In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 maart 2023 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 31 januari 2023 een verzoekschrift ingediend voor de ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van twaalf maanden. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder niet aanwezig was, maar de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond wel. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door de verstoorde communicatie tussen de ouders, die elkaar negatief bejegenen in het bijzijn van [naam kind]. Dit heeft geleid tot spanningen en concentratieproblemen op school voor [naam kind]. De kinderrechter oordeelt dat de ouders onvoldoende inzicht hebben in hun eigen handelen en de gevolgen daarvan voor [naam kind]. Daarom is het noodzakelijk dat [naam kind] onder toezicht wordt gesteld, zodat een jeugdbeschermer kan ingrijpen en de ouders kan aansturen in hun communicatie en omgang met [naam kind]. De kinderrechter heeft besloten om [naam kind] onder toezicht te stellen van Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 10 maart 2023 tot 10 maart 2024, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.