ECLI:NL:RBROT:2023:5057

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
15 juni 2023
Zaaknummer
C/10/656113 / JE RK 23-846
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige met zorgelijke ontwikkeling en opvoedbehoeften

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 12 mei 2023, wordt een ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind01] voor de duur van twaalf maanden opgelegd. De moeder van [naam kind01] heeft erkend dat zij extra ondersteuning nodig heeft en verzet zich niet tegen het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, een vertegenwoordiger van de Raad en vertegenwoordigers van de William Schrikker Stichting aanwezig waren.

De Raad heeft het verzoek tot ondertoezichtstelling ingediend omdat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind01], die momenteel bij de moeder verblijft in een vrouwenopvang van het Leger des Heils. De moeder heeft een zware zorgindicatie en er zijn zorgen over de emotionele ontwikkeling van [naam kind01], die weinig tot geen emoties vertoont. De Raad benadrukt dat intensieve begeleiding noodzakelijk is om de ontwikkeling van [naam kind01] en de relatie tussen moeder en kind te verbeteren.

Tijdens de zitting heeft de moeder aangegeven dat zij alle hulp accepteert en dat er al enige vooruitgang is geboekt in de ontwikkeling van [naam kind01]. De kinderrechter concludeert dat, ondanks de vooruitgang, de zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van [naam kind01] blijven bestaan. Daarom is een ondertoezichtstelling noodzakelijk om de moeder te ondersteunen en te zorgen voor een veilig opvoedklimaat.

De kinderrechter heeft de beschikking mondeling uitgesproken en deze is op schrift gesteld op 24 mei 2023. De ondertoezichtstelling gaat in op 12 mei 2023 en duurt tot 12 mei 2024, met de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/656113 / JE RK 23-846
Datum uitspraak: 12 mei 2023

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam kind01] geboren op [geboortedatum01] 2022 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01]

hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 14 april 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 12 mei 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam02] ;
- vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting
Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, [naam03] en [naam04] .
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan [naam05] , werkzaam bij een vrouwenopvang van het Leger des Heils.

De feiten

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01] .
[naam kind01] verblijft met de moeder bij een vrouwenopvang van het Leger des Heils.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De Raad handhaaft het verzoek en licht het als volgt toe. De moeder verblijft sinds november 2022 bij vrouwenopvang van het Leger des Heils. Het is zorgelijk dat [naam kind01] weinig tot geen emoties laat zien. Zij huilt of lacht nauwelijks. Ook brabbelt [naam kind01] nog niet. Er is intensieve begeleiding nodig om de ontwikkeling van [naam kind01] en de relatie tussen de moeder en [naam kind01] beter te laten verlopen. Het is belangrijk dat de moeder inzicht krijgt in hoe zij kan aansluiten bij wat [naam kind01] aangeeft en nodig heeft. De moeder heeft begeleiding nodig bij elke opvoedhandeling. De moeder moet zorgen voor een veilig opvoedklimaat voor [naam kind01] . Daarbij hoort het schoon houden van de woonruimte in de opvang. De moeder heeft een zware zorgindicatie (WLZ VG 6). Dit indiceert dat zij nauwelijks leerbaar is. De Raad wil de moeder de kans geven om aan de slag te gaan met datgene wat de hulpverlening aanbiedt. De moeder is een liefdevolle en betrokken moeder. Zij doet haar uiterste best, vraagt om hulp en weet dat dingen beter moeten. Daarvoor verdient de moeder een compliment. Het komende jaar moet helder worden of de situatie voldoende is of dat moet worden gekozen voor moederschap op afstand. De Raad verwacht dat een ondertoezichtstelling nodig is om een crisissituatie te voorkomen.

De standpunten

De GI kan zich vinden in het verzoek van de Raad. De moeder stelt vragen als zij iets nodig heeft en accepteert alle hulp die zij krijgt. Ook weet de moeder dat zij extra ondersteuning nodig heeft.
De moeder voert tijdens de zitting aan dat zij alle hulp accepteert die zij krijgt. Zij ziet ook in dat zij extra hulp nodig heeft. Sinds het raadsonderzoek heeft [naam kind01] een groei doorgemaakt. Zij huilt, lacht en brabbelt. [naam kind01] eet goed en vindt het heerlijk om in bad of onder de douche te gaan. Ook de moeder heeft stappen gemaakt. Het lukt haar nu beter om haar kamer schoon te houden. Elke dag wordt gecontroleerd of de kamer opgeruimd is. De moeder staat op de wachtlijst voor een appartement van ASVZ in Dordrecht. Dat is een locatie met begeleiding. [naam kind01] wordt aangemeld voor een kinderdagverblijf in de buurt. De moeder kijkt ernaar uit om in de buurt van haar vriendinnen in Dordrecht te wonen.
Desgevraagd geeft [naam05] aan dat zij zeker ziet dat [naam kind01] een groei heeft doorgemaakt. Zij lacht en maakt geluidjes. Wel blijft [naam kind01] nog achter in haar ontwikkeling vergeleken met andere kindjes van haar leeftijd. Daarnaast zijn er zorgen op het gebied van de veiligheid van [naam kind01] , met name vanwege de hygiëne van de kamer van de moeder.
De moeder accepteert alle hulp en gaat daar ook mee aan de slag. Toch vraagt het Leger des Heils zich af hoe dat zal gaan in de toekomst. De moeder heeft veel begeleiding nodig.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria voor een ondertoezichtstelling [1] .
Er zijn zorgen over de algehele ontwikkeling van [naam kind01] en over haar veiligheid in de opvoedsituatie. De moeder lijkt niet instinctief te kunnen handelen in bepaalde (opvoed)situaties, waardoor het haar niet goed lukt om aan te sluiten bij de opvoedbehoeften van [naam kind01] . Intensieve begeleiding is nodig om de moeder de juiste handvatten te kunnen meegeven. De moeder staat wel open voor hulp, maar het is de vraag of de tips van de hulpverlening beklijven. Een ondertoezichtstelling is noodzakelijk om samen met de moeder uit te zoeken welke hulp nodig en passend is. De moeder ziet in dat zij extra ondersteuning nodig heeft en verzet zich niet tegen het verzoek tot ondertoezichtstelling van [naam kind01] .
Op dit moment verblijft de moeder met [naam kind01] bij een opvang van het Leger des Heils. De moeder heeft zicht op een appartement van ASVZ met begeleid wonen. De kinderrechter hoopt dat de moeder en [naam kind01] hun draai weten te vinden in Dordrecht en dat de begeleiding van ASVZ goed aansluit bij wat zij nodig hebben.
Het komende jaar moet worden bekeken of de betrokkenheid van intensieve(re) hulpverlening leidt tot voldoende verbeteringen in de opvoedsituatie of dat er meer nodig is om de veiligheid en ontwikkeling van [naam kind01] te waarborgen. De kinderrechter zal [naam kind01] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind01] onder toezicht van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering met ingang van 12 mei 2023 tot 12 mei 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2023 door mr. K.T.F. Chocolaad-de Bos, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.M.C. van der Knaap als griffier, en op schrift gesteld op 24 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.

Voetnoten

1.Zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.