In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 12 mei 2023, wordt een ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind01] voor de duur van twaalf maanden opgelegd. De moeder van [naam kind01] heeft erkend dat zij extra ondersteuning nodig heeft en verzet zich niet tegen het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, een vertegenwoordiger van de Raad en vertegenwoordigers van de William Schrikker Stichting aanwezig waren.
De Raad heeft het verzoek tot ondertoezichtstelling ingediend omdat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind01], die momenteel bij de moeder verblijft in een vrouwenopvang van het Leger des Heils. De moeder heeft een zware zorgindicatie en er zijn zorgen over de emotionele ontwikkeling van [naam kind01], die weinig tot geen emoties vertoont. De Raad benadrukt dat intensieve begeleiding noodzakelijk is om de ontwikkeling van [naam kind01] en de relatie tussen moeder en kind te verbeteren.
Tijdens de zitting heeft de moeder aangegeven dat zij alle hulp accepteert en dat er al enige vooruitgang is geboekt in de ontwikkeling van [naam kind01]. De kinderrechter concludeert dat, ondanks de vooruitgang, de zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van [naam kind01] blijven bestaan. Daarom is een ondertoezichtstelling noodzakelijk om de moeder te ondersteunen en te zorgen voor een veilig opvoedklimaat.
De kinderrechter heeft de beschikking mondeling uitgesproken en deze is op schrift gesteld op 24 mei 2023. De ondertoezichtstelling gaat in op 12 mei 2023 en duurt tot 12 mei 2024, met de mogelijkheid tot hoger beroep.