In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 maart 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [naam kind01]. De zaak is behandeld zonder mondelinge behandeling, maar na een kindgesprek op 6 maart 2023 is besloten om het verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) alsnog op zitting te behandelen. De moeder van [naam kind01] is belast met het ouderlijk gezag en heeft aangegeven het eens te zijn met het verzoek van de GI. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01] onder toezicht is gesteld en in een open groep verblijft, waar zij therapie volgt na een moeilijke start door het overlijden van haar vader. De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar en de machtiging tot uithuisplaatsing voor zes maanden, wat de kinderrechter heeft toegewezen. De kinderrechter heeft de noodzaak van de betrokkenheid van de jeugdbeschermer benadrukt, gezien de zorgen over de ontwikkeling van [naam kind01]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 24 maart 2024 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 24 september 2023, met de beslissing dat de GI over zes maanden moet rapporteren over de voortgang.