ECLI:NL:RBROT:2023:5017

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 maart 2023
Publicatiedatum
15 juni 2023
Zaaknummer
10/188016-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens onvoldoende bewijs van illegaal verblijf en winstbejag

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1990 en ingeschreven op een adres in Nederland, heeft de rechtbank Rotterdam op 31 maart 2023 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het helpen van een persoon met de Colombiaanse nationaliteit, genaamd [naam01], bij het verkrijgen van verblijf in Nederland, terwijl hij wist of moest vermoeden dat dit verblijf wederrechtelijk was. De officier van justitie, mr. M.L. Goudzwaard, eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging en een gevangenisstraf van drie maanden.

Tijdens de zitting werd vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de illegale status van [naam01] in Nederland. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte winstbejag nastreefde door het verschaffen van woonruimte aan [naam01]. Zowel de verdachte als [naam01] verklaarden dat er geen betaling had plaatsgevonden voor het verblijf. De rechtbank oordeelde dat de bewijsstukken, waaronder gesprekken op de telefoon van de verdachte, niet voldoende waren om de beschuldigingen te onderbouwen.

De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte niet schuldig was aan de tenlastelegging en sprak hem vrij. De beslissing werd genomen in tegenspraak, waarbij de rechtbank de argumenten van de officier van justitie niet overtuigend genoeg achtte om tot een veroordeling te komen. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken van de rechtbank Rotterdam, met mr. S. Hoebe als griffier.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/188016-21
Datum uitspraak: 31 maart 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1990,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres01] , [postcode01] te [plaats01] ,
raadsman mr. M. Rasterhoff, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 31 maart 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. M.L. Goudzwaard, heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
Wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het verschaffen van verblijf in Nederland aan mevrouw [naam01] (hierna: [naam01] ), terwijl hij wist of moest vermoeden dat dit verblijf wederrechtelijk was. [naam01] had geen papieren om in Nederland te verblijven en te werken, en de verdachte verhuurde tegen betaling een kamer aan haar waar zij haar werkzaamheden kon verrichten. Dat er door [naam01] betaald werd, kan worden afgeleid uit de gesprekken met andere personen die op de telefoon van de verdachte zijn aangetroffen.
4.1.2.
Beoordeling en conclusie
Het dossier bevat geen, althans onvoldoende, bewijs dat [naam01] onrechtmatig verbleef in Nederland en evenmin dat de verdachte winstbejag nastreefde met het verschaffen van woonruimte aan [naam01] .
Zo is uit het dossier niet gebleken dat [naam01] de verdachte betaalde voor het verblijf in zijn woning. Zowel de verdachte als [naam01] verklaren dat er geen betaling plaats heeft gevonden. De berichten die op de telefoon van de verdachte zijn aangetroffen en waaruit zou kunnen blijken dat de verdachte tegen betaling mensen in zijn woning heeft laten verblijven, zien op afspraken met andere personen en niet op [naam01] . Overig bewijs is niet voorhanden.
De officier van justitie baseert zich voor een bewezenverklaring van illegaal verblijf in Nederland van [naam01] op een opmerking van haar, opgenomen in een proces-verbaal van bevindingen, over een nieuw paspoort waarvoor zij een afspraak had bij de Colombiaanse ambassade. Het dossier bevat verder geen bewijsmiddel waaruit blijkt dat [naam01] onrechtmatig in Nederland verbleef. Er zitten geen officiële documenten in het dossier die één en ander uitwijzen. Er is melding gemaakt van een Spaans verblijfsdocument dat evenmin in het dossier is aangetroffen. Anders dan de officier van justitie stelt, kan niet als een feit van algemene bekendheid worden aangenomen dat iemand die over een verblijfsvergunning in een ander EU-land beschikt (in dit geval Spanje) geen werkzaamheden in Nederland zou mogen verrichten. De rechtbank kan aldus niet vaststellen dat [naam01] wederrechtelijk in Nederland verbleef.
Eén en ander leidt tot de conclusie dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.

5.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr.
mr. A.M.G. van de Kragt, voorzitter,
en mrs.
E.M. Rochaen
C.J.L. van Dam, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. mr. S. Hoebe, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij,
in of omstreeks de periode van 9 april 2021 tot en met 23 april 2021 te Papendrecht en/of elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander, te weten een persoon met de Colombiaanse nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst, te weten [naam01] ,
-behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of genoemde
personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft
en/of
-uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf
in Nederland en/of een andere lidstaat in de Europese Unie, en/of genoemde
personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft
door woonruimte voor die persoon te regelen,
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het
verblijf in Nederland en/of een land in de Europese Unie georganiseerd en/of
gefaciliteerd en/of gecoördineerd,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis of dat verblijf wederrechtelijk was.