ECLI:NL:RBROT:2023:4593

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
5 juni 2023
Zaaknummer
83/200482-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling inzake schending ambtsgeheim, medeplegen van oplichting en medeplegen valsheid in geschrift

Op 3 mei 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van schending van het ambtsgeheim, medeplegen van oplichting en medeplegen van valsheid in geschrift. De verdachte, geboren in 1989 en werkzaam als uitkeringsdeskundige bij het UWV, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de ten laste gelegde verduistering, maar oordeelde dat hij zich schuldig had gemaakt aan de andere feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met anderen, opzettelijk geheimen van burgers had geschonden door vertrouwelijke gegevens te kopiëren en te verstrekken aan derden, en dat hij betrokken was bij een omvangrijke fraude waarbij meer dan 1,8 miljoen euro was verduisterd van het UWV. De rechtbank legde ook een beroepsverbod op voor de duur van vijf jaar, gezien de ernst van de feiten en het schenden van het vertrouwen dat in hem was gesteld als ambtenaar. De vordering van de benadeelde partij, het UWV, werd toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 1.654.797,40, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83/200482-22
Datum uitspraak: 3 mei 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
raadsman mr. A. Boumanjal, advocaat te Utrecht.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 19 april 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. I. Hoek heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijkomende straf een beroepsverbod voor de functie van overheidsambtenaar gedurende 5 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering ten aanzien van de feiten 1 en 3
Het onder 1 en 3 primair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewijswaardering ten aanzien van feit 2
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat het primair ten laste gelegde medeplegen van verduistering in dienstbetrekking van een bedrag van ongeveer 1,8 miljoen euro bewezen kan worden verklaard. De verdachte was als uitzendkracht in dienstbetrekking werkzaam bij het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV). Vanuit die functie kon hij het gehele proces van de aanvragen in het kader van de Compensatieregeling Transitievergoeding (hierna: aanvragen CRTV) overzien, in de hand houden en beoordelen. Doordat de verdachte kon beslissen over de uitkering en de uitbetaling van de gelden heeft hij feitelijk als heer en meester over deze gelden beschikt en zich samen met zijn mededaders wederrechtelijk toegeëigend.
4.2.2.
Beoordeling
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 2 primair ten laste gelegde verduistering in dienstbetrekking. Dat de verdachte vanuit zijn functie het gehele proces van de CRTV-aanvragen kon overzien en een zekere beoordelings- en beslissingsbevoegdheid in dat kader had, betekent niet dat hij ook als heer en meester over de uit te keren gelden heeft kunnen beschikken. Hij had namelijk geen toegang tot de uit te betalen gelden, hij kon de aanvragen slechts ‘klaarzetten’ voor uitbetaling. De verdachte wordt daarom van het primair ten laste gelegde vrijgesproken.
Het onder 2 subsidiair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 subsidiair en 3 primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 september 2020 tot en met 7 december 2020 te Rotterdam en Amsterdam, meermalen, telkens geheimen, te weten personalia en persoonsgegevens en arbeidsrelatie (arbeidsovereenkomst) en loongegevens en transitievergoeding van (ex-)werknemers verstrekt door werkgevers, te weten [bedrijf 1] en [stichting] en [coöperatie] en [bedrijf 2] en [bedrijf 3] , aan het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV) in het kader van aanvragen compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid,
zijnde gegevens van burgers welke het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV) voor de uitvoering van haar taak (de Regeling compensatie transitievergoeding) ter beschikking heeft, waarvan hij, verdachte, wist dat hij, verdachte, uit hoofde van ambt,
te weten al dan niet werkzaam via Uitzendbureau [naam uitzendbureau] als Uitkeringsdeskundige en Praktijkbegeleider (compensatieregeling transitievergoedingen (CRTV)) werkzaam voor het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV), verplicht was te bewaren,
opzettelijk heeft geschonden, door het ( niet werk gerelateerd) kopiëren en printen van zogenaamde formulieren “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid” en vertrouwelijke bijlagen en documenten, behorende bij eerder door die werkgevers, gedane aanvragen voor compensatie voor transitievergoeding bij langdurige
arbeidsongeschiktheid, zich bevindende en opgeslagen in de (werk)systemen (WWW-CTV) van het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV) en in het bezit van het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV), betreffende die bijlagen en documenten loonstroken en arbeidsovereenkomsten en vaststellingsovereenkomsten van burgers en (ex-)werknemers en vervolgens het zonder toestemming onder zich nemen en verstrekken hiervan en te doen toekomen aan en in handen doen komen van onbekend gebleven derden en/of anderen die tot het bezit en kennisname hiervan onbevoegd waren en niet werkzaam waren voor en in dienstbetrekking waren bij het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV);
2. subsidiair,
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 september 2020 tot en met 7 december 2020 te Rotterdam en Amsterdam , tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door een of meer listige kunstgrepen het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) heeft bewogen tot de afgifte van totaal euro 1.814.352, of daaromtrent, hebbende hij, verdachte, telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid gepresenteerd en voorgedaan dat recht bestond op betaling van compensatie voor betaalde transitievergoeding
door
((blanco) niet ingevulde) formulieren “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid” in te vullen en/of te laten invullen en te verstrekken aan nog onbekend gebleven anderen
en
bij het UWV (in het werksysteem (WWW-CTV)) aanwezige loonstroken en arbeidsovereenkomsten en vaststellingsovereenkomsten betreffende (ex)werknemers waarvoor/op wier naam eerder aanvragen voor compensatie voor een (betaalde) transit
ievergoeding waren gedaan te voegen en bij te leveren (welke documenten bij de (later) in te dienen aanvragen meegestuurd dienen te worden)
en
vervolgens die fysieke ingevulde en/of ondertekende door de UWV ontvangen bedoelde
formulieren “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid” op naam van de werkgevers [bedrijf 4] en [bedrijf 5] en [bedrijf 6] . en [bedrijf 7] waarin onder meer vermeld de naam van die zogenaamde werkgever en de naam van de (ex-
)werknemer en het brutobedrag van de betaalde transitovergoeding en van die bijlagen voorziene formulieren te doen opnemen en te laten invoeren en op te nemen in het werksysteem (WWW-CTV) van het UWV
en
die aanvragen/formulieren “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid” op naam van de werkgevers van [bedrijf 4] en [bedrijf 5] en [bedrijf 6] . en [bedrijf 7]
aan de hand van de loonheffingsnummers in het werksysteem (WWW-CTV) van het UWV op te zoeken en te raadplegen
en
vervolgens die aanvragen op zijn, verdachtes, naam te plaatsen en de ontvangstdatum/data van die aanvragen “vroegtijdig” (geantedateerd), aan te passen in het werksysteem (WWW-CTV) van het UWV en vanuit/vanaf die aanvraagformulieren de betreffende tabbladen in het werksysteem (WWW-CTV) van de UWV in te vullen en hierbij de/een naam van een (ex-)werknemer te vermelden en/of op te nemen, als ware diegene een langdurig arbeidsongeschikte (ex-)werknemer van [bedrijf 4] en [bedrijf 5] en [bedrijf 6] . en [bedrijf 7]
en
in/bij die aanvragen van/op naam van [bedrijf 4] en [bedrijf 5] en [bedrijf 6] . in het werksysteem (WWW-CTV) het bankrekeningnummer van [bedrijf 4] ( [rekeningnummer 1] ) en [bedrijf 5] ( [rekeningnummer 2] ) en [bedrijf 6] . ( [rekeningnummer 3] ) en [bedrijf 7] ( [rekeningnummer 4] ) vanaf zijn, verdachtes, werkaccount in te voeren en die bankrekeningnummers te laten fiatteren door collega‘s [naam persoon 1] of [naam persoon 2] ,
en
die aanvragen van/op naam van [bedrijf 4] en [bedrijf 5] en [bedrijf 6] . en [bedrijf 7] te behandelen en te beoordelen en te bevestigen en met betrekking tot die aanvragen in dat werksysteem (WWW-CTV) van de UWV bij de volgende tabbladen en/of variabelen beslissingen in te brengen en/of te vermelden en/of op te nemen
Recht op vergoeding “ja” en
Recht op compensatie “ja” en
Bedrag compensatie en
Datum toegekend en
Datum excasso en
en
die door hem, verdachte, behandelde aanvragen niet ter controle aangeboden op een
(gezamenlijke) SharePoint pagina
en
de melding “bevestigingsbrief” uit te zetten
en
die aanvragen van/op naam van [bedrijf 4] en [bedrijf 5] en [bedrijf 6] . ter betaling aan te bieden bij het betaalprogramma van de UWV genaamd Excasso, waardoor het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen telkens
werd bewogen tot de afgifte van bovenbedoelde geldbedragen;
3. primair,
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 september 2020 tot en met 7 december 2020, te Rotterdam en Amsterdam , tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, 43, formulieren “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”, op naam van de werkgevers [bedrijf 8] (loonheffingsnummer [nummer 1] ) en [bedrijf 9] (loonheffingsnummer [nummer 2] en [bedrijf 10] (loonheffingsnummer [nummer 3] ) en [bedrijf 4] (loonheffingsnummer [nummer 4] ) en
[bedrijf 5] (loonheffingsnummer [nummer 5] ) en [bedrijf 6] . ( [nummer 6] ), in elk geval
1.
