ECLI:NL:RBROT:2023:50
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillissementsaanvraag van DD Telecom door gedetineerde ondernemer met huurovereenkomst
Op 3 januari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementszaak betreffende de heer [naam 1], die voorheen handelde onder de naam DD Telecom. De faillissementsaanvraag werd ingediend door mevrouw [naam 2], de moeder van de aangever, op 12 december 2022. Aangezien de aangever gedetineerd was, kon hij zelf niet bij de zitting aanwezig zijn. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoek aanvankelijk uitgesteld om mevrouw [naam 2] de gelegenheid te geven een geldige volmacht te overleggen. Op 27 december 2022 werd de benodigde aanvulling op de volmacht ingediend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangever, die zijn onderneming op 27 januari 2022 had gestart, een huurovereenkomst had voor een winkelruimte, maar dat hij sinds zijn detentie op 25 maart 2022 geen inkomsten meer had en ook geen vermogen bezat waaruit hij zijn schulden kon voldoen. De huurovereenkomst liep tot 31 januari 2024 en de aangever had een aanzienlijke huurachterstand van zeven maanden, evenals een betalingsachterstand op zijn energierekening. Ondanks het ontbreken van inkomsten en vermogen, oordeelde de rechtbank dat er voldoende belang was bij het uitspreken van het faillissement, vooral gezien de doorlopende huurovereenkomst.
De rechtbank concludeerde dat er summierlijk bewijs was dat de aangever in een toestand verkeerde waarin hij had opgehouden te betalen. Gelet op het feit dat het centrum van de voornaamste belangen van de aangever in Nederland ligt, was de rechtbank bevoegd om de insolventieprocedure te openen. In de beslissing verklaarde de rechtbank de aangever in staat van faillissement, benoemde mr. M. Aukema tot rechter-commissaris en mr. R.A.J. van Wingerden tot curator. Het vonnis werd uitgesproken op 3 januari 2023 om 12:00 uur.