ECLI:NL:RBROT:2023:4735
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor het voorhanden hebben van een vuurwapen
Op 24 april 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in Suriname, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een vuurwapen. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de officier van justitie, mr. K.P. Mandos, vrijspraak heeft gevorderd. De rechtbank heeft het onderzoek op de terechtzitting van 24 april 2023 in acht genomen en de tenlastelegging, die als bijlage aan het vonnis is gehecht, beoordeeld.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend is bewezen. Zowel de officier van justitie als de verdediging waren van mening dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Daarom heeft de rechtbank besloten om de verdachte vrij te spreken van de beschuldiging. De beslissing is genomen zonder nadere motivering, wat betekent dat de rechtbank geen aanvullende uitleg heeft gegeven over de vrijspraak.
Het vonnis is uitgesproken door mr. P.E. van Althuis, als voorzitter, en mrs. I. Bouter en F. van Buchem, als rechters. De griffier, mr. J.R. de Graaf, was ook aanwezig tijdens de openbare terechtzitting. De voorzitter en de jongste rechter waren niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen. De zaak betreft een vuurwapen, specifiek een Glock pistool, dat volgens de tenlastelegging op of omstreeks 1 januari 2023 in [plaats01] voorhanden zou zijn gehad.