een formulier “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid” op naam van de werkgever [bedrijf 4] voor- en achternaam (ex-) werknemer [naam persoon 3] (burgerservicenummer [BSN-nummer 1] )
(bruto betaalde transitovergoeding euro 76.000) (bijlage DOC-069-01)
en
2.
een formulier “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid” op naam van de werkgever [bedrijf 5]
voor- en achternaam (ex-) werknemer [naam persoon 4] (burgerservicenummer [BSN-nummer 2] )
(bruto betaalde transitovergoeding euro 79.000) (bijlage DOC-119-01)
en
3.
een formulier “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid” op naam werkgever [bedrijf 6] . voor- en achternaam (ex-) werknemer [naam persoon 5] (burgerservicenummer [BSN-nummer 3] ) (bruto betaalde transitovergoeding euro 81.000) (bijlage DOC-160-01);
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt , immers hebben hij, verdachte en zijn mededaders toen en daar telkens valselijk in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven-
op die bovenbedoelde formulieren “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid” telkens een naam van een (ex-)werknemer en een bedrag aan betaalde transitovergoeding geschreven en/of vermeld en/of opgenomen,
en
telkens als zodanig voorgedaan dat die (ex-)werknemer in dienstbetrekking en werkzaam was of was geweest voor/bij de in dat formulier “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid” genoemde aanvrager/werkgever en voor/aan die (ex-)werknemer een transitovergoeding was betaald, in elk geval
met betrekking tot het onder 1. bedoelde formulier als werkgever [bedrijf 4] en als (ex-) werknemer [naam persoon 3] en als brutobedrag betaalde transitovergoeding euro 76.000
en
met betrekking tot het onder 2. bedoelde formulier als werkgever [bedrijf 5] en als (ex-) werknemer [naam persoon 4] en als brutobedrag betaalde transitovergoeding euro 79.000
en
met betrekking tot het onder 3. bedoelde formulier als werkgever [bedrijf 6] . en
als (ex-)werknemer [naam persoon 5] en als brutobedrag betaalde transitovergoeding euro 81.000
geschreven en/of vermeld en/of opgenomen, en/of vermelden en/of opnemen, terwijl in werkelijkheid die werknemer niet in dienst en/of werkzaam was en/of was geweest bij/voor genoemde werkgever, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door
anderen te doen gebruiken
en
telkens opzettelijk die valse en/of vervalste geschriften voorhanden heeft gehad en telkens heeft afgeleverd bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)
terwijl verdachte en verdachtes mededaders telkens wisten dat die geschriften telkens bestemd waren voor zodanig gebruik;
Kennelijke verschrijvingen in de tenlastelegging zijn in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
Enig geheim waarvan hij weet dat hij uit hoofde van ambt verplicht is het te bewaren, opzettelijk schenden, meermalen gepleegd;

2.subsidiair,

medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;

3.primair,

medeplegen van opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, afleveren en voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Standpunt officier van justitie
De strafeis bedraagt een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en als bijkomende straf een beroepsverbod voor de functie van overheidsambtenaar gedurende vijf jaar.
7.2.
Standpunt verdediging
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet achterwege blijven. De verdachte is – evenals ten tijde van het gepleegde strafbare feit waarvoor hij eerder is veroordeeld – bedreigd en afgeperst door derden om te handelen zoals hij heeft gedaan. Door deze bedreigingen ontstond een dusdanige druk waartegen de verdachte geen weerstand kon bieden. De verdachte is ontelbare keren mishandeld, bedreigd met een vuurwapen en was zeer bang. Zonder deze druk zou de verdachte de bewezenverklaarde feiten nooit hebben gepleegd. Daarbij komt dat de verdachte op geen enkele wijze voordeel heeft genoten van het bewezenverklaarde. Gelet op deze situatie en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte is een fikse taakstraf – al dan niet in combinatie met een fors voorwaardelijk strafdeel – passend en geboden.
7.3.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.4.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het meermalen schenden van zijn ambtsgeheim, medeplegen van oplichting en medeplegen van valsheid in geschrift. De verdachte heeft vanuit zijn functie bij het UWV meegewerkt aan omvangrijke fraude, door formulieren ten behoeve van een aanvraag voor de Compensatieregeling voor Transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid aan derden te leveren, die vervolgens door het systeem van de UWV te geleiden en voor akkoord te verklaren. De gegevens die noodzakelijk waren voor deze aanvragen CRTV zijn door de verdachte uit bestaande aanvragen gehaald in het systeem van de UWV en door hem aangeleverd bij derden. Deze derden hebben deze gegevens gebruikt voor het opstellen van valse aanvragen en hebben vervolgens loonheffingsnummers aan de verdachte doorgegeven, zodat hij de valse aanvragen in het systeem kon doorgeleiden ter uitbetaling van de vergoeding door de UWV. In totaal is op basis van deze valse aanvragen een bedrag van ruim 1,8 miljoen euro uitgekeerd en verdwenen naar het buitenland. Er is zelfs voor een bedrag van ruim 3 miljoen euro aan aanvragen ingediend, maar een deel van dat bedrag is niet uitgekeerd door het UWV. De 1,8 miljoen euro betreft overheidsgeld dat aan maatschappelijke doeleinden besteed had moeten worden.
