ECLI:NL:RBROT:2023:4389

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 mei 2023
Publicatiedatum
26 mei 2023
Zaaknummer
71/265491-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplegen van verlengde invoer van cocaïne en voorbereidingshandelingen

In de zaak tegen de verdachte, geboren in Suriname, heeft de rechtbank Rotterdam op 25 mei 2023 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van de verlengde invoer van cocaïne en voorbereidingshandelingen daartoe. De officier van justitie eiste vrijspraak voor de verlengde invoer van 4.150 kg cocaïne, maar wel bewezenverklaring van het opzettelijk vervoeren en aanwezig hebben van 10 gram cocaïne, en het medeplegen van voorbereidingshandelingen. De rechtbank heeft het onderzoek op de zittingen van 8 en 11 mei 2023 in acht genomen. De verdachte was betrokken bij het verwisselen van bins in een loods, wat leidde tot de ontdekking van cocaïne in containers die vanuit Costa Rica naar Nederland waren vervoerd. Ondanks de betrokkenheid van de verdachte bij het verplaatsen van bins, kon de rechtbank niet met voldoende zekerheid vaststellen dat hij wist dat er cocaïne in de bins aanwezig was. De rechtbank concludeerde dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en sprak de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 71/265491-21
Datum uitspraak: 25 mei 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te district Suriname op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [plaats01],
raadsman mr. F.J.E. Hogewind, advocaat te Amsterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 8 en 11 mei 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officieren van justitie mrs. G. Rip en P. Huttenhuis (hierna: de officier van justitie) hebben gevorderd:
  • vrijspraak van de onder 1 impliciet primair ten laste gelegde (verlengde) invoer van 4.150 kg cocaïne;
  • bewezenverklaring van het onder 1 impliciet subsidiair ten laste gelegde medeplegen van het opzettelijk vervoeren en aanwezig hebben van een hoeveelheid (10 gram) cocaïne, en het onder 2 ten laste gelegde medeplegen van voorbereidingshandelingen;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaar met aftrek van voorarrest.

