ECLI:NL:RBROT:2023:5058

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
15 juni 2023
Zaaknummer
C/10/655933 / JE RK 23-817 en C/10/655934 / JE RK 23-818
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van kinderen in verband met de problematiek van de moeder

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 12 mei 2023, wordt een ondertoezichtstelling uitgesproken voor de kinderen [naam kind01], [naam kind02] en [naam kind03]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling vanwege zorgen over de opvoedsituatie en de persoonlijke problematiek van de moeder. De kinderen worden vermoedelijk belast met de problematiek van de moeder, die in het verleden betrokken is geweest bij incidenten zoals winkeldiefstallen en vermoedens van middelengebruik. De moeder heeft moeite met het aansturen van de kinderen en het stellen van grenzen, wat leidt tot zorgen over hun ontwikkeling.

Tijdens de mondelinge behandeling op 12 mei 2023 zijn de verzoeken van de Raad gehandhaafd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke criteria voor een ondertoezichtstelling zijn voldaan. De Raad heeft aangegeven dat de kinderen niet geconfronteerd mogen worden met het drugsgebruik van de ouders en dat de moeder begeleiding nodig heeft om de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen te waarborgen. De kinderrechter heeft besloten om de kinderen voor de duur van een jaar onder toezicht te stellen van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is om de opvoedvaardigheden van de moeder te vergroten en dat er een persoonlijkheidsonderzoek moet plaatsvinden om de onderliggende oorzaken van haar problematiek te onderzoeken. De betrokkenheid van de vader en andere familieleden zal ook worden bekeken om de kinderen de nodige ondersteuning te bieden. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummers: C/10/655933 / JE RK 23-817 en C/10/655934 / JE RK 23-818
Datum uitspraak: 12 mei 2023

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaken van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2012 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] ,

[naam kind02] ,

geboren op [geboortedatum02] 2016 te [geboorteplaats02] , hierna te noemen: [naam kind02] ,

[naam kind03] ,

geboren op [geboortedatum03] 2019 te [geboorteplaats03] , hierna te noemen: [naam kind03] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] .
De kinderrechter merkt in de zaak met zaaknummer C/10/655933 / JE RK 23-817 als informant aan:

[naam02] ,

hierna te noemen: [naam02] , wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
De kinderrechter merkt in de zaak met zaaknummer C/10/655934 / JE RK 23-818 als informant aan:

[naam03] ,

hierna te noemen: [naam03] , wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad ten aanzien van [naam kind01] van 11 april 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad ten aanzien van [naam kind02] en [naam kind03] van 11 april 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 12 mei 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden met gesloten deuren. De kinderrechter heeft de zaken C/10/655933 / JE RK 23-817 en C/10/655934 / JE RK 23-818 met instemming van partijen gelijktijdig behandeld.
Verschenen zijn:
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam04] ;
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting
Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, [naam05] .
Opgeroepen als informanten en niet verschenen zijn:
- [naam02] ;
- [naam03] .

De feiten

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01] , [naam kind02] en [naam kind03] .
[naam kind01] , [naam kind02] en [naam kind03] wonen bij de moeder.

De verzoeken

Ingeschreven onder zaaknummer C/10/655933 / JE RK 23-817
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Ingeschreven onder zaaknummer C/10/655934 / JE RK 23-818
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind02] en [naam kind03] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De standpunten