Door de gegevens van willekeurige burgers te gebruiken om de valse aanvragen van gegevens te voorzien, heeft de verdachte ook zijn verplichting tot geheimhouding als ambtenaar geschonden.
Met zijn handelen heeft de verdachte misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de UWV in hem stelde en de integriteit van ambtenaren in het algemeen geschaad. De verdachte heeft ook het vertrouwen beschaamd dat burgers mogen stellen in ambtenaren en de door hen uit te voeren publieke taak in het algemeen en in ambtenaren van de UWV in het bijzonder.
Daarmee heeft hij schade toegebracht aan de publieke orde en het algemeen belang. De rechtbank rekent de verdachte dit zwaar aan.
7.5.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.5.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 april 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. De verdachte is in juni 2021 veroordeeld voor soortgelijke fraude – gepleegd in 2016-2017 –, terwijl hij als ambtenaar bij de IND werkte.
7.5.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 31 oktober 2022. Dit rapport houdt het volgende in.
De reclassering adviseert aan de verdachte een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen, alsmede een beroepsverbod. De reclassering ziet ten aanzien van zijn leefgebieden geen problemen en enkel beschermende factoren.
7.6.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten, alsmede de omstandigheid dat de verdachte reeds eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf.
De officier van justitie heeft betoogd dat voor de stelling van de verdachte dat hij zou zijn bedreigd en afgeperst in het opsporingsonderzoek te weinig aanknopingspunten zijn gevonden. Zolang de verdachte daarover geen nadere, meer concrete, informatie verschaft, kan een dergelijk scenario niet worden onderzocht. Om die reden heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat deze verklaring van de verdachte in het kader van de strafmaat terzijde dient te worden geschoven.
De rechtbank constateert dat de verdachte – ook bij herhaaldelijk doorvragen ter terechtzitting – geen details over zijn bedreigers en over de aard, de locatie en de ernst van de bedreigingen heeft willen geven. Hij bleef daarbij steken in algemeenheden. Ook heeft hij aangegeven dat hij medische hulp heeft gezocht voor toegebracht letsel, maar hij heeft daarvan geen stukken overgelegd. Het is aan de verdachte om aannemelijk te maken of op zijn minst enig aanknopingspunt te bieden dat hij handelde uit angst voor zijn afpersers. Dat heeft hij niet gedaan, althans daar is hij niet in geslaagd. De door de verdachte in zijn verklaring beschreven context waarbinnen hij de feiten zou hebben begaan is daarom door de rechtbank op geen enkele wijze te toetsen, zodat aan die verklaring om die reden geen gewicht kan worden toegekend bij het bepalen van de op te leggen straf.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte door zijn handelen de integriteit van de overheid wederom heeft aangetast, de privacy van personen heeft geschonden door persoonsgegevens te delen en zijn ambtsgeheim heeft geschonden. Hij vormde een onmisbare en allereerste schakel in de gepleegde fraude. De rechtbank weegt in het nadeel van de verdachte mee dat hij eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld. De rechtbank betrekt bij haar oordeel, in strafmatigende zin, dat bij de verdachte geen vermogen is aangetroffen, zodat de verdachte geen aantoonbaar voordeel lijkt te hebben genoten van het bewezenverklaarde.
De rechtbank zal gelet op het vorenstaande aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 24 maanden. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank zal de helft van deze straf voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank ziet, mede gelet op het reclasseringsrapport, geen reden om daarnaast nog andere (bijzondere) voorwaarden op te leggen. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank voorts van oordeel dat aan de verdachte als bijkomende straf een beroepsverbod moet worden opgelegd, om het ambt van ambtenaar uit te oefenen, nu de bewezenverklaarde feiten tijdens de uitoefening van zijn ambt zijn begaan. De rechtbank acht het van groot belang dat de verdachte voor een langere periode niet meer als ambtenaar het vertrouwen van burgers in de overheid kan ondermijnen. Dit verbod zal worden opgelegd voor een termijn van vijf jaren.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), vertegenwoordigd door mr. M.S. Dalfour, ter zake van de ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.654.797,40 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Het betreft de ontvreemde gelden van ruim 1,8 miljoen euro minus de bedragen die het UWV nog heeft kunnen terughalen na ontdekking van de fraude.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft betoogd dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen. Wel heeft zij verzocht de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel achterwege te laten, nu de benadeelde partij (UWV) een weerbare overheidsinstantie betreft die om die reden goed in staat is zelfstandig zorg te dragen voor de inning van het schadebedrag.
