Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 19 mei 2023 in de zaak tussen
[naam eiser], uit [plaatsnaam], eiser
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Het juridisch kader
De bevoegdheid
Nu verweerder in zijn brief van 23 december 2020 heeft verklaard de primaire besluiten en het bestreden besluit voor zijn rekening te nemen, ziet de rechtbank aanleiding, nu eiser zijn in dit kader gedane beroep op de rechtszekerheid niet concreet heeft onderbouwd en hij ook niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij door het bevoegdheidsgebrek is benadeeld en waarvan ook niet is gebleken, om dit bevoegdheidsgebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Awb te passeren. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) kan dit artikel ook bij bevoegdheidsgebreken worden toegepast, mits belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 1 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2943). Uit deze uitspraak volgt ook dat het in de beroepsfase nog mogelijk is een gedektverklaring af te geven.
Procesbelang
Conclusie en gevolgen
Beslissing
prof. mr. A.C. Hendriks, leden, in aanwezigheid van mr.E. Grondman, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 mei 2023.