Het standpunt van de Raad
De Raad heeft de verzoeken tijdens de zitting gehandhaafd. Over [naam kind01] heeft de Raad het volgende naar voren gebracht. [naam kind01] is een kwetsbaar en gesloten meisje dat moeite heeft met het uiten van haar emoties. Ook vindt zij het lastig om zelf om hulp te vragen. [naam kind01] heeft nog geen hulp gekregen bij het verwerken van de negatieve ervaringen uit het verleden. Het is belangrijk dat nu de juiste begeleiding wordt ingezet, zodat zij volgend jaar een goede start kan maken op de middelbare school. [naam kind01] verblijft elk weekend bij haar vader en diens partner. [naam kind01] vindt het leuk om daar te zijn. [naam02] helpt [naam kind01] met het maken van haar huiswerk. De komende periode moet worden gekeken of de rol van [naam02] kan worden uitgebreid.
De zorgen over [naam kind02] en [naam kind03] zien voornamelijk op de persoonlijke verzorging en hygiëne van de jongens. [naam kind03] had dertien gaatjes in zijn gebit. Uit het raadsonderzoek komen (nog) geen zorgelijke signalen over het gedrag van [naam kind02] en [naam kind03] naar voren. Toch maakt de Raad zich zorgen over de impact van de politiecontacten van de moeder en het onvoorspelbare gedrag van de moeder op alle kinderen. In het verleden zijn er ook zorgen geweest over de financiële situatie van de moeder. Daarnaast zijn er vermoedens van drugsgebruik door de moeder en [naam03] . De Raad vindt het belangrijk dat de kinderen niet worden geconfronteerd met drugsgebruik door de ouders. De moeder heeft aansturing nodig om de veiligheid en de ontwikkeling van de kinderen te kunnen waarborgen. Verder wordt gezien dat de moeder langere tijd nodig heeft om adviezen van de hulpverlening op te volgen. In het kader van de ondertoezichtstelling moet zicht komen op de mogelijkheden en de opvoedvaardigheden van de moeder. Met pedagogische ondersteuning kan de moeder haar opvoedvaardigheden vergroten. Een persoonlijkheidsonderzoek bij de moeder moet duidelijk maken wat de verklaring is voor haar gedrag. Mogelijk overstijgen de kinderen op termijn de moeder in denken en kunnen.
Het standpunt van de GI
De GI heeft ter zitting naar voren gebracht dat de GI de verzoeken van de Raad steunt. [naam05] zal de jeugdbeschermer zijn als de ondertoezichtstelling van de kinderen wordt uitgesproken. Zij zal met de moeder in overleg treden over de hulpverlening die zal worden ingezet.
Het standpunt van de moeder
De moeder begrijpt de verzoeken van de Raad. Toch wil zij niet dat de kinderen onder toezicht worden gesteld, vanwege de verplichtingen die daarbij komen kijken. Bovendien krijgt de moeder al hulp van ASVZ en dat is voldoende. De moeder verwacht dat het chaos wordt als er meer mensen bij haar over de vloer komen. Na afronding van het raadsonderzoek zijn er wat dingen veranderd. [naam kind01] gaat nu meer naar buiten. Zij neemt dan ook haar broertje mee. Daarnaast heeft de moeder een laptop en een tafeltje voor [naam kind01] geregeld, zodat zij thuis bij de moeder haar huiswerk kan maken. Ook heeft de moeder een goede tandarts voor de kinderen gevonden.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria voor een ondertoezichtstelling [1] .
Er zijn grote zorgen over de opvoedsituatie van [naam kind01] , [naam kind02] en [naam kind03] . De kinderen worden vermoedelijk belast met de persoonlijke problematiek van de moeder. In het verleden zijn de kinderen getuige geweest van winkeldiefstallen door de moeder. Ook is er sprake (geweest) van financiële zorgen en vermoedens van middelengebruik bij de moeder. De moeder heeft beperkt inzicht in de impact van haar handelen op de kinderen. Dit komt mogelijk door een lager IQ. Verder vindt de moeder het lastig om de kinderen aan te sturen en grenzen te stellen. Daarnaast bestaat de vrees dat de kinderen op den duur de moeder overstijgen in haar denken en kunnen. Daar moet aandacht voor zijn. De moeder wil het beste voor haar kinderen, maar het is de vraag of zij in staat is om aan te sluiten bij wat de kinderen nodig hebben. Het is niet duidelijk in welke mate [naam03] betrokken is bij de opvoeding van de kinderen. Hij zou zeer regelmatig bij de moeder over de vloer komen. Er zijn zorgen over het blowgedrag door [naam03] bij de moeder thuis. Hoewel de moeder stelt dat het blowen niet in huis plaatsvindt, is het zeer waarschijnlijk dat de kinderen het drugsgebruik van [naam03] meekrijgen. Kinderen zouden geen getuige moeten zijn van (een) ouder(s) die onder invloed is/zijn.