8.3.
Beoordeling
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten, rechtstreeks materiële schade is toegebracht, de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt en door de verdachte niet is weersproken, zal de vordering worden toegewezen.
Hoofdelijk
Nu de verdachte de strafbare feiten, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met (een) mededader(s) heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover een (de) mededader(s) de benadeelde partij betaalt (betalen), is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
Wettelijke rente
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 1 september 2020.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank wijst de vordering tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht af. Doel van de schadevergoedingsmaatregel is de betaling van de vordering door de verdachte zoveel mogelijk te bevorderen en te voorkomen dat de benadeelde partij nog geruime tijd wordt belast met de inning van de toegewezen vordering. De benadeelde partij is echter een overheidsinstantie die eigen incassomogelijkheden heeft, zodat de rechtbank om die reden oplegging van de schadevergoedingsmaatregel achterwege laat.
Proceskosten
De benadeelde partij vordert geen veroordeling van de verdachte in de proceskosten en de rechtbank ziet geen aanleiding daartoe ambtshalve over te gaan.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 1.654.797,40, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 28, 31, 47, 57, 63, 225, 272 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 subsidiair en 3 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot
12 (twaalf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
ontzetde verdachte uit het recht om een ambt te bekleden voor de duur van
5 (vijf) jaren.
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededader(s), des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij het UWV, te betalen een bedrag van
€ 1.654.797,40 (zegge: één miljoen zeshonderdvierenvijftigduizend zevenhonderdzevenennegentig euro en veertig eurocent),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Franken, voorzitter,
en mrs. J.J. Klomp en T.M. Riemens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks 1 september 2020 tot en met 7 december 2020
te Rotterdam en/of Amsterdam, althans elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) (een) geheim(en),
te weten personalia en/of persoonsgegevens en/of arbeidsrelatie (arbeidsovereenkomst) en/of
loongegevens en/of transitievergoeding en/of uitkeringsgegevens en/of gezondheidstoestand
(medische gegevens) en/of ziektedagen van (een) (ex-) werknemer(s)
verstrekt door (een) werkgever(s),
te weten [bedrijf 1] en/of [stichting] en/of [coöperatie]
en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3]
,
aan het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV)
in het kader van (een) aanvra(a)g(en) compensatie voor transitievergoeding bij langdurige
arbeidsongeschiktheid,
zijnde (een) gegeven(s) van (een) burger(s) welke het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen
(UWV) voor de uitvoering van haar taak (de Regeling compensatie transitievergoeding) ter
beschikking heeft,
waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden
dat hij, verdachte, uit hoofde van ambt, beroep en/of wettelijk voorschrift dan wel
van vroeger ambt en/of beroep,
te weten (al dan niet werkzaam via Uitzendbureau [naam uitzendbureau] )
als Uitkeringsdeskundige en/of Praktijkbegeleider (compensatieregeling transitievergoedingen
(CRTV)) werkzaam voor het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV),
verplicht was te bewaren,
opzettelijk heeft geschonden, door
het (onbevoegd en/of niet werk gerelateerd) raadplegen en/of kopiëren en/of (uit)printen van
zogenaamde (digitale) formulier(en) “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige
arbeidsongeschiktheid” en/of (vertrouwelijke) bijlagen en/of documenten, behorende bij eerder door
die/(een) werkgever(s), gedane aanvragen voor compensatie voor transitievergoeding bij langdurige
arbeidsongeschiktheid,
zich bevindende en/of opgeslagen in de (werk)systemen (WWW-CTV) van het Uitvoeringsinstituut
Werknemers Verzekeringen (UWV) en/of in het bezit van het Uitvoeringsinstituut Werknemers
Verzekeringen (UWV), betreffende die bijlagen en/of documenten loonstroken en/of
arbeidsovereenkomsten en/of vaststellingsovereenkomsten en/of medische gegevens van burgers en/of
(ex-)werknemers die werkgever(s),
en/of
het (vervolgens) (het zonder toestemming) onder zich nemen en/of verstrekken hiervan en/of te doen
toekomen aan en/of in handen doen komen van en/of mededeling hiervan doen aan (een) (onbekend
gebleven) derde(n) en/of andere(n) die tot het bezit en/of kennisname hiervan onbevoegd was/waren
en/of niet werkzaam was/waren voor en/of in dienstbetrekking was/waren bij het Uitvoeringsinstituut
Werknemers Verzekeringen (UWV);
artikel 272 Wetboek van Strafrecht
(art 272 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 01 september 2020 tot en met 15 november 2020
te Rotterdam en/of Amsterdam en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk
(totaal) euro 1.814.352,--, in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geldbedrag(en),
