Op 20 februari 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker tegen de rechters E.I. Mentink, K.A. Baggerman en E. van Schouten. Het verzoek was gebaseerd op de afwijzing van een verzoek om de zitting via telehoren te laten plaatsvinden. De rechtbank oordeelde dat het niet toewijzen van dit verzoek een procedurele beslissing is die in beginsel geen grond voor wraking kan vormen. De rechters gaven een toelichting op hun beslissing, die niet als onbegrijpelijk werd beschouwd. De wrakingskamer concludeerde dat de vrees van de verzoeker voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was. Bovendien werd vastgesteld dat de verzoeker lichtvaardig gebruik maakte van het wrakingsmiddel, aangezien hij herhaaldelijk wrakingsverzoeken indiende telkens wanneer zijn verzoeken niet werden gehonoreerd. De rechtbank besloot dat een volgend wrakingsverzoek van de verzoeker in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen.
De beslissing werd genomen in het openbaar en is op 20 februari 2023 uitgesproken door de voorzitter en de andere rechters, met de griffier aanwezig. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.