Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/326917-22 onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/191486-22 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10-004175-23 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 90 dagen, met aftrek
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende jeugddetentie.
4.Waardering van het bewijs
terwijl hij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
een wapen
als bedoeld in artikel 2 lid 1categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten
eenkeukenmes,
voorhanden heeft gehad.
5.Strafbaarheid feiten
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
2.bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
voor de duur van 90 (negentig) dagen;
groot 73 (drieënzeventig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
werkstrafvoor de duur van
40 (veertig)
uren, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
benadeelde partij [slachtoffer02], te betalen een bedrag van
€ 450,- (zegge: vierhonderdvijftig euro), bestaande uit € 200,- aan materiële schade en € 250,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 17 september 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de
benadeelde partij [slachtoffer02]te betalen
€ 450,-(hoofdsom,
zegge:
vierhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 september 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
benadeelde partij [slachtoffer01], te betalen een bedrag van
€ 394,- (zegge: driehonderdvierennegentig euro), bestaande uit € 144,- aan materiële schade en € 250,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de
benadeelde partij [slachtoffer01]te betalen
€ 394,-(hoofdsom,
zegge:
driehonderdvierennegentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 november 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
terwijl hij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten
keukenmes,
voorhanden heeft gehad.