geheel of ten dele toebehoorde aan het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV) en/of
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en/of de Nederlandse Staat, in elk geval aan een
ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn, verdachtes, medededader(s)
en
welk(e) goed(eren) en/of geldbedrag(en) verdachte en/of mededader(s)
uit hoofde van zijn, verdachtes, persoonlijke dienstbetrekking of beroep,
te weten (al dan niet werkzaam via Uitzendbureau [naam uitzendbureau] )
als Uitkeringsdeskundige en/of Praktijkbegeleider (compensatieregeling transitievergoedingen
(CRTV)) werkzaam voor het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV), in elk geval
anders dan door misdrijf,
onder zich had,
(telkens) wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
Artikel 322/321 Wetboek van Strafrecht
subsidiair,
hij
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 september 2020 tot en met 7 december 2020
te Rotterdam en/of Amsterdam en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
((een) medewerk(st)er(s) van)
het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)
heeft bewogen tot de afgifte van (totaal) euro 1.814.352, of daaromtrent, in elk geval van een of meer
geldbedragen,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
(telkens) met vorenomschreven oogmerk
- zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
gepresenteerd en/of voorgedaan dat recht bestond op betaling van compensatie voor betaalde
transitievergoeding
door
((blanco) niet ingevulde) zogenaamde formulieren “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding
bij langdurige arbeidsongeschiktheid” in te vullen en/of te laten invullen en/of te verstrekken aan
((een) (nog) onbekend gebleven ander(en)
en/of
bij de UWV (in het werksysteem (WWW-CTV)) aanwezige loonstroken en/of arbeidsovereenkomsten
en/of vaststellingsovereenkomsten betreffende (ex) werknemers waarvoor/op wiens naam eerder (een)
aanvra(a)g(en) voor compensatie voor een (betaalde) transitovergoeding was/waren gedaan
te voegen en/of bij te leveren (welke documenten bij de (later) in te dienen aanvra(a)g(en)
meegestuurd dienen te worden)
en/of
(vervolgens) die (fysieke) ingevulde en/of ondertekende door de UWV ontvangen bedoelde
formulier(en) “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”
op naam van (de werkgever(s)) [bedrijf 4] en/of [bedrijf 5] en/of [bedrijf 6]
en/of [bedrijf 7]
(waarin onder meer vermeld de naam van de/die (zogenaamde) werkgever en/of de naam van de (ex-
)werknemer en/of het brutobedrag van de betaalde transitovergoeding) en/of van (die) bijlage(n)
voorziene formulieren in te voeren en/of op te nemen en/of te doen opnemen en/of invoeren en/of te
laten invoeren en/of op te nemen in het werksysteem (WWW-CTV) van het UWV
en/of
die aanvra(a)g(en)/formulier(en) “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige
arbeidsongeschiktheid” op naam de werkgever(s) van [bedrijf 4] en/of [bedrijf 5]
en/of [bedrijf 6] . en/of [bedrijf 7]
aan de hand van de/het loonheffingsnummer(s) in het werksysteem (WWW-CTV) van het UWV op te
zoeken en/of te raadplegen
en/of
(vervolgens) die aanvra(a)g(en) op zijn, verdachtes, naam te plaatsen en/of de ontvangstdatum/data
van die aanvra(a)g(en) “vroegtijdig” (geantedateerd), in elk geval vermelding van een ontvangstdatum
gelegen op en/of voor 30 september 2020, aan te passen in het werksysteem (WWW-CTV) van het
UWV en/of vanuit/vanaf die/dat aanvraagformulier(en) de betreffende tabbladen in het werksysteem
(WWW-CTV) van de UWV in te vullen en/of (hierbij) de/een naam van een
(ex-)werknemer te vermelden en/of op te nemen, als ware diegene een langdurig arbeidsongeschikte
(ex-)werknemer van [bedrijf 4] en/of [bedrijf 5] en/of [bedrijf 6]
en/of [bedrijf 7]
en/of
in/bij die aanvra(a)g(en) van/op naam van [bedrijf 4] en/of [bedrijf 5]
en/of [bedrijf 6] . in het werksysteem (WWW-CTV) het/een bankrekeningnummer van [bedrijf 4]
( [rekeningnummer 1] ) en/of [bedrijf 5]
( [rekeningnummer 2] ) en/of [bedrijf 6] . ( [rekeningnummer 3] ) en/of [bedrijf 7]
( [rekeningnummer 4] ) (vanaf zijn, verdachtes, werkaccount) in te voeren en/of die/dat
bankrekeningnummer(s) te laten fiatteren door (collega(‘s)) [naam persoon 1] en/of [naam persoon 2] , in
elk geval door (een) daartoe bevoegde ander(en)
en/of
die aanvra(a)g(en) van/op naam van [bedrijf 4] en/of [bedrijf 5] en/of
[bedrijf 6] . en/of [bedrijf 7] te behandelen en/of te beoordelen en/of te bevestigen en/of
met betrekking tot die aanvra(a)g(en) in dat werksysteem (WWW-CTV) van de UWV bij de volgende
tabbladen en/of variabelen beslissingen in te brengen en/of te vermelden en/of op te nemen
Recht op vergoeding “ja” en/of
Recht op compensatie “ja” en/of
Bedrag compensatie en/of
Datum toegekend en/of
Datum excasso en/of
en/of
die door hem, verdachte, behandelde aanvra(a)g(en) niet ter controle aangeboden op een
(gezamenlijke) SharePoint pagina
en/of
de melding “bevestigingsbrief” uit te zetten
en/of
die aanvra(a)g(en) van/op naam van [bedrijf 4] en/of [bedrijf 5] en/of
[bedrijf 6] . ter betaling aan te bieden bij het betaalprogramma van de UWV genaamd Excasso,
waardoor het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (telkens)
werd bewogen tot de afgifte van bovenbedoeld(e) geldbedrag(en);
art 326 Wetboek van Strafrecht
3.
