ECLI:NL:RBROT:2023:4505
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schadevergoeding voor kosten herkeuring CBR afgewezen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot schadevergoeding van een verzoeker die zijn rijgeschiktheid wilde laten herkeuren na een eerdere ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. De verzoeker had in juli 2022 een verzoek tot schadevergoeding ingediend na de afwijzing van zijn verzoek om schadevergoeding door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in februari 2022 een eigen verklaring had ingediend om weer rijgeschikt te worden verklaard, maar dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard na een positieve test op cocaïne. De psychiater Barbier had geconcludeerd dat er geen sprake was van een recidiefvrije periode van meer dan een jaar, wat leidde tot de beslissing van het CBR om de verzoeker niet rijgeschikt te verklaren.
Na een herkeuring door psychiater Vinkers, die geen aanwijzingen voor drugsgebruik vond, werd de verzoeker wel rijgeschikt verklaard. De verzoeker vroeg vervolgens om schadevergoeding voor de kosten van de herkeuring, maar het CBR wees dit verzoek af, stellende dat het eerdere besluit niet onrechtmatig was. De rechtbank oordeelde dat het CBR terecht had gesteld dat het besluit van 5 april 2022 niet onrechtmatig was, omdat het was gebaseerd op een geldig rapport van psychiater Barbier en laboratoriumonderzoek. De rechtbank wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen sprake was van een onrechtmatig besluit en er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.