Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het tussenvonnis van 16 november 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de akte van Sore2 van 21 december 2022, met bijlagen;
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 22 februari 2023;
- de conclusie na enquête aan de zijde van Sore2 van 12 april 2023;
- de antwoordconclusie na enquête aan de zijde van [gedaagde01] van 24 mei 2023.
2..De verdere beoordeling van het geschil
door de rechtbankte benoemen deskundige, alsmede over de aan hem te stellen vragen. Bij die gelegenheid mogen partijen zich, voor zover van toepassing, ook uitlaten over de persoon van de te benoemen deskundige. Mocht de rechtbank een deskundige benoemen, dan zal Sore2 het voorschot voor de kosten van het deskundigenonderzoek moeten betalen. Op Sore2 rust immers de bewijslast van haar stelling dat zij schade heeft geleden. Mocht [gedaagde01] persisteren bij zijn verzoek om (ook) zelf een contra-expertiserapport in het geding te brengen, dan mag hij op de rol van 23 augustus 2023 reageren op het gevorderde schadebedrag.
3..De beslissing
26 juli 2023voor het gelijktijdig nemen van een akte door partijen over hetgeen is vermeld onder 2.5;