hij
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 september 2020 tot en met 7 december 2020,
te Rotterdam en/of Amsterdam en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
43, in elk geval een of meer, zogenaamde formulieren “Aanvraag compensatie voor
transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”,
op naam van (de werkgever(s))
[bedrijf 8] (loonheffingsnummer [nummer 1] ) en/of
[bedrijf 9] (loonheffingsnummer [nummer 2] en/of
[bedrijf 10] (loonheffingsnummer [nummer 3] ) en/of
[bedrijf 4] (loonheffingsnummer [nummer 4] ) en/of
[bedrijf 5] (loonheffingsnummer [nummer 5] ) en/of
[bedrijf 6] . ( [nummer 6] ),
in elk geval
1.
een formulier “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”
op naam van de werkgever [bedrijf 4]
voor- en achternaam (ex-) werknemer
[naam persoon 3] (burgerservicenummer [BSN-nummer 1] )
(bruto betaalde transitovergoeding euro 76.000)
(bijlage DOC-069-01)
en/of
2.
een formulier “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”
op naam van de werkgever [bedrijf 5]
voor- en achternaam (ex-) werknemer
[naam persoon 4] (burgerservicenummer [BSN-nummer 2] )
(bruto betaalde transitovergoeding euro 79.000)
(bijlage DOC-119-01)
en/of
3.
een formulier “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”
op naam werkgever [bedrijf 6] .
voor- en achternaam (ex-) werknemer
[naam persoon 5] (burgerservicenummer [BSN-nummer 3] )
(bruto betaalde transitovergoeding euro 81.000)
(bijlage DOC-160-01);
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, en/althans valselijk heeft doen en/of laten opmaken en/of
vervalsen door (een) ander(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader(s)
toen en daar (telkens) valselijk in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven
in/op die/dat bovenbedoelde formulier(en) “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”
(telkens) een naam van een (ex-) werknemer en/of een bedrag aan betaalde transitovergoeding
geschreven en/of vermeld en/of opgenomen, en/althans heeft doen en/of laten schrijven en/of
vermelden en/of opnemen
en/of
(telkens) (als zodanig) voorgedaan dat
die (ex-)werknemer in dienstbetrekking en/of werkzaam was en/of was geweest voor/bij de in dat
formulier “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”
genoemde aanvrager/werkgever en/of
voor/aan die (ex-)werknemer een transitovergoeding was betaald,
in elk geval
met betrekking tot het onder 1. bedoelde formulier
als werkgever [bedrijf 4] en/of
als (ex-) werknemer [naam persoon 4] en/of
als brutobedrag betaalde transitovergoeding euro 76.000
en/of
met betrekking tot het onder 2. bedoelde formulier
als werkgever [bedrijf 5] en/of
als (ex-) werknemer [naam persoon 3] en/of
als brutobedrag betaalde transitovergoeding euro 79.000
en/of
met betrekking tot het onder 3. bedoelde formulier
als werkgever [bedrijf 6] . en/of
als (ex-) werknemer [naam persoon 5] en/of
als brutobedrag betaalde transitovergoeding euro 81.000
geschreven en/of vermeld en/of opgenomen, en/althans heeft doen en/of laten schrijven en/of
vermelden en/of opnemen,
terwijl in werkelijkheid die werknemer niet in dienst en/of werkzaam was en/of was geweest bij/voor
genoemde werkgever,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door
ander(en) te doen gebruiken
en/of
(telkens) opzettelijk dat/die (valse en/of vervalste) geschrift(en) voorhanden heeft gehad en/of
(telkens) heeft/hebben afgeleverd en/of doen en/of laten afleveren het bij Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV)
terwijl verdachte en/of verdachtes mededader(s)
(telkens) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat/die geschrift(en) (telkens) bestemd
was/waren voor zodanig gebruik;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
subsidiair,
(een) ander(en) dan hem, verdachte,
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 september 2020 tot en met 7 december 2020,
te Rotterdam en/of Amsterdam en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met elkaar en/of die ander(en) met (een) ander(en) dan hem, verdachte,
althans die ander alleen,
meermalen, althans eenmaal,
43, in elk geval een of meer, zogenaamde formulieren “Aanvraag compensatie voor
transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”,
op naam van (de werkgever(s))
[bedrijf 8] (loonheffingsnummer [nummer 1] ) en/of
[bedrijf 9] (loonheffingsnummer [nummer 2] en/of
[bedrijf 10] (loonheffingsnummer [nummer 3] ) en/of
[bedrijf 4] (loonheffingsnummer [nummer 4] ) en/of
[bedrijf 5] (loonheffingsnummer [nummer 5] ) en/of
[bedrijf 6] . ( [nummer 6] ),
in elk geval
1.