4..Vrijspraak feit 1 en 2

4.1.
Standpunt officier van justitie
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervoeren en aanwezig hebben van een hoeveelheid cocaïne, namelijk het door de douane teruggeplaatste monster na inbeslagname van de ingevoerde partij (feit 1), en aan het bevorderen en voorbereiden van de invoer en het vervoer van een grote hoeveelheid cocaïne in Nederland (feit 2). Verdachte was betrokken bij het verwisselen van 4 bins uit loods E met 4 bins uit loods Y op 19 augustus 2021. De betrokkenheid van de verdachte blijkt mede uit verschillende OVC-gesprekken in de periode daarna.
4.2.
Feitelijke vaststellingen
Uit het dossier en uit hetgeen op de zitting is besproken heeft de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden afgeleid.
De Dienst Landelijke Recherche heeft van de DLIO een proces-verbaal ontvangen over mogelijke invoer van cocaïne in vaten met ananassap vanuit Costa Rica, waarna op 16 augustus 2021 het onderzoek 26GRAYS is gestart. Op 17 augustus 2021 zijn in de haven van Rotterdam drie containers gelost van het schip ‘ [naam schip01] ’. De containers waren geladen met ananassap, afkomstig uit Costa Rica. De drie containers staan op één Bill of Lading en zijn voorzien van de nummers [containernummer01] , [containernummer02] en [containernummer03] .
Tijdens een controle van de container [containernummer01] wordt een 'bin' (minicontainer) met daarin circa 650 kilogram cocaïne aangetroffen en in beslag genomen. Ook worden in deze bin een GPS-baken en twee douanezegels aangetroffen. Deze douanezegels zijn identiek aan de douanezegels die op de container zijn aangebracht.
Na de inbeslagname van de circa 650 kilogram cocaïne is de bin gevuld met zand en houten blokken. In deze bin is een zakje met 10 gram cocaïne teruggeplaatst met daarop vermeld ‘Harc A’. Het aangetroffen GPS-baken is teruggeplaatst in de bin en hierna is deze bin teruggeplaatst in de container [containernummer01] .
In container [containernummer03] worden zestien bins aangetroffen, gevuld met ananassap.
In container [containernummer02] wordt in zes bins een hoeveelheid van in totaal circa 3.500 kilogram cocaïne aangetroffen en in beslag genomen. Deze bins worden vervangen door zes met ananassap gevulde bins uit de container [containernummer03] .
De zes inmiddels lege bins uit de container [containernummer02] worden in de container [containernummer03] geplaatst.
Op 19 augustus 2021 zijn de drie containers gelost bij het bedrijf [bedrijf01] in Rotterdam in loods E. Naar aanleiding van een melding van de vondst van zes lege bins in een van de containers heeft de politie op het bedrijfsterrein nader onderzoek gedaan. Daarbij is de bin met blokken, zand en het terugplaatsmonster cocaïne niet aangetroffen.
4.3.
Beoordeling
Op grond van de camerabeelden van het [bedrijf01] -terrein, de verklaringen van de verdachte bij de politie en de informatie uit de systemen van [bedrijf01] kan worden vastgesteld dat hij in de ochtend van 19 augustus 2021 vier bins vanuit loods Y naar plein W heeft gebracht, zonder dit in de systemen te registreren. Die bins zijn vervolgens door medeverdachte [medeverdachte01] (hierna [medeverdachte01] ) loods E ingereden. Circa twee uur later plaatst de verdachte samen met [medeverdachte01] vier bins afkomstig uit loods E in loods Y. Volgens de verdachte was er sprake van een misverstand en had hij bins verplaatst die niet verplaatst hoefden te worden.
Het verplaatsen van de bins is opvallend en de verklaring die de verdachte geeft voor zijn handelen roept vragen op. De rechtbank kan evenwel niet met voldoende zekerheid vaststellen dat de verdachte met zijn handelen daadwerkelijk heeft bijgedragen aan het verwisselen of verbergen van bins waarin zich cocaïne bevond of zou hebben bevonden. Uit het dossier wordt onvoldoende duidelijk welke bins precies door de verdachte zijn verplaatst en of door die verplaatsingen daadwerkelijk een verwisseling is bewerkstelligd. Evenmin kan worden vastgesteld dat de verdachte ten tijde van zijn handelen in de veronderstelling verkeerde dat zich in de bins een grote lading cocaïne bevond. Dat de verdachte in de afgeluisterde gesprekken in de periode daarna zegt dat hij niets heeft gehad, “hij ook in die groep heb gezeten” en dat hij door [medeverdachte01] wordt genoemd als één van de personen die ‘erbij zit’, is daarvoor onvoldoende concreet.
Gelet op het voorgaande kan niet worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de (verlengde) invoer, dan wel het vervoeren of opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne en evenmin dat zijn handelingen dienden ter voorbereiding of bevordering van de invoer of het vervoer daarvan.
4.4.
Conclusie
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
en mrs. M.J.M. van Beckhoven en J.L. Luiten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.S. Beukema, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 16 augustus 2021 tot en met 23 augustus 2021 te Rotterdam,
althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (daaronder mede begrepen
invoer als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet), althans opzettelijk heeft vervoerd,
althans opzettelijk aanwezig heeft gehad,
een hoeveelheid van (ongeveer) 4150 kilogram cocaïne,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
( art 10 lid 5 Opiumwet, art 2 ahf/ond A Opiumwet)
2.
hij in of omstreeks de periode van l6 augustus 2021 tot en met 23 augustus 2021 te Rotterdam,
althans (elders) in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te
bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of,
- het opzettelijk, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, van een (grote) hoeveelheid cocaïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst l, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
immers, heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar
- de bins waarin de cocaïne aanwezig was geweest uitgeladen, verplaatst, vervoerd en/of
verwisseld met een of meerdere reeds aanwezige bin(s)
(art 10a lid 1 ahf/sub l alinea Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 2 alinea Opiumwet, art 10a lid I ah/sub 3 alinea Opiumwet )