraak voor winkeldiefstal met geweld

Op 9 juni 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de gevoegde zaken tegen de verdachte, die werd beschuldigd van bedreiging van medewerkers van de gemeente Zwijndrecht en winkeldiefstal met geweld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor de bedreiging, waarbij hij de woorden 'aan flarden schieten' heeft geuit tegen de gemeenteambtenaren. De rechtbank oordeelde dat deze woorden, in de context waarin ze werden uitgesproken, voldoende waren om redelijke vrees voor het leven van de ambtenaren op te wekken. De verdachte werd vrijgesproken van de aanklacht van winkeldiefstal met geweld, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor deze beschuldiging. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 107 dagen, gelijk aan de tijd die de verdachte al in voorarrest had doorgebracht. De uitspraak benadrukte de ernst van de bedreiging, vooral gezien de publieke functie van de slachtoffers, en de rechtbank vond dat de verdachte niet voldoende inzicht had in de ernst van zijn daden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn strafblad en een psychologisch rapport.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/100396-23 en 10/321437-22 (gevoegd t.t.z.)
Datum uitspraak: 9 juni 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren op [geboortedatum01] 1967 te [geboorteplaats01] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] te [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de penitentiaire inrichting [PI01] , locatie [detentielocatie01] ,
raadsvrouw mr. E.K.B. Bijl, advocaat te Amsterdam (in de zaak 10/100396-23),
raadsman mr. M.R. Mantz, advocaat te ’s-Gravenhage (in de zaak 10/321437-22).

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 9 juni 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. Wijnands heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder parketnummers 10/100396-23 en 10/321437-22 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 194 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak (diefstal met geweld, parketnummer 10/100396-23)
Naar het oordeel van de rechtbank bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor de ten laste gelegde diefstal met geweld. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
4.2.
Bewijswaardering (bedreiging, parketnummer 10/321437-22)
4.2.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft verzocht de verdachte vrij te spreken van de ten laste gelegde bedreiging. Ter onderbouwing daarvan heeft hij aangevoerd dat de verdachte de bewoordingen niet heeft geuit met de bedoeling om de gemeenteambtenaren te bedreigen.
4.2.2.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging van medewerkers van de gemeente Zwijndrecht. De verdachte heeft bekend dat hij de woorden ‘aan flarden schieten’ heeft gebruikt. Uit de bewijsmiddelen volgt dat hij de aangevers aankeek terwijl hij dit zei. Zulke bewoordingen, geuit in de gegeven omstandigheden, kunnen in algemene zin bij de aangevers redelijke vrees opwekken voor hun leven. De rechtbank stelt dan ook vast dat juridisch gezien sprake is van een bedreiging. De bedoeling die de verdachte had met zijn woorden, maakt dat niet anders.
4.3.
Conclusie
Niet bewezen is dat de verdachte het onder parketnummer 10/100396-23 ten laste gelegde feit (diefstal met geweld) heeft gepleegd. Daarvan zal hij worden vrijgesproken.
Bewezen is dat de verdachte het onder parketnummer 10/321437-22 ten laste gelegde feit (bedreiging) heeft gepleegd.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/321437-22 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 8 december 2022 te Zwijndrecht [slachtoffer01] en [slachtoffer02] en/of een of meer andere medewerkers van de gemeente Zwijndrecht heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer01] en [slachtoffer02] en/of een of meer andere medewerkers van de gemeente Zwijndrecht dreigend de woorden toe te voegen 'Ik ga jullie allemaal aan flarden schieten', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in cursief verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging van medewerkers van de gemeente Zwijndrecht. Zij waren aan het werk achter de receptie, toen de verdachte aan de balie kwam. Tijdens het gesprek met een medewerker werd hij steeds bozer en begon hij te schreeuwen, waarbij hij uiteindelijk heeft gedreigd dat hij hen aan flarden zou schieten. De medewerkers zijn hierdoor erg bang geweest. Het feit dat zij hiermee geconfronteerd werden in hun publieke functie, rekent de rechtbank de verdachte extra aan.
De verdachte heeft op het onderzoek ter terechtzitting erkend dat hij snel boos wordt, maar hij lijkt - ook nu nog - het kwalijke van zijn handelen niet in te zien.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op uittreksels uit de justitiële documentatie van 23 mei 2023 (Nederland) en 24 mei 2023 (Curaçao), waaruit blijkt dat de verdachte in de afgelopen vijf jaar niet is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Psycholoog [psycholoog01] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 28 februari 2023. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit – in het bijzonder de beangstigende situatie voor de slachtoffers tijdens de uitoefening van hun publieke functie – kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Gelet op de duur van het voorarrest ziet de rechtbank, anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, geen ruimte om nog een voorwaardelijk strafdeel op te leggen. De rechtbank acht een gevangenisstraf die gelijk is aan de tijd die de verdachte voor deze zaak in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in dit geval passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/100396-23 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/321437-22 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 107 (honderdzeven) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
in de zaak met parketnummer 10/100396-23: heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. van Althuis, voorzitter,
en mrs. F. Wegman en L.R. Bhalla, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. J.M. Grubben en C.J. Voogel-van Buuren, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 9 juni 2023.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
onder parketnummer 10/100396-23
hij op 14 april 2023 te Zwijndrecht (een pak) melk, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Albert Heijn, in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer03] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door (op dreigend toon) die [slachtoffer03] de woorden toe te voegen: "Ik sla je op je bek" en/of "Als hij wat doet pak ik hem", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
onder parketnummer 10/321437-22
hij op of omstreeks 8 december 2022 te Zwijndrecht [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] en/of een of meer andere medewerkers van de gemeente Zwijndrecht heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer01] en/of [slachtoffer04] en/of een of meer andere medewerkers van de gemeente Zwijndrecht dreigend de woorden toe te voegen 'Jullie weten niet met jullie te maken hebben' en/of 'Jullie hebben te maken met deze donkere/zwarte man' en/of 'Ik ga jullie iets laten zien' en/of 'Jullie gaan het meemaken' en/of 'Ik ga jullie allemaal aan flarden schieten', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.