Op 7 juni 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot diefstal van een bestelbus en verdovende middelen, vergezeld van geweld. De verdachte, geboren in 1992 en ten tijde van de zitting preventief gedetineerd, werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A. Çimen. De rechtbank heeft op basis van het onderzoek op de terechtzitting van 11, 13 en 17 april 2023 de feiten beoordeeld. De verdachte werd beschuldigd van twee pogingen tot diefstal, waarbij de eerste poging gericht was op een bestelbus en de tweede op verdovende middelen, met geweld tegen personen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vijf jaar geëist, maar de rechtbank oordeelde anders.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten op 30 september 2021 in Bleiswijk betrokken waren bij een gewelddadige confrontatie met een andere groep, waarbij een steekincident plaatsvond. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de poging tot diefstal van de verdovende middelen, maar sprak de verdachte vrij van het voorhanden hebben van een vuurwapen, omdat het bewijs daarvoor niet overtuigend was. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich in vereniging schuldig had gemaakt aan de poging tot diefstal van de verdovende middelen, en dat de feiten zich in een context van toenemend geweld in de drugshandel in Rotterdam afspeelden.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van 36 maanden op, met aftrek van voorarrest. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de impact op de gemeenschap en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het overlijden van zijn broer, die betrokken was bij de gewelddadige confrontatie. De uitspraak benadrukt de ernst van de criminaliteit in de context van de drugshandel en de gevolgen daarvan voor de betrokkenen en de samenleving.