Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde01] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 27 januari 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de brief van 3 mei 2023 van HW Wonen, met bijlagen;
- de brief van 4 mei 2023 van HW Wonen, met één bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 1 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting HW Wonen en de gedaagden, [gedaagde01] en [gedaagde02]. HW Wonen vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege overlast veroorzaakt door [gedaagde01]. De gedaagden hebben de woning sinds 1975 in gebruik en de overlast bestond uit het maken van ongeoorloofde beeld- en geluidsopnames van buren en het plaatsen van negatieve berichten op sociale media. HW Wonen stelde dat dit gedrag de woongenot van andere huurders ernstig aantastte en dat er geen vertrouwen meer was in een goede huurderschap van [gedaagde01]. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 mei 2023 zijn getuigen gehoord die de overlast bevestigden. De kantonrechter oordeelde dat de gedragingen van [gedaagde01] een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst vormden, wat ontbinding rechtvaardigde. De rechter heeft de vordering van HW Wonen toegewezen en [gedaagde01] veroordeeld om binnen vier weken het gehuurde te ontruimen, met veroordeling in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.