ECLI:NL:RBROT:2023:4536

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
C/10/651657 / JE RK 23-174
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van minderjarigen in onveilige opvoedsituatie

Op 4 mei 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [minderjarige01] en [minderjarige02]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door een onveilige opvoedsituatie, veroorzaakt door de ruzies tussen de moeder en de stiefvader, het drugsgebruik van de moeder en de onrust in de omgeving. De moeder heeft in het verleden stappen gezet om haar leven op orde te krijgen, maar sinds december 2022 zijn er meerdere incidenten geweest die de veiligheid van de kinderen in gevaar hebben gebracht. De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen voor de duur van een jaar, maar de kinderrechter heeft besloten om dit verzoek voor vier maanden toe te wijzen, met de mogelijkheid om de situatie opnieuw te beoordelen.

De vader van de kinderen heeft zijn zorgen geuit over de onveilige situatie waarin zijn kinderen zich bevinden en heeft ingestemd met het verzoek van de GI. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat er op korte termijn verandering komt in de thuissituatie, zodat de kinderen weer in een veilige omgeving kunnen opgroeien. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk twee weken voor de volgende zitting te rapporteren over de stand van zaken en heeft de zaak aangehouden tot 31 augustus 2023, waar de kinderrechter opnieuw zal beoordelen of de situatie is verbeterd. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en hoger beroep kan worden ingesteld door belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens : C/10/651657 / JE RK 23-174
datum uitspraak: 4 mei 2023

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [minderjarige01] ,

[minderjarige02] ,

geboren op [geboortedatum02] 2012 te [geboorteplaats02] , hierna te noemen [minderjarige02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam02] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 1 maart 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken,
- de briefrapportage van de GI van 19 april 2023, ingekomen bij de griffie op 21 april 2023.
Op 4 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam03] .
Opgeroepen en niet verschenen is de moeder.
[minderjarige01] is in de gelegenheid gesteld haar mening kenbaar te maken. Zij heeft daarvan geen gebruik gemaakt.

De feitenHet ouderlijk gezag over [minderjarige01] en [minderjarige02] wordt uitgeoefend door de ouders.

[minderjarige01] en [minderjarige02] wonen bij de moeder.
Bij beschikking van 1 maart 2023 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] en [minderjarige02]
verlengd tot 17 mei 2023. Het verzoek is voor het overige aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] en [minderjarige02] te verlengen voor de duur van een jaar. Hiervan resteert thans de periode tot 1 maart 2024.
De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht het als volgt toe. De moeder was het afgelopen half jaar hard op weg om haar leven op orde te krijgen. Sinds december 2022 zijn de kinderen echter meermaals in onveilige situaties terechtgekomen. De moeder en de stiefvader hebben verschillende ruzies met elkaar gehad, waarvan de kinderen getuige zijn geweest. Ook ervaart het gezin problemen in de buurt. De auto van de moeder is in brand gestoken, waarbij onduidelijk is door wie. De moeder heeft vermoedens dat dit te maken heeft met haar ex-partner. De GI maakt zich zorgen om de keuzes die de moeder maakt en de mate van weerbaarheid van zowel de moeder als de stiefvader. Op 5 december 2022 heeft zich een incident voorgedaan waarbij [minderjarige02] met een mes in zijn nek is geraakt bij een ruzie waarbij de ex-vriend van de moeder en de ex-vriendin van de stiefvader betrokken waren. De onrust en het gevoel van onveiligheid dat hierdoor is ontstaan, hebben er onder andere toe geleid dat de behandeling van MST-CAN bij de Viersprong is gestagneerd. Op dit moment ontbreekt het in de thuissituatie aan basisveiligheid. Het is van groot belang dat hier op korte termijn verandering in komt. Er zal gewerkt moeten worden aan het creëren van veiligheid en rust voor [minderjarige01] en [minderjarige02], zodat het traject van MST-CAN positief kan worden afgerond. Mocht MST-CAN niet blijken te werken, dan zal een gezinsopname bij Yulius overwogen moeten worden. Het is belangrijk dat de moeder en de stiefvader zich bewust worden van hun handelen en inzien dat het overdragen van hun gevoelens van onveiligheid op de kinderen negatieve gevolgen voor hen heeft.

Het standpunt van de vader

De vader stemt ter zitting in met het verzoek. De vader maakt zich zorgen om de kinderen. De vader heeft in het verleden zelf verkeerde keuzes gemaakt, maar de situatie waarin de kinderen zich nu bevinden is onacceptabel. De moeder zou harddrugs gebruiken en de kinderen belanden in veel onveilige situaties als gevolg van het handelen van de moeder en de stiefvader. Bovendien wordt de vader nu zelf ook lastiggevallen door voor hem onbekende personen. De vader voelt zich machteloos, omdat hij van een afstand ziet dat zijn kinderen niet veilig zijn en hij er weinig aan kan veranderen. De vader heeft zelf niet de ruimte in huis om de kinderen op te vangen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [minderjarige01] en [minderjarige02] nog steeds ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. Nadat het een periode beter ging, zijn de zorgen sinds december 2022 toegenomen. De zorgen zijn gelegen in de onveilige opvoedsituatie als gevolg van de ruzies tussen de moeder en de stiefvader, het drugsgebruik van de moeder en de onrust in de omgeving van de kinderen. De moeder staat open om met de inzet van hulpverlening aan zichzelf te werken, maar zij lijkt door de stress en de onrust die zij ervaart niet in staat een rustige en stabiele opvoedomgeving te creëren. Hierdoor stagneert de behandeling vanuit MST-CAN. In de komende periode is het van groot belang dat de rust en veiligheid in het gezin wederkeert, zodat het traject van MST-CAN kan worden voortgezet. De moeder en de stiefvader zullen zich bewust moeten worden van hun handelen en wat de gevolgen van hun acties zijn op de kinderen.
Om de vinger aan de pols te houden ziet de kinderrechter aanleiding het verzoek voor vier maanden toe te wijzen en het overige verzochte aanhouden. Daarmee benadrukt de kinderrechter dat deze situatie niet langer kan voortduren. Over vier maanden zal opnieuw bekeken worden of de situatie ten positieve is veranderd. Mocht dat niet het geval zijn, dan zal ligt het voor de hand dat wordt bezien of de veiligheid van de kinderen vereist dat zij ergens anders zullen verblijven..
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] en [minderjarige02] verlengen voor de duur van vier maanden en het overige aanhouden tot de hierna te noemen zittingsdatum. De GI wordt verzocht uiterlijk twee weken voor die datum te rapporteren over de stand van zaken, en daarbij onder meer aan te geven of het verzoek wordt gehandhaafd.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] en [minderjarige02] tot 17 september 2023;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

en alvorens verder te beslissen:

bepaalt dat het verhoor van de GI en de belanghebbenden in deze zaak zal plaatsvinden op
31 augustus 2023 te 15:00 uur in het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
De zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI en de belanghebbenden;
verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de genoemde datum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen, onder gelijktijdige verstrekking aan de belanghebbenden;
gelast de oproeping van de minderjarige [minderjarige01] tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2023 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van V.L. Blijdorp als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 16 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.