Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde01] ,
RUTH SPRINGER,
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 maart 2023, met producties;
- de brief van de bewindvoerder van 29 maart 2023;
- de mondelinge behandeling gehouden op 7 april 2023;
- de pleitnota van mr. Van Vlokhoven;
- de pleitnota van mr. Cordesius.
2.De feiten
Uiterlijk 10 september 2021 vraagt schuldenares de bankafschriften van [onderneming01] B.V. op bij ABN Amro (in haar hoedanigheid van bestuurder van de vennootschap). Zij levert daarvan uiterlijk 10 september 2021 bewijsstukken aan bij de bewindvoerder.
Schuldenares stuurt uiterlijk 10 september 2021 een kopie van de door de gemeente verleende vergunning toe aan de bewindvoerder.
Uiterlijk 24 september 2021 stuurt schuldenares de bankafschriften van [onderneming01] B.V. (vanaf oprichting tot heden) toe aan de bewindvoerder. Indien dat niet mogelijk is, stuurt zij een bericht over de gezette stappen en waarom de bankafschriften nog niet zijn verkregen.
De schikkingsovereenkomst met de verhuurder moet uiterlijk 10 september 2021 toegestuurd worden aan de bewindvoerder.
Aan de hand van de aangeleverde stukken zal de bewindvoerder nagaan of vastgesteld kan worden of een deel van de gelden van HCN niet zijn aangewend ten behoeve van het project (de verbouwing van het pand voor [onderneming01] ).”
- Van de lening van HCN is ruim € 20.000,00 terug betaald aan HCN
- Er is zichtbaar € 69.922,74 besteed aan de verbouwing van [onderneming01]
- Er zijn zichtbaar gelden terug betaald aan privé personen waarvan niet op voorhand onaannemelijk is dat geleende bedragen niet zijn besteed aan [onderneming01]
- Uit de afschriften blijkt niet dat dat er aan de verhuurder is betaald uit gelden die geleend zijn van HCN, zoals door HCN is gesuggereerd.