ECLI:NL:RBROT:2023:4187

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 mei 2023
Publicatiedatum
22 mei 2023
Zaaknummer
C/10/654245 / JE RK 23-570
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige met aandacht voor de opvoedingssituatie en hulpverlening

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 2 mei 2023, wordt de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige01] verlengd. De kinderrechter heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een verzoek van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (GI) om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen. De moeder van [voornaam minderjarige01] is belast met het ouderlijk gezag en woont met de minderjarige. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. S. Zahri, als een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren.

De feiten tonen aan dat de moeder de afgelopen periode hulp heeft ontvangen van Pameijer, maar dat de hulpverlening is gestagneerd door afzeggingen van afspraken door de moeder. De GI heeft zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] en heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling. De moeder heeft echter verweer gevoerd tegen dit verzoek, stellende dat er inmiddels meer stabiliteit is door de peuterspeelzaal en dat de hulpverlening niet langer nodig is.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] nog steeds ernstig wordt bedreigd en dat de situatie te kwetsbaar is voor een overdracht naar het vrijwillig kader. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 8 november 2023, met de mogelijkheid om de situatie opnieuw te evalueren op een pro forma-datum van 1 oktober 2023. De GI is verzocht om rapportage over de actuele stand van zaken en verdere wensen, en de beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaaknummer: C/10/654245 / JE RK 23-570
datum uitspraak: 2 mei 2023

Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2020 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[moeder01] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. S. Zahri, advocaat te Rotterdam.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van
10 maart 2023, ingekomen bij de griffie op 13 maart 2023.
Op 2 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de moeder, bijgestaan door mr. S. Zahri;
- namens de GI, mw. [naam01] .

De feiten

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] .
[voornaam minderjarige01] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 14 oktober 2022 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengd tot
8 mei 2023.

Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] te verlengen voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De standpunten

De GI heeft het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht.
De hulpverlening is in de afgelopen weken gestagneerd, mede doordat de moeder enkele afspraken heeft afgezegd. Het is een patroon, waarbij het een periode goed gaat en er vervolgens een kleine terugval is. De hulp vanuit Pameijer is sinds november 2022 opgestart. Deze hulp bestaat zowel uit opvoedondersteuning, zoals het bieden van dagstructuur aan [voornaam minderjarige01] , als hulp bij praktische zaken, zoals bij de financiën. In gesprek met de hulpverleners deelt de moeder haar hulpvragen niet. Wellicht dient de moeder eerst een vertrouwensband op te bouwen met de hulpverleners. Ook heeft de moeder tot op heden de gegevens van de peuterspeelzaal van [voornaam minderjarige01] niet willen delen met de GI. De GI dient echter zicht te kunnen houden op de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] .
Door en namens de moeder is verzocht om het verzoek van de GI af te wijzen. [voornaam minderjarige01] gaat inmiddels naar de peuterspeelzaal, waardoor er sprake is van meer stabiliteit. Niet alleen de moeder heeft een afspraak afgezegd, ook de begeleider van Pameijer is twee keer zonder bericht niet op de afspraak verschenen. De moeder heeft de gegevens van de peuterspeelzaal van [voornaam minderjarige01] niet gedeeld met de GI, omdat zij wil voorkomen dat de peuterspeelzaal er achter komt dat [voornaam minderjarige01] onder toezicht staat en dat zij hier bepaalde gedachten over hebben. De moeder betreurt het dat alleen de negatieve punten worden benoemd en dat de positieve punten niet terugkomen in de stukken. De moeder heeft veel weerstand tegen hulpverlening in een gedwongen kader. Zij vindt het niet langer nodig dat de hulpverlening van Pameijer 2 keer per week bij haar thuis komt. De hulpverlening van Pameijer loopt door tot september 2023. De hulpverlening kan worden overgedragen naar het vrijwillig kader.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat [voornaam minderjarige01] nog ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. De zorgen zijn gelegen in de opvoedingssituatie waarin [voornaam minderjarige01] opgroeit. In de afgelopen periode is de hulpverlening vanuit Pameijer opgestart. Pameijer biedt zowel hulp bij praktische zaken als opvoedondersteuning. De moeder krijgt onder meer begeleiding en ondersteuning gericht op het bieden van een passend dag- en nachtritme voor [voornaam minderjarige01] . De moeder komt de afspraken (grotendeels) na en is bereikbaar voor de hulpverlening. Er zijn vanuit Pameijer en de GI geen zorgen over de fysieke en emotionele veiligheid van [voornaam minderjarige01] . Ook is het positief dat [voornaam minderjarige01] inmiddels meerdere dagdelen per week naar een peuterspeelzaal gaat, waar zij zich verder kan ontwikkelen. De kinderrechter ziet dat de moeder sinds de aanvang van de ondertoezichtstelling een mooie groei heeft doorgemaakt en dat verdient een compliment. Voor een overdracht naar het vrijwillig kader is de situatie op dit moment echter te pril en te kwetsbaar. In de komende periode is het belangrijk dat er verder wordt gewerkt aan het behalen van de doelen. Tegelijkertijd is te zien dat de ondertoezichtstelling en de betrokkenheid van de GI de moeder veel spanning oplevert, nu zij steeds bang is het verkeerd te doen. Deze spanning is niet helpend voor [voornaam minderjarige01] en de verdere ontwikkeling van moeder als opvoeder. De komende periode is het dan ook belangrijk dat de moeder in toenemende mate de regie krijgt en neemt, en dat de GI steeds meer op de achtergrond raakt. Het is dan ook belangrijk dat de moeder haar vragen met de hulpverlening van Pameijer bespreekt, en niet alleen met de betrokken jeugdbeschermer. Door de GI op deze manier meer afstand te laten nemen, kan bekeken worden of de moeder in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige01] weer zelfstandig, dan wel met behulp van de noodzakelijke hulpverlening, zodat uiteindelijk overdracht kan plaatsvinden naar het vrijwillig kader.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Om te bezien wat over enkele maanden de stand van zaken is, zal de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengen voor de duur van zes maanden (artikel 1:260, eerste lid, BW). De beslissing op het resterende deel van het verzoek van de GI zal worden aangehouden tot de hierna te noemen pro forma-datum.
De GI wordt verzocht uiterlijk twee weken voor de hierna te noemen pro forma-datum te rapporteren over de actuele stand van zaken en verdere processuele wensen, onder gelijktijdige verstrekking aan de belanghebbende en mr. S. Zahri.
Indien het resterende deel van het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] wordt gehandhaafd, wordt de GI verzocht de kinderrechter tevens een voortgangsrapportage van Pameijer te doen toekomen.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] tot 8 november 2023;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

en alvorens verder te beslissen:

bepaalt dat de behandeling van de zaak wordt aangehouden tot
1 oktober 2023 pro forma;
bepaalt dat de GI, de belanghebbende en mr. S. Zahri op de genoemde pro forma-datum niet ter zitting behoeven te verschijnen;
verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de genoemde pro forma-datum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen, onder gelijktijdige verstrekking aan de belanghebbende en haar advocaat.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2023 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. R. Spaans als griffier, en op schrift gesteld op 16 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.