Ten aanzien van [naam kind01] zijn er ook zorgen over haar cognitieve ontwikkeling. Er is een periode sprake geweest van schoolverzuim. Daarnaast heeft [naam kind01] haar huiswerk niet altijd op orde. Zij wordt bij de moeder thuis onvoldoende gestimuleerd om haar huiswerk te maken. Verder geeft de Raad aan dat [naam kind01] een kwetsbaar en gesloten meisje is. Het is zorgelijk dat [naam kind01] niet of nauwelijks praat over wat zij meemaakt. Ter zitting brengt de moeder naar voren dat [naam kind01] sinds kort vaker naar buiten gaat, dat de moeder een laptop heeft geregeld en dat [naam kind01] in alle rust haar huiswerk kan maken thuis. Dat is een prille positieve ontwikkeling en dit maakt nog niet dat de zorgen over [naam kind01] zijn weggenomen.
De zorgen over [naam kind02] en [naam kind03] zien met name op de persoonlijke problematiek van de moeder. Ten aanzien van [naam kind03] zijn er ook zorgen over zijn gebitsverzorging. [naam kind03] had veel gaatjes in zijn gebit.
De hulpverlening om de zorgen weg te nemen, is door de moeder niet of onvoldoende geaccepteerd. Uit de raadsrapportage volgt dat de moeder ASVZ niet altijd heeft toegelaten. Ter zitting geeft de moeder aan dat het haar enige tijd en moeite kost om de hulpverleners te vertrouwen en voor hulpverlening open te staan. De kinderrechter is daarom van oordeel dat een ondertoezichtstelling van [naam kind01] , [naam kind02] en [naam kind03] noodzakelijk is.
De komende tijd is het nodig dat naast de begeleiding van ASVZ die de moeder al krijgt, intensieve(re) opvoedondersteuning wordt ingezet om zicht te krijgen op de opvoedvaardigheden van de moeder en deze vaardigheden (indien nodig) te vergroten. Daarnaast is het van belang dat wordt onderzocht wat de onderliggende oorzaak van de persoonlijke problematiek van de moeder is. Een persoonlijkheidsonderzoek moet uitwijzen waar de fysieke en psychische onrust van de moeder vandaan komt.
Ook voor [naam kind01] moet passende hulp worden ingezet, zodat zij kan praten over dat wat zij in het verleden heeft meegemaakt. Daarnaast is het belangrijk dat [naam kind01] wordt gestimuleerd in het ontwikkelen van haar zelfstandigheid. Daarbij kan worden gedacht aan een (weerbaarheids)training of een vorm van therapie. [naam02] is heel betrokken. Gekeken kan worden of het contact tussen de vader en [naam kind01] – voor zover in haar belang – kan worden uitgebreid.
Verder moet zicht komen op de rol van [naam03] in het leven van [naam kind02] en [naam kind03] . Mogelijk kan hij meer worden betrokken bij de opvoeding van de kinderen en bij het hulpverleningstraject dat wordt opgestart.
Nu de ondertoezichtstelling van de kinderen wordt uitgesproken, zal mw. [naam05] namens de GI de vaste jeugdbeschermer zijn voor de moeder. Het is positief dat er direct een vaste jeugdbeschermer beschikbaar is. De moeder geeft ter zitting aan dat zij niet te veel mensen over de vloer wil hebben. Het is belangrijk dat de GI daarover met de moeder in gesprek gaat om te voorkomen dat de moeder wordt overvraagd en zodat een positieve samenwerkingsrelatie kan worden opgebouwd.
De kinderrechter zal [naam kind01] , [naam kind02] en [naam kind03] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind01] , [naam kind02] en [naam kind03] onder toezicht van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, met ingang van 12 mei 2023 tot 12 mei 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2023 door mr. K.T.F. Chocolaad-de Bos, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.M.C. van der Knaap als griffier, en op schrift gesteld op 24 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.

Voetnoten

1.Zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.