Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van 2 jaar;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr), te weten een contactverbod met [slachtoffer01] , voor de duur van 2 jaar, met de bepaling dat voor elke overtreding van dat contactverbod 1 week vervangende hechtenis kan worden toegepast met een maximale duur van 6 maanden, en dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel;
- tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 1 maand in de zaak met parketnummer 08/182553-21.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1.subsidiair en 3.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden;
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
aan de benadeelde partij [slachtoffer01] , te betalen een bedrag van € 750,= (zegge: zevenhonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 23 januari 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer01] te
betalen € 750,= (zegge: zevenhonderdvijftig euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
15 dagen;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 14 oktober 2021 van de politierechter in de rechtbank Overijssel aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand.