ECLI:NL:RBROT:2023:4553

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
2 juni 2023
Zaaknummer
C/10/656254 / JE RK 23-878
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van kinderen in verband met ernstige ontwikkelingsbedreiging door conflicten tussen ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 mei 2023 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2], op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht. De Raad heeft op 17 april 2023 een verzoekschrift ingediend, waarin werd aangegeven dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door de onrustige en instabiele thuissituatie, waarin zij getuige zijn van de conflicten tussen hun ouders. Tijdens de mondelinge behandeling, die met gesloten deuren plaatsvond, waren de moeder, een vertegenwoordiger van de Raad en twee vertegenwoordigsters van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West aanwezig. De vader was niet verschenen.

De Raad verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De moeder stemde in met het verzoek, maar gaf aan dat zij hulpverlening voor de kinderen noodzakelijk achtte, vooral om de omgang met de vader te bevorderen. De kinderrechter oordeelde dat de wettelijke criteria voor een ondertoezichtstelling zijn vervuld, gezien de ernstige ontwikkelingsbedreiging van de kinderen. De kinderrechter stelde de kinderen onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Zuid-Holland, met ingang van 16 mei 2023 tot 16 mei 2024, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na betekening.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/656254 / JE RK 23-878
Datum uitspraak: 16 mei 2023

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam kind 1],

geboren op [geboortedatum 1] 2017 te [geboorteplaats 1], hierna te noemen: [naam kind 1],

[naam kind 2],

geboren op [geboortedatum 2] 2017 te [geboorteplaats 2], hierna te noemen: [naam kind 2].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam 1],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats].

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van
17 april 2023, ingekomen bij de griffie op 18 april 2023.
Op 16 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam 2];
- twee vertegenwoordigsters van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming
west, gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen: de GI, [naam 3] en [naam 4]
.
Opgeroepen en niet verschenen is:
- de vader, [naam 5] (als informant).

De feiten

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam kind 1] en [naam kind 2].
[naam kind 1] en [naam kind 2] wonen bij hun moeder.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De Raad handhaaft het verzoek en licht het als volgt toe. De Raad heeft de afgelopen periode onderzoek gedaan naar de opvoedsituatie van de kinderen. De ernstige ontwikkelingsbedreiging is gelegen in de communicatie en het verbale en fysieke geweld tussen de ouders. De kinderen zijn getuige van de strijd tussen de ouders. Zij worden belast met volwassenproblematiek. Het lukt de ouders daarnaast niet om afspraken te maken over de omgang, waardoor de kinderen regelmatig geen contact hebben met hun vader. Binnen het vrijwillig kader is het onvoldoende gelukt om hulpverlening op te starten en de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen. De Raad verzoekt daarom [naam kind 1] en [naam kind 2] onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar.

De standpunten

De GI heeft zich tijdens de mondelinge behandeling aangesloten bij het verzoek van de Raad. Een van de doelen voor de komende periode is het opstarten van de omgang met de vader.
De moeder heeft tijdens de mondelinge behandeling ingestemd met het verzoek van de Raad. Zij heeft het liefst dat de kinderen om het weekend bij hun vader verblijven. Dit is echter niet gelukt. De moeder gunt het de kinderen om een band te hebben met hun vader. Om die reden is de moeder van mening dat er hulpverlening ingezet moet worden. [naam kind 1] is al aangemeld voor speltherapie en de verwachting is dat deze hulpverlening snel zal starten. Bij de moeder is al individuele hulpverlening betrokken vanuit Yulius. Deze hulpverlening verloopt goed.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria voor een ondertoezichtstelling [1] .
Uit de overgelegde stukken en tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [naam kind 1] en [naam kind 2] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De ontwikkelingsbedreiging is gelegen in de opvoedomgeving van de kinderen. Zij groeien op in een onrustige en instabiele thuissituatie, waarbij zij onderdeel zijn van de strijd tussen hun ouders. Ook zijn de kinderen in het verleden getuige geweest van verbaal en fysiek huiselijk geweld. Momenteel zijn de ouders uit elkaar. Desondanks blijven de ouders volharden in de strijd, waarbij het de ouders niet lukt om afspraken over de omgang tussen de vader en de kinderen te maken. Hierdoor hebben de kinderen regelmatig geen contact met hun vader. Daarnaast zijn er zorgen over de opvoedvaardigheden van de moeder en is er geen zicht op de vader.
In het vrijwillig kader is het niet gelukt om de zorgen weg te nemen. De kinderrechter acht het dan ook van belang dat de GI betrokken wordt om hulpverlening in te zetten en zicht te houden op de ontwikkeling van de kinderen. De kinderrechter zal daarom [naam kind 1] en [naam kind 2] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar. [naam kind 1] is al aangemeld voor speltherapie. Dit is positief. De verwachting is dat deze hulpverlening spoedig kan starten. Daarnaast acht de kinderrechter hulpverlening vanuit Family Support van belang voor het gehele systeem om zicht te verkrijgen op de opvoedvaardigheden van beide ouders. Binnen de hulpverlening moet bekeken worden of en zo ja, op welke wijze de omgang tussen de vader en de kinderen vorm kan krijgen.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind 1] en [naam kind 2] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west Zuid-Holland met ingang van 16 mei 2023 tot 16 mei 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2023 door mr. K.T.F. Chocolaad-de Bos, kinderrechter, in aanwezigheid van S.H. Harders als griffier, en op schrift gesteld op 30 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.

Voetnoten

1.(Zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.