Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren met daarbij de bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij de reclassering, een locatieverbod en een locatiegebod (beide met elektronische monitoring) en het vinden van een dagbesteding.
4.Waardering van het bewijs
5.Kwalificatie, strafbaarheid feit en strafbaarheid verdachte
6.Motivering straf
verboden het locatie
gebodvan de verdachte langer dan een jaar elektronisch te monitoren. De rechtbank zal de elektronische monitoring derhalve beperken tot die termijn.
7.In beslag genomen voorwerpen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 14a, 14b, 14c, 33, 33a van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;
15 (vijftien) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;