Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1..[eiser01] ,
2.
[eiseres01],
1..[gedaagde01] ,
2.
[gedaagde02],
3.
[gedaagde03],
1..De procedure
- de conclusie van antwoord van [gedaagde01] met eis in reconventie
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 1 februari 2023.
2..Inleiding
3..De beoordeling
stillsuit de video bij te voegen. Daarmee heeft zij een misleidend beeld neergezet. Op basis van de
stillslijkt namelijk het alsof [gedaagde03] meer handelingen aan de auto heeft verricht dan in werkelijkheid het geval. Ook de beschrijving die zij bij de video heeft gegeven was op punten misleidend. Zo heeft [eiser01] c.s. nu erkend dat – anders dan zij bij de beslagrechter verklaarde – uit de beelden niet blijkt dat [gedaagde02] iets aan [gedaagde03] heeft aangegeven. De rechtbank acht het mede tegen de achtergrond van de tussen [eiser01] en [gedaagde01] lopende procedures voldoende aannemelijk dat [eiser01] c.s. een en ander bewust heeft gedaan. Haar wijze van procederen is daarom onrechtmatig.