een formulier “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”
op naam van de werkgever [bedrijf 4]
voor- en achternaam (ex-) werknemer
[naam persoon 3] (burgerservicenummer [BSN-nummer 1] )
(bruto betaalde transitovergoeding euro 76.000)
(bijlage DOC-069-01)
en/of
2.
een formulier “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”
op naam van de werkgever [bedrijf 5]
voor- en achternaam (ex-) werknemer
[naam persoon 4] (burgerservicenummer [BSN-nummer 2] )
(bruto betaalde transitovergoeding euro 79.000)
(bijlage DOC-119-01)
en/of
3.
een formulier “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”
op naam werkgever [bedrijf 6] .
voor- en achternaam (ex-) werknemer
[naam persoon 5] (burgerservicenummer [BSN-nummer 3] )
(bruto betaalde transitovergoeding euro 81.000)
(bijlage DOC-160-01)
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, en/althans valselijk heeft doen en/of laten opmaken en/of
vervalsen door (een) ander(en),
immers heeft/hebben die ander(en) en/of die ander(en) zijn/haar/hun mededader(s)
toen en daar (telkens) valselijk in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven
in/op die/dat bovenbedoelde formulier(en) “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”
(telkens) een naam van een (ex-) werknemer geschreven en/of vermeld en/of opgenomen, en/althans
heeft doen en/of laten schrijven en/of vermelden en/of opnemen
en/of
(telkens) (als zodanig) voorgedaan dat
die (ex-)werknemer in dienstbetrekking en/of werkzaam was en/of was geweest voor/bij de in dat
formulier “Aanvraag compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid”
genoemde aanvrager/werkgever en/of
voor die (ex-)werknemer een transitovergoeding was betaald,
in elk geval
met betrekking tot het onder 1. bedoelde formulier
als werkgever [bedrijf 4] en/of
als (ex-) werknemer [naam persoon 4] en/of
als brutobedrag betaalde transitovergoeding euro 76.000
en/of
met betrekking tot het onder 2. bedoelde formulier
als werkgever [bedrijf 5] en/of
als (ex-) werknemer [naam persoon 3] en/of
als brutobedrag betaalde transitovergoeding euro 79.000
en/of
met betrekking tot het onder 3. bedoelde formulier
als werkgever [bedrijf 6] . en/of
als (ex-) werknemer [naam persoon 5] en/of
als brutobedrag betaalde transitovergoeding euro 81.000,
geschreven en/of vermeld en/of opgenomen, en/althans heeft doen en/of laten schrijven en/of
vermelden en/of opnemen,
terwijl in werkelijkheid die werknemer niet in dienst en/of werkzaam was en/of was geweest bij/voor
genoemde werkgever,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door
ander(en) te doen gebruiken,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven
hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededaders
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 september 2020 tot en met 7 december 2020,
te Rotterdam en/of Amsterdam en/of elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest
door
die ander(en) blanco en/of niet (volledig) ingevulde en/of ondertekende formulier(en) “Aanvraag
compensatie voor transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid” en/of (bij de UWV (in het
werksysteem) aanwezige) loonstroken en/of arbeidsovereenkomsten en/of
vaststellingsovereenkomsten betreffende (ex-)werknemers waarvoor –al dan niet- eerder (een)
aanvra(a)g(en) voor compensatie voor een (betaalde) transitovergoeding was/waren gedaan
te verstrekken en/of te doen toekomen en/of te overhandigen
en/of
gegevens van die werkgever(s) (waaronder het bankrekeningnummer) en/of gegevens vanuit die/dat
formulier(en) en/of die bijlage(n) in te voeren in het werksysteem (WWW-CTV)) van het
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV);
art 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht
art 48 1/2 Wetboek van Strafrecht